Operation Manual

Table Of Contents
43
.
2
Audio en telematica
Om veiligheidsredenen is het gebruik van
een smartphone tijdens het rijden verboden.
Het gebruik van de smartphone vraagt
namelijk veel aandacht van de bestuurder.
De handelingen moeten dan ook bij
stilstaande auto worden uitgevoerd.
Door de smartphone met het systeem
te synchroniseren kunnen apps van
de smartphone op het scherm van de
auto worden weergegeven. Deze apps
moeten compatibel zijn met de CarPlay
®
-
technologie en op de smartphone moet
de functie CarPlay
®
zijn geactiveerd.
Werkingsprincipes en normen
zijn permanent aan verandering
onderhevig. Houd daarom het
besturingssysteem van uw
smartphone up to date.
Ga naar de landelijke internetsite van
het merk van uw auto om te zien welke
smartphones compatibel zijn.
Sluit de USB-kabel aan. De
smartphone bevindt zich in de
laadmodus als hij via de USB-kabel
is verbonden.
Sluit de USB-kabel aan. De
smartphone bevindt zich in de
laadmodus als hij via de USB-kabel
is verbonden.
Druk op " Telefoon " om de
CarPlay
®
-interface weer te geven.
Druk op " CarPlay " om de CarPlay
®
-
interface weer te geven.
Bij het aansluiten van de USB-kabel
verbreekt de CarPlay
®
-functie de
Bluetooth
®
-verbinding van het systeem.
Druk op het scherm van het
systeem op " Connect-App " om de
hoofdpagina weer te geven.
Of
Druk op " Connectiviteit " om naar
de functie CarPlay
®
te gaan.