Installation Instructions

4Installatie
4.3 Installatie eisen
De installatie dient uitsluitend te worden uitgevoerd door gekwalificeerde installateurs.
Gebruik uitsluitend originele onderdelen en toebehoren.
Omgevingseisen:
Maximale omgevingstemperatuur: 45°
Minimale omgevingstemperatuur: 5°
Maximale omgevings-luchtvochtigheid: 80%, niet condenserend.
Netspanning: -8 +10%
Waterkwaliteit:
De stoomgenerator functioneert met zowel hard als zacht water.
Het beste leidingwater zonder speciale toevoegingen.
De aansluiting op het waterleidingnet dient overeenkomstig de nationale en regionale voorschriften te geschieden.
Let op: Water toevoerleiding voor het aansluiten op de stoomgenerator goed doorspoelen.
Gebruik geen kunststof of rubberleiding. Deze kunnen de goede werking van de stoomgenerator beinvloeden door mogelijke
schuimvorming in de stoomgenerator. Zorg ervoor dat de watertoevoerleiding goed schoon is. Resten soldeervet in het water
veroorzaakt schuimvorming, met als gevolg lawaai en verstoring van de elektronische regeling.
Waterdruk:
Tussen 1 en 7 bar is directe aansluiting op het waterleidingnet mogelijk.
Bij hogere druk dient een drukreduceerventiel te worden gemonteerd en afgesteld op 4-6 bar.
Bij een druk lager dan 1 bar dient u kontakt op te nemen met uw leverancier.
Algemeen:
Voordat de watertoevoerleiding en de stoomleiding gemonteerd kunnen worden moeten de rode afdichtstoppen uit de
aansluitkoppelingen worden verwijderd.
5