User Manual

4
ALGEMENE VOORSCHRIFTEN
De afvoercapaciteit van de goot wordt niet alleen bepaald door de capaciteit van de goot
zelf, maar mede door de afvoerleidingen waarop deze aangesloten wordt. Houdt rekening
met de volgende zaken:
o De leidinglengte van de afvoer tot aan de standleiding van de riolering dient zo kort
mogelijk worden gehouden. Maak zo weinig mogelijk gebruik van bochten.
o Maak gebruik van de meegeleverde verloopmanchet zodat de douchegoot met een
50mm leiding aangesloten kan worden.
o Zorg dat er voldoende afschot in de afvoerleiding aanwezig is.
o Zorg voor een goede beluchting van de afvoerleiding om een vacuüm te voorkomen.
Indien de douchegoot in een nis geplaatst wordt, dient men bij het plaatsen van deze twee
wanden rekening te houden met de lengte van de douchegoot. De lengte van de
douchegoten komt overeen met de standaard breedtes van de bestaande douchedeuren,
waardoor de nis grootte altijd op maat is voor een eventuele douchedeur. De plaatsing van
de douchegoot kan zowel achterin als voorin de doucheruimte, waarbij de achterzijde de
voorkeur geniet.
Wanneer een douchedeur geplaatst wordt op de goot dient men er rekening mee te houden
dat het rooster te allen tijde verwijderd moet kunnen worden om de uitloop en het haarfilter
te kunnen reinigen.
Plaats de douchegoot zonder rooster om beschadigingen te voorkomen. Indien gewenst kan
de rand van de douchegoot aan de bovenzijde met schilderstape worden afgeplakt ter
bescherming.
Zorg ervoor dat tijdens het plaatsen, inmetselen, tegelen en afkitten geen rommel (specie en
dergelijke) in het afvoergedeelte komt. Het advies is om dit tijdelijk af te plakken.
De douchegoot dient geaard te worden en dit kan gerealiseerd worden door de
aardingsdraad aan te sluiten op een van de ankers.
De folie van het rooster pas verwijderen wanneer de doucheruimte in gebruik wordt
genomen.