2580754 NL 1502 HANDLEIDING Adiabatisch luchtbevochtigingsysteem Condair DL Humidification and Evaporative Cooling
Hartelijk bedankt dat u Condair heeft gekozen Installatiedatum (DD/MM/YYYY): Inbedrijfnamedatum (DD/MM/YYYY): Locatie: Model: Serienummer: Producent Condair Ltd. Talstrasse 35-37, CH-8808 Pfäffikon Ph. +41 55 416 61 11, Fax +41 55 416 62 62 info@condair.com, www.condair.com Eigendomsrechten Dit document en de daarin aanwezige informatie zijn eigendom van Condair AG.
Inhoud 1 1.1 1.2 Introductie Helemaal aan het begin! Opmerkingen over de handleiding 5 5 5 2 Voor uw veiligheid 7 3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 Overzicht producten Overzicht modellen Benaming van het model / Welk model heeft u Constructie van het luchtbevochtigingssysteem Condair DL Functiebeschrijving Hydraulisch diagram Overzicht systeem Condair DL Overzicht bevochtigings-unit Condair DL Overzicht besturingsunit Condair DL Overzicht centrale unit Condair DL 9 9 9 11 12 15 16 17 18 19 4 4.
5.5 5.5.1 5.5.2 5.5.2.1 5.5.2.2 5.5.2.3 5.6 5.6.1 5.6.2 Functies voor onderhoud Submenu oproepen “Service” Onderhoudsfuncties uitvoeren – Submenu “Service” Diagnosefuncties in het submenu “Input Diagnostics” Diagnosefuncties in het submenu “Output Diagnostics” Relaisdiagnose in het submenu “Relay Diagnostics” Beheerdersfuncties Submenu oproepen “Administrator” Wachtwoordbeveiliging in-/uitschakelen en software-update-functies submenu “Administrator” 39 39 39 41 43 43 44 44 6 6.1 6.2 6.2.1 6.2.2 6.3 6.
1 Introductie 1.1 Helemaal aan het begin! Hartelijk bedankt dat u het adiabatische luchtbevochtigingssysteem Condair DL heeft gekozen. Het luchtbevochtigingssysteem Condair DL is gebouwd volgens de huidige stand der techniek en de erkende veiligheidstechnische regels. Er kunnen echter door onvakkundige bediening van het luchtbevochtigingssysteem Condair DL gevaren voor de gebruiker en/of derden ontstaan en/of waardevol materiaal worden beschadigd.
Gebruikte symbolen Opgelet! Het signaalwoord “OPGELET” samen met het gevaarsymbool in de cirkel beschrijven instructies in deze handleiding die bij niet-navolging een beschadiging en/of storing van het apparaat of ander materiaal tot gevolg kunnen hebben. WAARSCHUWING! Het signaalwoord “Warning” samen met het algemene gevaarsymbool beschrijven veiligheidsinstructies in deze handleiding die bij niet-navolging verwondingen van personen tot gevolg kunnen hebben.
2 Voor uw veiligheid Algemeen Iedere persoon die met het luchtbevochtigingssysteem Condair DL werkt, moet deze handleiding vóór begin van het werk met het apparaat hebben gelezen en begrepen. Kennis van de inhoud van de handleiding is een basisvoorwaarde om het personeel tegen gevaren te beschermen, foute bediening te voorkomen en zo met het luchtbevochtigingssysteem Condair DL veilig en vakkundig te werken.
Gevaren die van het adiabatische luchtbevochtigingssysteem Condair DL kunnen uitgaan GEVAAR! Elektrische schok De besturingsunit van het adiabatische luchtbevochtigingssysteem Condair DL werkt met netspanning. Bij geopende besturingsunit kunnen onderdelen die onder stroom staan worden aangeraakt. Het aanraken van onder stroom staande onderdelen kan tot ernstige verwondingen of zelfs tot de dood leiden.
3 Overzicht producten 3.1 Overzicht modellen Het luchtbevochtigingssysteem Condair DL is leverbaar in twee basismodellen type A (met boosterpomp) en type B (zonder boosterpomp) voor verschillende afmetingen van de kanalen. Condair DL . Type A (met boosterpomp) Type B (zonder boosterpomp) Binnenbreedte van het kanaal “W” [mm] 450 ... 4200 ** Binnenhoogte van het kanaal “H” 450 ...4000 ** Bevochtigingscapaciteit [l/h] [mm] 2 ...1000 ** 2 ...
