GLOBE 3800 GEBRUIKERSHANDLEIDING MANUEL D’INSTRUCTION GLOBE 3800
Beste klant, Wij feliciteren u met de aankoop van dit product wat ontworpen en geproduceerd is volgens de hoogste automotive standaards, gebruikmakend van de laatste technologie voor een hoge mate van betrouwbaarheid, naar richtlijnen van de Europese Gemeenschap. Deze handleiding is verdeeld in 9 delen: PAG.
1 - INTRODUCTIE Dit anti-inbraak alarmsysteem wordt in- en uit-geschakeld met behulp van de originele high-security handzender van de auto. De totale beveiliging van uw auto is verzekerd door: MODEL KORTSLUITING VOLUMETR. DETECTIE OMTREKBEVEILIGING SABOTAGE VAN BEKABELING AB3868 AB3863 AB3861 1.1 - PIN-code Elke unit van de 3000-serie heeft een PIN-code welke gebruikt kan worden om in noodgevallen het systeem uit te schakelen. De fabrieksinstelling van de PIN-code is 1111.
2 - AANVULLENDE BEVEILIGING Om het beveiligingsniveau van uw auto te verhogen kan het systeem worden uitgebreid met: 5452: Hellingshoek sensor Wanneer het systeem is ingeschakeld zal deze sensor elke poging de auto te verplaatsen, te traileren of opkrikken (om b.v. de aluminium wielen te stelen), detecteren. 5462: Volumetrische detector Wanneer het systeem is ingeschakeld zal het uitzenden van een microwave het wagencompartiment volumetrisch beveiligen.
3.1 - Inschakelen • druk op knop van de handzender om de deuren te sluiten (wanneer de auto centrale vergrendeling heeft). • de richtingaanwijzers zullen oplichten. • de buzzer (indien geactiveerd) zal twee maal een beep-signaal geven. • het systeem is na 40 s. volledig ingeschakeld. • de LED zal 40 s. lang constant branden; hierna gaan knipperen. Op dit moment moeten de waarschuwingslichten zijn uit-geschakeld. Als dit niet het geval is kan het systeem niet aan/uit-geschakeld worden. 3.
4 - BASIS FUNCTIE 4.1- Introductie De installateur zal aangeven welke van de functies geactiveerd zijn daar dit per systeem kan variëren. De fabrieksinstellingen worden met een zwart vakje weergegeven. 4.5 - Automatische inschakeling 4.2 - Buzzer Actief Niet actief Indien geactiveerd zal de buzzer synchrone klinken met de richtingaanwijzers bij het in en uitschakelen van het systeem. 4.
5 - GEAVANCEERDE FUNCTIES 5.1 - Passieve inschakeling van de startblokkering Actief Niet actief De startonderbreking zal automatisch weer inschakelen wanneer de contactsleutel niet binnen 4 min. op “AAN” wordt geschakeld bij uitgeschakeld systeem. 5.2 - Passieve inschakeling van het alarm Actief Niet actief Wanneer het systeem is uitgeschakeld door middel van de handzender, zal na een vertraging het alarm opnieuw inschakelen wanneer de contactsleutel niet op “AAN” wordt gedraaid.
6 - ALARM GEHEUGEN Wanneer een alarmfase heeft plaatsgevonden dan zullen de buzzer en richtingaanwijzers vier maal een signaal geven. De historie van de alarmstatus wordt weergeven door de LED wanneer het systeem is uitgeschakeld, totdat de contactslot op “AAN” wordt gedraaid.
7 - NOODPROCEDURE NOODPROCEDURE Om het systeem uit te schakelen zonder handzender dient men als volgt te werk te gaan: Druk het aantal keer op de knop op het noodpaneeltje wat overeenkomt met het eerste cijfer van de PIN code. Een snel LED signaal zal iedere indruk bevestigen. Een langer signaal geeft de juistheid aan van het cijfer. Herhaal de handeling voor de volgende drie cijfers van de PIN code. Het systeem zal uitschakelen wanneer het laatste cijfer is ingedrukt.
8 - INDIVIDUELE PIN CODE NDIVIDUELE PIN CODE Het is belangrijk een eigen PIN code in te voeren. Het systeem wordt afgeleverd met de code 1111 (fabriekscode) en dient vervangen te worden door een vier-cijferige code, het cijfer “0” uitgezonderd. Om deze code eenvoudig te onthouden kan men een cijfercode nemen die men meer gebruikt (GSM, Credit Card, etc). Schakel het systeem uit en ga als volgt te werk: • Open een deur. • Draai de contactsleutel op “AAN”.
9 - Storing zoeken Het alarm gaat af zonder direct aanwijsbare reden Het alarm schakelt niet in of uit Wanneer u het systeem uitschakelt zal de LED een aantal knippercodes weergeven overeenkomstig de oorzaak van alarm (zie hfdst.6. pag.18) Originele handzender werkt niet (afstandsbediende centrale vergrendeling werkt niet). raadpleeg het instructie boekje van de auto.
Cher client, nous vous remercions tout d’abord d’avoir choisi ce produit ; il s’agit d’un système d’alarme caractérisé par une technologie de pointe répondant aux exigences des maisons automobiles et conforme aux directives communautaires. Après l’installation du système, vous avez reçu le manuel d’utilisation qui contient aussi la déclaration de conformité du produit et le certificat d’installation.
