Operation Manual

5.2.1 Profiel dag-kleurenschema / Profiel nacht-kleuren
Clarion heeft verschillende kleurenschema’s voor gebruik bij dag en bij nacht. Er
moet altijd een dagschema en een nachtschema zijn geselecteerd. Clarion gebruikt
deze voor het omschakelen tussen dag en nacht en omgekeerd.
Tik op de toets en selecteer een nieuw schema uit de lijst.
5.2.2 Alternatieve straatnamen
Sommige autosnelwegen hebben een internationale benaming of een nummer voor
buitenlandse reizigers. U kunt beslissen of u alleen de lokale benaming wilt zien of
beide.
5.2.3 Straatlabels tonen
U kunt instellen of u tijdens het rijden de straatnamen en de POI-pictogrammen op
de kaart wilt zien of niet. Op basis van de huidige zoom- en kantelinstellingen
worden de straatnamen uitgelijnd met de straat zelf of op aanwijzers op de straat
gepind (Pagina 20). Als u deze aanwijzers aan zet, is het gemakkelijker om uw
locatie op de kaart te herkennen. Als u ze uitschakelt is het gemakkelijker om de
wegligging te volgen.
Opmerking: u kunt de straatnamen en POI-pictogrammen alleen uitschakelen
wanneer Clarion uw locatie volgt. Zodra u de kaart verplaatst en Vastzetten op de
positie (Pagina 33) is niet geactiveerd, zullen de straatnamen en de pictogrammen
weer te zien zijn. Tik op Volg om Vastzetten op de positie opnieuw in te schakelen
en de labels en de pictogrammen opnieuw te laten verdwijnen.
5.2.4 Textuurpolygonen
Schakel textuurpolygonen in en de rivieren, meren, bossen en andere grote
voorwerpen worden op een meer realistische wijze op de kaart weergegeven.
Als u deze uitschakelt krijgt u gelijkvormige zones maar een betere prestatie. Zie
Pagina 21.
70