Type code Voorbeeld: Condair DL A 1800 2000 100 R 7 75 0 5 21 Apparatenreeks Type: A: Standaarduitvoering met boosterpomp B: Uitvoering zonder boosterpomp Monoblok/kanaal binnenbreedte in mm Monoblok/kanaal min.
3.
3.4 Functiebeschrijving Van de omgekeerde osmose-installatie komt het demi-water (ook DI-water of permeaat genoemd) via een afsluitventiel (18, taak van de klant) en een waterfilter (19, taak van de klant) naar de centrale unit (17).
Trappen 1 tot 7 (met boosterpomp) 3 1 1 0 4 0 0 1 5 1 0 1 6 0 1 1 7 1 1 1 Y5 (1/15) Y6 (2/15) Y7 (4/15) Y8 (8/15) 100 Regelsignaal [%] Regelsignaal [%] 0 1 2 Y5 (1/7) 0 1 0 Y6 (2/7) 0 0 1 Y7 (4/7) 0 0 0 Trappen 1 tot 15 (met boosterpomp) 0 0 Beoogde prestatie [%] 0 0 0 0 0 1 1 0 0 0 2 0 1 0 0 3 1 1 0 0 4 0 0 1 0 5 1 0 1 0 6 0 1 1 0 7 1 1 1 0 8 0 0 0 1 9 1 0 0 1 10 11 12 13 14 0 1 0 1 0 1 1 0 0 1 0 0 1 1 1 1 1 1 1 1 15 1 1 1 1 100 0 100 0 100 Beoogde prestatie [%] Afb.
Hygiënefunctie/Spoeling Om te voorkomen dat water blijft staan, wordt iedere sproeileiding die niet actief is automatisch via het bijbehorende sproeiventiel geleegd (de sproeiventielen zijn in stroomloze toestand verbonden met de afvoer). Als de geleidbaarheid in de toevoerleiding te hoog is of het bevochtigingssysteem langer dan 23 uur geen vraag ontvangt, gaat het spoelventiel Y10 open en de demi-watertoevoer en de leidingen in de centrale unit worden een bepaalde tijd gespoeld met vers demi-water.
3.
3.6 Overzicht systeem Condair DL 12 13 .3 min m 1 2 11 10 3 4 6 5 7 8 9 1 2 3 4 5 6 7 Netschakelaar stroomvoorziening Besturingsunit Centrale unit Aansluiting watertoevoer (stekkerverbinding ø10/12 mm of G 1/2" buitendraad) Testkraan afvlambaar (aanbevolen, taak van de klant) Waterfilter (aanbevolen, taak van de klant) Afsluitventiel watertoevoer (verplicht, taak van de klant) Afb.
3.7 Overzicht bevochtigings-unit Condair DL 3 4 5 2 6 3 7 1 8 1 2 3 4 Draagconstructie verstuiverunit Verstuivers Zijwaartse afdekplaten Bovenste afdekplaten 5 6 7 8 Draagconstructie naverdampingsunit Keramische platen Afsluitrubber kanaalbodem Gaten in de wand voor sproeileidingen (ø 8/10 mm) Afb.
3.8 Overzicht besturingsunit Condair DL 4 5 6 7 8 3 9 2 1 10 11 13 12 14 15 1 2 3 4 5 6 7 8 Frequentie-omzetter Lekkagebewaking (optie) Bedrijfs- en storingsmeldingsprint op afstand Besturingsprint Printplaat zilverionisatie Printplaat voor bewaking van de richtwaarden BMS-printplaat voor interfaces (optie LonWorks of BACnet) Geheugenkaart 9 10 11 12 13 14 15 Afb.
3.
4 Gebruik Het adiabatische luchtbevochtigingssysteem Condair DL mag uitsluitend in bedrijf worden genomen door personen die goed met het luchtbevochtigingssysteem Condair DL bekend zijn en voor dit werk voldoende gekwalificeerd. De betreffende kwalificatie van het personeel is de verantwoordelijkheid van het management. 4.
