Operation Manual

Table Of Contents
70
Toegang tot de auto
C4-Picasso-II_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Raadpleeg het CITRN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats
alvorens wijzigingen aan het
alarmsysteem aan te brengen.
Alarm
Dit systeem beveiligt uw auto tegen inbraak en diefstal. Het systeem bestaat uit de volgende typen beveiliging:
- Omtrekbeveiliging
Dit systeem houdt de te openen
carrosseriedelen van de auto in de gaten.
Het alarm gaat af als iemand een portier, de
achterklep of de motorkap probeert te openen.
- Interieurbeveiliging
Dit systeem treedt in werking als er bewegingen
in het interieur worden waargenomen.
Het alarm gaat af als er een ruit wordt
ingeslagen, als iets of iemand de auto
binnendringt of als iets of iemand in de auto
beweegt.
Automatische
beveiligingsfunctie
Dit systeem treedt in werking als iemand
probeert het alarm te saboteren.
Het alarm gaat af als iemand probeert
de accu, de knop of de kabels van
de sirene uit te schakelen of te
beschadigen.
Vergrendelen van de auto met
volledig ingeschakeld alarm
Inschakelen
Indien een portier, de achterklep of de
motorkap niet goed is gesloten, wordt de
auto niet vergrendeld, maar worden de
omtrekbeveiliging en de interieurbeveiliging na
45 seconden ingeschakeld.
F Vergrendel de auto met de
afstandsbediening.
F Zet het contact af en verlaat de auto.
of
F Vergrendel de auto met het "Keyless entry
and start"-systeem.
Het alarmsysteem is geactiveerd: het
verklikkerlampje van de knop zal één keer per
seconde knipperen en de richtingaanwijzers
gaan ongeveer 2 seconden branden.
Na het vergrendelverzoek met de
afstandsbediening of met het "Keyless entry
and start"-systeem wordt de omtrekbeveiliging
na 5 seconden en de interieurbeveiliging na
45 seconden geactiveerd.