Operation Manual

Table Of Contents
198
Rijden
C4-Picasso-II_nl_Chap04_conduite_ed01-2016
F Schakel de achteruitversnelling in, laat het
stuurwiel los en laat de auto rijden met een
snelheid van maximaal 7 km/h.
F De geassisteerde parkeermanoeuvre is
bezig.
Rijd niet sneller dan 7 km/h en volg de
instructies op het instrumentenpaneel en
de waarschuwingen van de "Parkeerhulp"
tot wordt aangegeven dat de manoeuvre is
voltooid.
Als de manoeuvre is voltooid, gaat het
verklikkerlampje van de functie op het
instrumentenpaneel uit en wordt een
melding weergegeven in combinatie met een
geluidssignaal.
De assistentie wordt gedeactiveerd: u kunt het
stuur weer overnemen.
Tijdens het inparkeren of het uitrijden
van een parkeervak kan de functie
achteruitrijcamera in werking treden.
Deze functie zorgt ervoor dat u een
beter overzicht hebt van de directe
omgeving van de auto door aanvullende
informatie op het instrumentenpaneel
weer te geven.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over de
achteruitrijcamera.
Tijdens het haaks inparkeren wordt
de functie Park Assist automatisch
gedeactiveerd zodra de achterzijde van
de auto een obstakel tot minder dan
50 cm is genaderd.