4.
4.3 Herstarten na onderbreking Hieronder is beschreven hoe een herstart na een onderbreking (bijv. na een onderhoudsbeurt) moet worden aangepakt. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de eerste inbedrijfstelling door de onderhoudstechnicus van uw Condair-partner correct werd uitgevoerd en het systeem correct werd geconfigureerd. Om het adiabatische luchtbevochtigingssysteem Condair DL in bedrijf te nemen, gaat u als volgt te werk: 1. Systeemcomponenten en installaties controleren op beschadigingen.
Het adiabatische luchtbevochtigingssysteem Condair DL bevindt zich vervolgens in de regulaire bedrijfsmodus en de standaard bedrijfsstatus wordt weergegeven. Opmerking: Meer informatie over de bediening van de besturingssoftware vindt u in hoofdstuk 5 – Werken met de Condair DL besturingssoftware. 4.4 Opmerkingen over het functioneren 4.4.1 Belangrijke opmerkingen over het functioneren 4.4.2 – Vanwege de hygiëne wordt in de stand-bystand één keer per 23 uur het spoelventiel ca.
4.4.4 Handmatige spoeling uitvoeren Opmerking: Bij een actieve foutmelding kan geen handmatige spoeling worden uitgevoerd. Om een handmatige spoeling van het watersysteem uit te voeren, gaat u als volgt te werk: 1. Druk in de standaard bedrijfsweergave op de knop . Het submenu “Manual” verschijnt. 2. Druk in het submenu “Manual” op de knop . Het bevestigingsvenster verschijnt. 3. Druk op de knop , om de spoeling te starten. Een eventueel lopend bevochtigingsproces wordt onderbroken.
4.4.5 Drukvermindering Opmerking: De druk kan ook bij een actieve foutmelding worden verminderd. Om de druk in het watersysteem van de centrale unit te verminderen, gaat u te werk als volgt: 1. Sluit de afsluitkraan in de demi-watertoevoerleiding naar de centrale unit. 2. Druk in de standaard bedrijfsweergave op de knop . Het submenu “Manual” verschijnt. 3. Druk in het submenu “Manual” op de knop . Het bevestigingsvenster verschijnt. 4.
Belangrijke opmerkingen bij langere tijden van buiten bedrijf Belangrijk! Vanwege de hygiëne adviseren wij in periodes zonder vochtvraag de besturingsunit en het voedende omgekeerde-osmose-systeem ingeschakeld te laten en alleen de bevochtigingsfunctie via de schakelaar uit te schakelen. Daardoor wordt het systeem ook verder regelmatig gespoeld en er ontstaat geen bacteriënconcentratie.
5 Werken met de Condair DL besturingssoftware 5.1 Standaard bedrijfsweergave Na de inbedrijfstelling van het systeem en het automatische proefdraaien bevindt zich het systeem in de regulaire bedrijfsstatus en de standaard bedrijfsweergave wordt weergegeven. Opmerking: De weergave van de standaard bedrijfsweergave is afhankelijk van de actuele bedrijfsstatus en de configuratie van de regeling van het systeem en kan van onderstaand voorbeeld afwijken.
5.1.1 Weergave bedrijfsstatus De volgende bedrijfsstatussen kunnen worden weergegeven: Weergave bedrijfsstatus Beschrijving De besturing wordt geïnitialiseerd. Het bevochtigingssysteem is gespoeld en gereed om bij een vochtvraag direct te bevochten. Het bevochtigingssysteem had langer dan 60 minuten geen vochtvraag meer. Het watersysteem wordt voor de volgende bevochtiging eerst automatisch 300 seconden lang gespoeld. Het watersysteem wordt gespoeld. Het bevochtigingssysteem bevochtigt.
5.1.2 Weergave over onderhoud en storingen De volgende weergaven over onderhoud en storingen kunnen tijdens bedrijf verschijnen: Weergave bedrijfsstatus Beschrijving Geen storing Door te drukken op het weergaveveld wordt het weergaveniveau van het servicemenu opgeroepen. Deze melding verschijnt na het inschakelen als de besturingsunit langer dan 48 uur niet aan de stroomvoorziening was aangesloten. Het bevochtigingssysteem wordt nu 5 minuten geblokkeerd.
