Operation Manual

Table Of Contents
127
.
1
Audio en telematica
Om veiligheidsredenen is het gebruik
van een smartphone tijdens het
rijden verboden. Het gebruik van
de smartphone vraagt namelijk veel
aandacht van de bestuurder.
De handelingen moeten dan ook bij
stilstaande auto worden uitgevoerd.
Door de smartphone met het systeem
te synchroniseren kunnen apps van
de smartphone op het scherm van de
auto worden weergegeven. Deze apps
moeten compatibel zijn met de CarPlay
®
-
technologie en op de smartphone moet
de functie CarPlay
®
zijn geactiveerd.
Werkingsprincipes en normen zijn
permanent aan verandering onderhevig.
Houd daarom het besturingssysteem
van uw smartphone up-to-date.
Ga naar de landelijke internetsite van
het merk van uw auto om te zien welke
smartphones compatibel zijn.
Sluit de USB-kabel aan. De smartphone
bevindt zich in de laadmodus als hij via
de USB-kabel is verbonden.
Sluit de USB-kabel aan. De
smartphone bevindt zich in de
laadmodus als hij via de USB-kabel
is verbonden.
Druk op Telefoon op het scherm
van het systeem om de CarPlay
®
-
interface weer te geven.
Druk op " CarPlay " om de CarPlay
®
-
interface weer te geven.
Bij het aansluiten van de USB-kabel
verbreekt de CarPlay
®
-functie de
Bluetooth
®
-verbinding van het systeem.
Druk op Telefoon op het scherm van
het systeem om de hoofdpagina weer
te geven.
Druk op de toets " TEL " om de
secundaire pagina te openen.
Of
Als de smartphone al via Bluetooth
®
is verbonden.
U kunt op elk gewenst moment de
navigatie via CarPlay
®
starten door
te drukken op de toets Navigatie van
het systeem.