Operation Manual

Table Of Contents
300
Storingen verhelpen
C4-Picasso-II_nl_Chap08_en-cas-panne_ed01-2016
Bevestiging van het
noodreservewiel
Indien uw auto is voorzien van
lichtmetalen velgen is het normaal dat bij
het monteren van het noodreservewiel
de ringen van de bouten de velg
niet raken. Als de bouten volledig
zijn aangedraaid, zorgt het conische
draagvlak van de bouten voor de
bevestiging van het reservewiel.
Na het verwisselen van het
wiel
Verwijder de naafdop van het wiel om het
op de juiste manier in de bagageruimte
op te bergen (niet in de opbergruimte
van het noodreservewiel).
Rijd met een noodreservewiel niet
sneller dan 80 km/h.
Laat zo snel mogelijk het
aanhaalmoment van de wielbouten en
de bandenspanning van het reservewiel
controleren door het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Laat de lekke band zo spoedig mogelijk
repareren en verwissel hem met het
reservewiel.
F Draai de slotbout vast met de wielsleutel
1 en de dop 5 (volgens uitvoering).
F Draai de overige wielbouten vast met
alleen de wielsleutel 1.
F Bevestig de sierdoppen op de wielbouten
(volgens uitvoering).
F Berg het gereedschap op in de kist.
Op deze sticker staat de bandenspanning
aangegeven.