5.2 Navigatie/bediening van de Condair DL-besturingsoftware Navigatie-element Actie Oproep hoofdmenu Oproep informatie weergeven Handmatige spoeling/drukvermindering uitvoeren Oproep hulp Als u in een veld met een blauw pijlsymbool drukt, verschijnt meestal een nieuw venster met extra informatie of instellingen Dit symbool links in het veld voor de bedrijfsstatus en in het veld voor de weergave van onderhoud en storingen geeft aan dat alles in orde is.
5.3 Informatie functies 5.3.1 Supportinformatie vragen Druk in de standaard bedrijfsweergave op de knop . Het venster met informatie over technische ondersteuning verschijnt. 5.3.2 Bedrijfsstatus vragen Druk in de standaard bedrijfsweergave op de knop . De pagina met de systeeminformatie verschijnt. Met de pijltoetsen kunt u op de pagina met de systeeminformatie naar boven en naar beneden bladeren en de verschillende bedrijfsgegevens bekijken.
Operating Data 32 – Conductivity: Actuele geleidbaarheid van het ingangswater in µS/cm. – Lower Limit: Ingestelde grenswaarde voor de geleidbaarheid in µS/cm. – AgIon Current: Actuele stroom van de zilverionisatie in mA. – Target AgIon Current: Ingestelde beoogde waarde van stroom voor de zilver-ionisatie in mA. – Capacity: Actuele prestatie van het bevochtigingssysteem in kg/h. – Max. Capacity: Maximale prestatie van het systeem in kg/h.
– Y6: Actuele bedrijfsstatus van het sproeiventiel “Y6”. – Y7: Actuele bedrijfsstatus van het sproeiventiel “Y7”. – Y8: Actuele bedrijfsstatus van het sproeiventiel “Y8”. – Y9: Actuele bedrijfsstatus van het sproeiventiel “Y9” (dubbele stap met "Y7 of "Y8". – Y10: Actuele bedrijfsstatus van het sproeiventiel (stroomloos open). – Y11: geen functie – Humidifier Model: Benaming van het type bevochtiger.
5.4 Configuratie 5.4.1 Submenu's oproepen “Configuration” Wachtwoord: 8808 5.4.2 Systeemfuncties activeren/deactiveren en configureren – submenu “Function” In het submenu “Function” kunt u functies van apparaten activeren/deactiveren en configureren. Drain Timer 34 – Function: Met deze instelling kunt u de klokgestuurde spoeling van het watersysteem activeren (“On”) en deactiveren (“Off”).
5.4.3 Instellingen vochtregeling – Submenu “Control Settings” In het submenu “Control Settings” bepaalt u de instellingen voor de regeling van het bevochtigingssysteem Condair DL. De te selecteren instelparameters zijn afhankelijk van de gekozen signaalbron en de gekozen besturingsmodus. Basic – Source: Met deze instelling bepaalt u of het regelsignaal van een analoge bron “Analog” (vochtvoeler, vraagsignaal van een externe vochtregelaar) of van een modbus-signaal “Modbus” uit moet gaan.
– Setpoint: Met deze instelling bepaalt u de beoogde waarde van het vocht voor de interne P/PI-regelaar in %rF. Opmerking: Dit menu-item verschijnt alleen als de interne P- of PI-regelaar is geactiveerd. Fabrieksinstelling: Keuze: – P-Band Channel 1: Met deze instelling bepaalt u het proportionele gebied voor de interne P- of PI-regelaar in %rF. Opmerking: Dit menu-item verschijnt alleen als de interne P- of PI-regelaar is geactiveerd. Fabrieksinstelling: Keuze: – 15 %rF 6 ...
– Contrast: Met deze instelling bepaalt u de gewenste waarde voor het contrast van de weergave. Fabrieksinstelling: Keuze: – 8 1 (weinig contrast) ... 31 (veel contrast) Brightness: Met deze instelling bepaalt u de gewenste waarde voor de helderheid van de weergave. Fabrieksinstelling: Keuze: 52 1 (donker) ... 100 (wit) Time/Date – Date Format: Met deze instelling bepaalt u het gewenste datumformaat.
