Operation Manual

10
NEDERLANDS
NEDERLANDS
Steek de netsteker in een correct geïnstalleerde en geaarde
contactdoos 230 V, 50 Hz. Het controlelampje POWER (2)
geeft de functie weer. Let op dat de netspanning overeens-
temt met de gegevens op het typeplaatje.
Batterijen van de afstandsbediening
Open het deksel van het batterijenvakje (9) aan de achterzij-
de van de afstandsbediening.
Plaats 2 batterijen van het type R 6 „AA“ 1,5 V (niet bij de
levering inbegrepen). Let op de juiste polariteit (zie bodem
van het batterijenvakje)!
Sluit het batterijvakje.
Verwijder de batterij wanneer de afstandsbediening gedu-
rende een langere periode niet wordt gebruikt. Zo voorkomt
u lekkage van batterijzuur.
Gebruik géén verschillende batterijtypes of nieuwe en
gebruikte batterijen samen.
Let op: batterijen horen niet in het huisafval. Geef verbruikte
batterijen af bij het gemeentelijke milieupark of bij de handelaar.
Gooi batterijen nooit in het vuur.
Transportbeveiliging CD-lade
Open het CD-vakje (11) door de DOOR OPEN-toets (12) in
te drukken.
Verwijder vóór de ingebruikname, indien voorhanden, de
transportbeveiliging uit de CD-speler.
Koptelefoonbus (19)
Wanneer u de muziek met een koptelefoon wilt beluisteren, is
een koptelefoon met een 3,5 mm stereo-cinchstekker vereist die
u in de PHONES koptelefoonbus steekt. De luidsprekers worden
uitgeschakeld.
Algemene bediening
POWER (1)
Schakel het apparaat in met de POWER-toets. Het controle-
lampje POWER (2) geeft de functie weer.
Uitschakelen
Schakel het apparaat uit met de POWER-toets. Het controle-
lampje POWER (2) dooft.Trek vervolgens de netsteker uit de
contactdoos.
BASS ON/OFF (4)
Voor de versterkte weergave van lage tonen. Voor de scha-
kelaarposities geldt
ON = ingeschakeld, OFF = uitgeschakeld.
Volume
Met de +/- VOLUME-toetsen (5/10) kunt u de gewenste geluids-
sterkte instellen.
Infrarood-afstandsbediening
Gebruik deze voor een kabelloze bediening tot op een afstand
van 5 meter. Wanneer de reikwijdte minder wordt, dienen de
batterijen te worden vervangen. Let bij de bediening op een vrij
signaalveld tussen de afstandsbediening en de sensor (3) aan
het apparaat.
USB aansluiting (7)
Dit apparaat is ontwikkeld volgens de laatste stand van de tech-
nische ontwikkelingen op het gebied van USB. Het grote aantal
verschillende USB-geheugenmedia dat tegenwoordig wordt
aangeboden, kan helaas geen volledige onderlinge compatibili-
teit van alle USB-geheugenmedia waarborgen. Om deze reden
kan het in sommige gevallen tot problemen bij de weergave van
USB-opslagmedia komen. Dit is geen storing van het apparaat.
1. Schakel het apparaat in met de POWER-toets (1).
2. Zet de FUNCTION functiekeuzeschakelaar (6) op de stand
USB/CD/MP3.
3. Sluit een USB-geheugenmedium aan.
4. Druk op de toets CD.MP3/USB (17). Op het display
verschijnt USB. Het apparaat functioneert nu in de USB-
modus. Na enkele seconden verschijnt op het display (13)
het totaalaantal titels/tracks.
5. Druk op de toets
II PLAY (14/3) om de muziekgegevens
weer te geven.
6. Voor de bediening verwijzen wij naar het hoofdstuk “CD/
MP3 afspelen”.
7. Wanneer u de USB-aansluiting niet meer nodig hebt, drukt
u op de toets CD.MP3/USB (17). Op het display verschijnt
DISC. Het apparaat functioneert nu in de CD/MP3-modus.
Belangrijk: Voordat u het USB-geheugenmedium verwijdert,
schakelt u het apparaat uit met de POWER-toets (1) of zet u de
functiekeuzeschakelaar (6) op RADIO.
De radio beluisteren
Druk op de toets POWER (1) om het apparaat in te schakelen.
Het controlelampje POWER brandt.
1. Zet de FUNCTION functiekeuzeschakelaar (6) op de positie
RADIO.
2. Kies de gewenste frequentieband met de BAND bandkeuze-
schakelaar (9).
middengolf = AM (Mono);
UKW (Stereo) = FM ST; UKW = FM
3. U stemt de gewenste zender af met de knop TUNING (8).
4. Het ST-controlelampje (op het display) brandt alleen
wanneer u UKW stereo hebt gekozen en de zender in stere-
okwaliteit wordt ontvangen. Wanneer de ontvangst te zwak
is en ruist, knippert het lampje. Tracht door het verleggen,
het op- of afrollen of het wijzigen van de lengte van antenne
(23) de ontvangst te verbeteren. Bij FM-zenders kunt u met
behulp van de BAND bandkeuzeschakelaar (9) tussen FM
(Mono) en FM ST. (Stereo) ontvangst omschakelen. Bij
een slechte ontvangst adviseren wij, om te schakelen naar
MONO.
05-MC 1029 CD Neu 10 14.08.2006, 8:23:39 Uhr