Operation Manual
Table Of Contents
- Welkom
- Inhoudsopgave
- Overzicht
- Eco-rijden
- Instrumentenpaneel
- Toegang tot de auto
- Ergonomie en comfort
- Voorstoelen
- Achterstoelen
- Opstelling van de stoelen
- Stuurwielverstelling
- Ventilatie
- Verwarming
- Handbediende airconditioning met gescheiden regeling
- Automatische airconditioning met gescheiden regeling
- Ontwasemen - Ontdooien vóór
- Ontwaseming - Ontdooiing achterruit
- Parfumeur
- Indeling interieur
- Multimedia achter
- Plafonniers
- Sfeerverlichting
- Rijden
- Rijadviezen
- Starten - afzetten van de motor met de elektronische sleutel
- Starten - afzetten van de motor met keyless entry and start
- Elektrische parkeerrem
- Hill Start Assist
- Handgeschakelde 5-versnellingsbak
- Handgeschakelde 6-versnellingsbak
- Automatische transmissie
- Opschakelindicator
- Stop & Start
- Snelheden opslaan
- Snelheidslimietherkenning
- Snelheidsbegrenzer
- Snelheidsregelaar
- Adaptieve snelheidsregelaar
- Adaptieve snelheidsregelaar met Stop-functie
- Waarschuwing kans op aanrijding
- Lane Keeping System (LKS)
- Dodehoekbewaking
- Detectie verslapping aandacht
- Parkeerhulp
- Achteruitrijcamera
- 360°-camera
- Park Assist
- Bandenspanningscontrolesysteem
- Verlichting en zicht
- Veiligheid
- Praktische informatie
- Storingen verhelpen
- Technische gegevens
- Audio en datacommunicatie
- Trefwoordenregister
- Storingen verhelpen
- INSTRUCTIEBOEKJE AUDIO- EN TELEMATICASYSTEEM
- CITROËN Connect Radio
200
Rijden
C4-Picasso-II_nl_Chap04_conduite_ed01-2016
Bandenspanningscontrolesysteem
Het systeem bewaakt de spanning van de vier
banden zodra de auto begint te rijden.
Het systeem vergelijkt de signalen van de
snelheidssensoren van de wielen met de
referentiewaarden die elke keer nadat de
banden op spanning zijn gebracht of na het
verwisselen van een wiel moeten worden
gereset.
Het systeem geeft een waarschuwing zodra
wordt gesignaleerd dat de spanning van een of
meer banden te laag is.
Het bandenspanningscontrolesysteem
is niet meer dan een hulpmiddel,
hetgeen inhoudt dat de waakzaamheid
van de bestuurder niet door het
systeem kan worden vervangen.
Het systeem onthoudt u niet van de
verantwoordelijkheid om elke maand
de bandenspanning te controleren (ook
die van het reservewiel). Doe dit ook
voordat u een lange rit gaat maken.
Het rijden met een te lage
bandenspanning heeft een nadelige
invloed op het weggedrag en de remweg
van de auto en veroorzaakt vroegtijdige
bandenslijtage, vooral onder zware
omstandigheden (zware belading, hoge
snelheden, een lange rit).
Dit systeem controleert automatisch de bandenspanning tijdens het rijden.
De voor uw auto voorgeschreven
bandenspanning vindt u op de sticker
met de bandenspanningen.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over de
identificatie van de auto.
De bandenspanning moet worden
gecontroleerd als de banden "koud" zijn
(de auto staat langer dan een uur stil
of er is minder dan 10 km gereden met
een beperkte snelheid).
Onder andere omstandigheden
(bij warme banden) moet de
bandenspanning ten opzichte van de
op de sticker vermelde spanning met
0,3 bar worden verhoogd.
Het rijden met een te lage
bandenspanning veroorzaakt
bovendien een hoger brandstofverbruik.