– Baud Rate: Met deze instelling bepaalt u de baudrate voor de gegevenstransmissie. Fabrieksinstelling: Keuze: – 9600 9600, 19200, 39400, 115200 BMS Timeout: Met deze instelling bepaalt u de time-out-tijd voor de gegevenstransmissie. Fabrieksinstelling: Instelbereik: 300 seconden 0 ...
5.5 Functies voor onderhoud 5.5.1 Submenu oproepen “Service” Wachtwoord: 8808 5.5.2 Onderhoudsfuncties uitvoeren – Submenu “Service” In het submenu “Service” kunt u de activeringscode invullen, de fouten- en onderhoudsgeschiedenis opvragen en terugzetten en verschillende diagnose-functies toepassen. General Service – Activation Code: Opmerking: Dit menu-item verschijnt alleen als bij het inschakelen de activatie-melding wordt weergegeven.
General Service – Commissioning Reset: Met de functie “Commissioning Reset” kunt u de melding “Commissioning” terugzetten die verschijnt als de besturingsunit langer dan 48 uur zonder stroom was. Na drukken op het keuzeveld verschijnt een bevestigingsdialoog waarin u het terugzetten nogmaals moet bevestigen. Opmerking: De besturingsunit moet daarna minstens 15 minuten met de stroomvoorziening zijn verbonden. Zo niet, dan verschijnt de melding “Commissioning” bij de volgende herstart opnieuw.
Diagnostics – Input Diagnostics: Met de functie “Input Diagnostics” roept u het submenu “Input Diagnostics” op waarmee u verschillende inputwaarden kunt opvragen die door het systeem worden gebruikt voor de besturing. Gedetailleerde informatie over de diverse diagnosefuncties van de input vindt u in hoofdstuk 5.5.2.1 – Diagnosefuncties in het submenu “Input Diagnostics”.
Hydraulic – FU Error: Actuele status van het foutenrelais aan de frequentie-omzetter (“Off”= frequentie-omzetter uitgeschakeld of er een fout is opgetreden, “On”= frequentie-omzetter is ingeschakeld en er is geen fout opgetreden) – CS1: Actuele status van het externe spoelcontact (contact K2 op het elektrische schema) van de optionele persluchtspoeling (“Off”= extern spoelcontact open, “On”= extern spoelcontact gesloten).
Hygiene&Safety 5.5.2.2 – 24V External Supply: Actuele spanning van de externe 24 V-voeding. – 10V External Supply: Actuele spanning van de externe 10 V-voeding. – 5V Peripheral Supply: Actuele spanning van de externe 5 V-voeding.
5.6 Beheerdersfuncties 5.6.1 Submenu oproepen “Administrator” Wachtwoord: 8808 5.6.2 Wachtwoordbeveiliging in-/uitschakelen en software-update-functies submenu “Administrator” In het submenu “Administrator” kunt u het invullen van het wachtwoord voor het hoofdmenu en de beoogde waarde activeren en deactiveren. Ook kunt u de software voor opties en software-update via een USB-stick aan de USB-interface laden.
Software Settings – Enable Added Option: geen functie – Software Update: Met de functie “Software Update” kunt u de besturingssoftware actualiseren (zie hoofdstuk 6.8 – Software actualiseren). Opmerking: Om de besturingssoftware te actualiseren, moet aan de USBaansluiting op de driverprint een USB-stick met een geldige software-update zijn aangesloten (actualisatie-bestanden moeten zich op het bovenste niveau buiten een map bevinden).
6 Onderhoud en vervanging van componenten 6.1 Belangrijke opmerkingen over onderhoud Kwalificatie van het personeel Alle onderhoudswerkzaamheden mogen uitsluitend door voldoende gekwalificeerd en door het management geautoriseerd personeel worden uitgevoerd. De controle op de kwalificatie is taak van het management. Algemeen De instructies en informatie over onderhoudswerkzaamheden moeten heel zorgvuldig worden gelezen en nagevolgd.