1 - INTRODUCTION Ce système d’alarme antivol est contrôlé par la radiocommande originale de la voiture. La protection totale de votre voiture est assurée par: MOD. PROTECTION ANTI-DEMARRAGE PROTECTION VOLUMETRIQUE PROTECTION PERIMETRIQUE PROTECTION CONTRE LA COUPE DES CABLES AB3868 AB3863 AB3861 1.1 - Code personnel PIN Chaque système d’alarme de la série 3000 possède un code PIN qui doit être utilisé pour désactiver l’alarme en cas d’urgence.
2 - LES COMPLEMENTS DE PROTECTION Pour augmenter le niveau de protection de votre voiture, le système que vous venez d’acheter peut être complété avec les modules suivants : 5452: Module détecteur de déplacement Le système d’alarme étant activé, un détecteur spécial de déplacement protège le véhicule en cas de tentative de remorquage ou de soulèvement, empêchant ainsi les vols d’accessoires de valeur, telles par exemple les jantes en alliage.
3.1 - Activation • Appuyez sur le bouton de la radiocommande originale pour verrouiller les portes. • Les indicateurs de direction clignotent. • Le buzzer, s’il est activé, déclenche deux signaux sonores. • Les protections s’activent au bout de 40 s.. • L’indicateur à LED s’allume pendant 40 s. et puis il clignote. Pendant cette phase le clignotant d’alarme de la voiture doit être éteint. S’il est allumé, le système d’alarme pourrait ne pas s’activer/ désactiver. 3.
4 - LES FONCTIONS DE BASE 4.1 - Avant-propos Les caractéristiques de fonctionnement de ce système peuvent être personnalisées par l’installateur qui devra indiquer sur ce manuel celles qui ont été activées. La programmation standard de fabrique est indiquée par le carré foncé. 4.5 - Activation automatique du système 4.2 - Buzzer Activée Désactivée Indique par un signal sonore l’activation ou la désactivation du système d’alarme. 4.
5 - LES FONCTIONS AVANCEES 5.1 - Antidistraction dispositif d’immobilisation Activée Désactivée Suite à la désactivation du système d’alarme obtenue au moyen de la radiocommande, commence le comptage d’un retard de 4 min. pendant lesquelles le dispositif d’immobilisation s’active de nouveau si vous n’établissez pas le contact. 5.
6 - MEMOIRE D’ALARME Dès sa désactivation, le système informe qu’une alarme est intervenue par quatre signaux des indicateurs de direction et du buzzer. Prêtez attention aux indications de la LED qui seront disponibles tant que le système ne sera activé ou que le contact ne sera établi. Les différentes signalisations identifient les causes de l’alarme.
7 - PROCEDURE DE SECOURS Appuyez un nombre de fois correspondant au premier chiffre de votre code PIN. pause Clignotement long Introduction du chiffre suivant du CODE PIN OK PIN CODE ALARME DESACTIVEE 19 Pour désactiver le système sans utiliser la radiocommande, procédez de la manière suivante: appuyez sur le bouton qui se trouve sur le panneau de secours un nombre de fois correspondant au premier chiffre de votre code PIN. A chaque pression de la touche correspond un clignotement rapide de la LED.
8 - PERSONNALISATION DU CODE PIN PERSONNALISATION DU CODE PIN Il est très important d’effectuer la personnalisation du code PIN et donc de changer le code standard 1111. Vous pouvez programmer votre système avec le code PIN que vous préférez, à condition qu’il soit formé de quatre chiffres et qu’il ne contienne aucun «0» (zéro). Pour vous en souvenir plus facilement, choisissez un numéro que vous utilisez déjà (téléphone portable, carte de crédit, etc.).
9 - RECHERCHE DES PANNES Une alarme injustifiée s'est produite Solution A Solution B Au moment de la dèsactivation, l'indicateur à LED signale par une série de clignotements la cause de l'alarme (chapitre 6 page 20). Si l'alarme a été provoquée par le détecteur à ultrasons, vérifiez que les vitres, le toit ouvrant et les diffuseurs de l'air sont fermés et qu'il n'y a pas d'objets en mouvement à l'intérieur de la voiture. Si le problème persiste, adressez-vous à votre installateur de confiance.
INSTALATIE CERTIFICAAT CERTIFICAT D’INSTALLATION Ik , ondergetekende, professioneel installateur, verklaart hierbij dat de installatie van het alarmsysteem zoals hieronder beschreven door mij is uitgevoerd volgens de montage instructie welke door de fabrikant van het systeem is aangeleverd. Je soussigné, installateur, certifie avoir fait personnellement l'installation du dispositif d'alarme du véhicule ci-décrit, conformément aux instructions du constructeur.
DECLARATION OF CONFORMITY We DELTA ELETTRONICA S.p.
De producent is niet aansprakelijk voor verwondingen aan personen of schade aan zaken en/ of aan elektrische apparatuur van de auto te wijten aan ondeugdelijke montage. Het systeem dient alleen beschouwd te worden als afschrikmiddel bij pogingen tot diefstal. La société décline toute responsabilité dans le cas de problèmes et de défauts du système d’alarme et/ou de l’installation électrique de la voiture provoqués par un montage erroné et/ou par la nonobservation des caractéristiques techniques indiquées.