Operation Manual

4.9.2 Gecontroleerde verkeersrichting
De verschillende camera’s kunnen de snelheid van één richting van het verkeer
meten, van beide richtingen of, wanneer ze zijn gemonteerd op een draaiende voet,
zelfs van de verschillende richtingen op een kruispunt. Clarion geeft alleen een
waarschuwing wanneer u rijdt in de gecontroleerde of mogelijk gecontroleerde
richting.
De gecontroleerde richtingen van de camera’s wordt voorgesteld met de volgende
symbolen:
4.9.3 Gecontroleerde snelheidsbeperking
Als bijkomende informatie wordt de door de camera gecontroleerde
snelheidsbeperking gegeven voor vaste, ingebouwde en zonecontrolecamera’s.
Wanneer u een flitslocatie handmatig opslaat met het menu Cursor (Pagina 37),
wordt standaard de snelheidslimiet van die weg gebruikt (indien beschikbaar), maar
u kunt deze waarde wijzigen met behulp van het besturingselement:
4.9.4 Een nieuwe camera toevoegen of een bestaande camera bewerken
U kunt nieuwe camera's toevoegen en de parameters van bestaande wijzigen of
wissen. Selecteer een punt op de kaart, gebruik vervolgens de toets POI in het menu
Cursor (Pagina 37). Hiermee opent u de lijst van POI’s rond het gekozen punt op de
kaart. Voeg een nieuwe camera toe met de toets Cam. toevoegen en stel de
bijbehorende parameters in. Bewerk een bestaande camera door hem te vinden op
het eind van de POI-lijst en erop te tikken. Een nieuw scherm met gegevens wordt
geopend. Tik op Wissen op dit scherm om de camera te verwijderen.
63