GEVAAR! Gevaar voor de gezondheid door onvoldoende hygiëne Onvakkundig bediende of slecht onderhouden adiabatische luchtbevochtigingssystemen kunnen een gevaar zijn voor de gezondheid. Bij een onvakkundige bediening of onvoldoende onderhoud kunnen zich in het watersysteem en in de omgeving van de bevochtiger van het luchtbevochtigingssysteem bacteriën vermenigvuldigen en zich in de omgevingslucht verspreiden.
6.2.1 Periodieke controle De periodieke controle moet maandelijks worden uitgevoerd en omvat de volgende werkzaamheden: Benaming Uit te voeren werkzaamheden Sproeisysteem – – Naverdampingsunit – Keramische platen controleren op breuken. Beschadigde platen moeten worden vervangen (zie compleet onderhoud). Opmerking: Een grijze verkleuring van de keramische platen is normaal. Het gaat hier om aanslag van de zilver-ionisatie. Centrale unit – Zilver-ionisatie: Instructies in hoofdstuk 6.
6.2.2 Compleet systeemonderhoud De frequentie waarin een compleet systeemonderhoud moet worden uitgevoerd, moet worden aangepast aan de bedrijfsomstandigheden.
Benaming Uit te voeren werkzaamheden Centrale unit – – – Behuizing van de bevochtiger/ waterreservoir – – Waterreservoir achter de naverdampingsunit controleren op restwater. Is er veel restwater aanwezig, dan moet de waterafvoer en de naverdampingsunit worden gecontroleerd. Opmerking: Waterdruppels en kleine waterplasjes in het waterreservoir achter de naverdampingsunit zijn meestal veroorzaakt door het systeem.
6.3 Instructies voor de reiniging en de reinigingsmiddelen Voor de reiniging van ieder systeemcomponent van de Condair DL en het daarvoor te gebruiken reinigingsmiddel is een aparte reinigings-handleiding beschikbaar. Condair AG adviseert het gebruik van “Condair Clean” als reinigingsmiddel. Neemt u hiervoor contact op met uw Condair-partner. De toepassingsvoorschriften en veiligheidsinstructies van de producent van de gebruikte reinigingsmiddelen moeten goed worden gelezen en in acht worden genomen.
6.4 Installeren en verwijderen van de componenten 6.4.1 Installeren en verwijderen van de keramische platen Verwijderen van de keramische platen Start demontage Afb. 11: Verwijderen van de keramische platen Om de keramische platen te verwijderen, gaat u te werk als volgt: 1. Bovenste afdichtplaten verwijderen. 2. Begin boven rechts de keramische platen van rechts naar links te verwijderen. Belangrijk: Positie van de keramische platen vóór de verwijdering markeren voor het later correct terugplaatsen.
Plaatsen van de keramische platen Start montage Afb. 12: Plaatsen van de keramische platen Controleer vóór het plaatsen alle keramische platen op beschadigingen. Beschadigde keramische platen mogen niet meer gebruikt worden. De keramische platen worden in de omgekeerde volgorde weer teruggeplaatst (zie ook het punt “Keramische platen installeren” in de montagehandleiding).
6.4.2 Monteren en demonteren van de verstuivers A C B A Afb. 13: Monteren en demonteren van de verstuivers Demonteren van de verstuivers 1. Verstuiver “A” met de hand losmaken en samen met o-ring “B” er uitnemen. Opmerking: Noteer vóór het uitnemen de positie en de kleurmarkering van de verstuiver. 2. Indien nodig neemt u de verstuiver uit elkaar volgens de afbeelding. Montage van de verstuivers 1. Verstuiver en o-ringen “B” en “C” voor het monteren controleren op beschadigingen.
6.4.3 Installeren en verwijderen van de verstuiverhouder D B A Afb. 14: Installeren en verwijderen van de verstuiverhouder Verwijderen van de verstuiverhouder 1. Verstuiver “A” met o-ring “B” zoals in Hoofdstuk 6.4.2 beschreven er uitnemen. 2. Gekleurde ring "D" uit de verstuiverhouder nemen. 3. Slang(en) naar de verstuiverhouder verwijderen (klemring tegen aansluitnippel drukken en slang(en) er voorzichtig uittrekken). 4.
