Operation Manual

26
5. Controle en onderhoud
5.1 Onderhoud
Controleer regelmatig de watertoevoer en wateruitlaat. Er moet altijd water door het systeem lopen
en lucht in het systeem moet voorkomen worden, dit kan de prestaties en de betrouwbaarheid van
de warmtepomp beïnvloeden. Maak de waterfilter regelmatig schoon om te voorkomen dat de
warmtepomp beschadigt door een vuile of verstopte filter.
Zorg dat het gebied rond de warmtepomp droog, schoon en geventileerd is. Maak de
warmtewisselaar regelmatig schoon zodat deze goed blijft werken en om energie te besparen.
Alleen een gekwalificeerde technicus mag de druk van het koelingssysteem controleren en
aanpassen.
Controleer de stroomtoevoer en de snoeren regelmatig. Mocht de warmtepomp abnormaal gaan
functioneren, schakel deze onmiddellijk uit en neem contact op met een gekwalificeerde technicus.
Laat in de winter al het water uit de warmtepomp en het watersysteem lopen om bevriezing van de
pomp en het systeem tegen te gaan.
Laat al het water via de onderkant uit de warmtepomp lopen als deze lange tijd niet gebruikt gaat
worden. U dient de apparaten grondig te controleren en het systeem volledig met water te vullen,
voordat u de warmtepomp weer inschakelt.
5.2 Probleemoplossing
Onjuiste installatie kan resulteren in een elektrische schok, wat kan leiden tot ernstige of dodelijke
verwondingen bij gebruikers van het zwembad, installateurs en anderen, of materiële schade. Voer NOOIT
zelf interne aanpassingen in de warmtepomp uit.
WAARSCHUWING:
1. Houdt handen en haar uit de buurt van de ventilatorbladen om letsel te voorkomen.
2. Wanneer u niet bekend bent met uw zwembadfiltersysteem en warmtepomp:
a. Voer GEEN onderhoud of aanpassingen uit zonder eerst de leverancier of een
zwembadtechnicus te raadplegen.
b. Lees de volledige “Installatie & Gebruikershandleiding” door voordat u probeert de
warmtepomp te gebruiken, onderhouden of aanpassen.
Let op: Schakel de stroomtoevoer naar de warmtepomp uit voor onderhoud of reparatie.