Operation Manual

Table Of Contents
218
Verlichting en zicht
C4-Picasso-II_nl_Chap05_eclairage-visibilite_ed01-2016
Ruitenwisserschakelaar
Instellen
Afhankelijk van de uitvoering van uw auto zijn
verschillende instellingen mogelijk:
- automatische werking van de ruitenwissers
vóór,
- automatisch inschakelen van de
ruitenwisser achter bij het inschakelen van
de achteruitversnelling.
Handmatige functies
Ruitenwissers vóór
Hoge snelheid (hevige neerslag).
Normale snelheid (matige regenval).
Interval (wissnelheid aangepast aan
de wagensnelheid).
Uit.
Automatisch wissen (omlaag
duwen en vervolgens loslaten).
Eén keer wissen (de hendel even
naar u toe trekken).
De bestuurder schakelt de ruitenwissers
handmatig in.
Selectiehendel wissnelheid: zet de hendel in de
gewenste stand.
Uitvoering zonder automatisch wissen
Uitvoering met automatische ruitenwissers
Eén keer wissen (de hendel omlaag
duwen of kort naar u toe trekken en
vervolgens loslaten).
of
Verwijder onder winterse
omstandigheden sneeuw, ijs of rijp
van de voorruit, van het gebied
rondom de ruitenwisserarmen
en de ruitenwisserbladen en van
het voorruitrubber alvorens de
ruitenwissers in te schakelen.
Schakel de ruitenwissers niet in
als de voorruit droog is. Controleer
voordat u bij extreem koud of warm
weer de ruitenwissers inschakelt of de
ruitenwisserbladen niet vastzitten aan
de voorruit.
De ruitenwissers vóór zijn voorzien van
een beveiliging: als obstakels zoals
sneeuw of ijs worden gedetecteerd,
worden de ruitenwissers tijdelijk
uitgeschakeld.