6.5 Zilverionisatiepatroon “Hygieneplus” vervangen Als de patroon van de zilverionisatie moet worden vervangen, verschijnt in de standaard bedrijfsweergave in het onderhoud- en storingsweergaveveld een desbetreffende onderhoudsmelding. Bovendien wordt via het relais "Service" op de bedrijfs- en storingsmeldeprint op afstand een dringend verzoek om onderhoud weergegeven.
6.6 Vervangen van de optionele steriele filter en ontluchten van de filterbehuizing De steriele filter vervangen Als de fout “E66” wordt weergegeven of voor de inbedrijfstelling voor ieder nieuw bevochtigingsseizoen, moet de patroon van de steriele filter worden vervangen. 1. Het adiabatische luchtbevochtigingssysteem Condair DL, zoals in hoofdstuk 4.5 – Buiten bedrijf stellen beschreven, buiten bedrijf stellen en de druk in het watersysteem verminderen. 2.
6.7 Onderhoudsteller terugzetten Als het systeemonderhoud werd uitgevoerd of de zilver-ionisatie-patroon werd vervangen, moet de betreffende onderhoudsmelding en/of de betreffende onderhoudsteller worden teruggezet. Ga als volgt te werk: 1. Selecteer in het submenu “Service” de betreffende terugzetfunctie (“System Service Reset” of “Ag Reset”) Wachtwoord: 8808 2. Er verschijnt een terugzetdialoog: 58 • Druk om de betreffende onderhoudsteller (“System Service Reset” of “Ag Reset”) terug te zetten.
6.8 Software actualiseren Om de software van de besturingsunit of een printplaat (driverprint, zilver-ionisatie-printplaat enz.) te actualiseren, gaat u te werk als volgt: 1. Stroomvoorziening naar de besturingsunit via de netschakelaar uitschakelen en de netschakelaar in de uit-positie beveiligen tegen onbedoeld inschakelen. 2. Het frontpaneel van de besturingsunit ontgrendelen en het frontpaneel verwijderen. 3.
7 Storingen opheffen 7.1 Storingsmeldingen Storingen die door de besturingsunit worden opgespoord, worden door een betreffende waarschuwing (functioneren nog mogelijk) of foutmelding (functioneren is beperkt of niet meer mogelijk) weergegeven in het veld voor onderhoud en storingen van de standaard bedrijfsweergave. Waarschuwing Korte storingen tijdens bedrijf (bijv.
7.2 Storingslijst De meeste storingen wordt niet veroorzaakt door defecte apparatuur maar door incorrect uitgevoerde installaties of door het negeren van de ontwerprichtlijnen. Bij het zoeken naar mogelijke oorzaken voor de storing moet daarom ook het systeem worden gecontroleerd (bijv. slangenverbindingen, vochtregeling enz.).
Code 62 Message Waarschuwing ––– Fouten E50 Commissioning ––– E51 Level Disinf.Pump ––– E54 Leak Sensor ––– E55 Ag-Ion Service ––– E57 Activation ––– E58 Pr.Sens.Inlet ––– E59 Sensor NozzPress Storingen opheffen Informatie Mogelijke oorzaken Hulp De melding verschijnt bij de herstart als het systeem of de besturingsunit langer dan 48 uur zonder stroom was. Het systeem blijft nu 5 minuten geblokkeerd en start dan automatisch met een spoelcyclus.
Code Waarschuwing ––– Message Fouten E62 Informatie Mogelijke oorzaken Nozzle Pressure ––– E63 AgIon Broken ––– E64 AgIon Shortcut ––– E65 AgIon Test ––– E66 Sterile filter ––– E67 No pressure ––– E70 Conduct. Sensor ––– E71 Limite Permeate Sproeidruk is te hoog! Verkeerd type verstuiver gemonteerd. Verstuivers verstopt. Max. sproeidruk te hoog ingesteld. Hulp Correcte verstuivers monteren. Verstuivers reinigen/vervangen. Neem contact op met uw Condairpartner.
