Operation Manual

Top Panel
3
Bedieningspanelen
1. MASTER VOLUME Voor het regelen van het niveau van de LINE OUT, de
hoofdtelefoon en de LINE IN.
2. SETUP-knop Voor het instellen van de gevoeligheid, drempelwaarde,
aanslaggevoeligheidscurve, het effect, etc., per pad.
3. KIT-knop Voor het instellen van het volume en het geluid, per pad.
4. +/- knop Voor het selecteren van parameters, geluiden, etc.
5. TEMPO/TAP-knop Voor het veranderen van het tempo van songs en van de
metronoom. Je kunt het gewenste tempo op de pads spelen
om dit in een song aan te passen.
6. CLICK-knop Geeft toegang tot het venster waar je instellingen voor de
metronoom maakt, zoals metronoomvolume, -geluid en –
soort.
7. SONG-knop Geeft toegang tot het Song-venster. Je kunt de percussiepartij
uitzetten en het volume van de song (percussie- en
begeleidingspartij) aanpassen.
8. START/STOP-knop Voor het starten en beëindigen van de song. Bij opname, druk
op deze knop om de opname te starten en te beëindigen. In
de Voice Selection-modus voor het beluisteren van een
geluid.
9. REC/PLAY-toets Geeft toegang tot het Opname-venster en de afspeel-modus
van gebruikerssongs.
10. ENTER-knop Om de huidige functie te bevestigen en voor het opslaan van
de parameters die je hebt ingesteld.
11. EXIT-knop Om terug te keren naar het voorafgaande menu.
Frontpaneel