Code 64 Message Waarschuwing ––– Fouten E72 Condu Permeate ––– E74 Keep Alive E80 USB Logger ––– E82 Driver Missing ––– E84 Driver defective ––– E85 Driver ID wrong ––– E86 Driver Incompatible ––– E87 Local 24VSupply ––– E88 Local 5V Supply ––– E89 Local Ref Supply ––– E91 Pressure Instable Storingen opheffen Informatie Mogelijke oorzaken Hulp Geleidbaarheid van het water in het omgekeerde osmosesysteem ligt boven de maximale grenswaarde, bevochtiging gestopt! Omgekeerd
Code Message Waarschuwing ––– Fouten E93 FC Error ––– E94 FC Current ––– E96 Per. 5V Supply ––– E97 Ext. 24V Supply ––– E98 Ext. 10V Supply ––– E100 tot E107 DO Yx (e.g. DO Y5) ––– E110 DO Y10 ––– E111 Y4 ––– E113 Y3 Informatie Mogelijke oorzaken Hulp Beveiliging van de frequentie-omzetter is aangesproken. Frequentie-omzetter overbelast, te Neem contact op met uw Condairheet of te hoge stroomsterkte aange- partner. sproken.
7.3 Storingen zonder storingsmelding Hieronder zijn de storingen genoemd die zonder foutmeldingen kunnen optreden en informatie over oorzaak en aanwijzingen voor het opheffen van de storing. Storing Oorzaak Hulp Restwater in het deel van het kanaal in de omgeving het waterreservoir. Afdichtelementen niet correct gemonteerd of defect. Afdichtelementen correct monteren resp. vervangen. Keramische platen niet correct gemonteerd of keramische platen gebroken.
7.4 Lijsten van storings- en onderhoudsgebeurtenissen opslaan op een USB-stick De lijsten met de opgeslagen storings- en onderhoudsgebeurtenissen van de Condair DL kunnen voor een bericht en verdere analyse worden opgeslagen op een USB-stick. Ga als volgt te werk: 1. Stroomvoorziening naar de besturingsunit via de netschakelaar uitschakelen en de netschakelaar in de uit-positie beveiligen tegen onbedoeld inschakelen. 2. Het frontpaneel van de besturingsunit ontgrendelen en het frontpaneel verwijderen. 3.
7.6 Zekeringen en back-upbatterij in de besturingsunit vervangen Zekeringen en de back-upbatterij in de besturingsunit mogen uitsluitend door gekwalificeerd en geautoriseerd personeel (bijv. elektricien) worden vervangen. Gebruik als vervanging van de zekeringen in de besturingsunit uitsluitend exemplaren van het aangegeven type met de passende nominale stroomsterkte. Het gebruik van gerepareerde zekeringen of het kortsluiten van de zekeringhouder is niet toegestaan.
7.7 Foutweergave terugzetten Om de foutmelding (rood ledlampje brandt, weergave bedrijfsstatus toont “Stop”) terugzetten: 1. Besturingsunit via de schakelaar (onder aan het apparaat) of de netschakelaar uitschakelen. 2. 5 Seconden wachten en de besturingsunit weer inschakelen via de schakelaar of de netschakelaar. Opmerking: Werd de oorzaak van de storing niet opgeheven, verschijnt de foutmelding na korte tijd opnieuw.
8 Buiten bedrijf stelling/Afvalverwerking 8.1 Buiten bedrijf stelling Als het luchtbevochtigingssysteem Condair DL wordt vervangen of het luchtbevochtigingssysteem is niet meer nodig, gaat dan te werk als volgt: 1. Luchtbevochtigingssysteem Condair DL buiten bedrijf stellen, zoals in hoofdstuk 4.5 – Buiten bedrijf stellen beschreven. 2. Luchtbevochtigingssysteem Condair DL (en indien nodig alle overige systeemcomponenten) laten demonteren door een service-technicus. 8.
9 Producten 9.1 Technische informatie Condair DL Type A Type B (met boosterpomp) (zonder boosterpomp) Afmetingen/Gewicht Totale lengte in het monoblok/kanaal (minmax) 600 - 900 mm 1) Breedte monoblok/kanaal (min-max) 450 - 4200 mm 2) Hoogte monoblok/kanaal /min-max) 450 - 4000 mm 2) Afmetingen centrale unit HxBxD 800 x 500 x 250 mm Gewicht centrale unit ca. 50 kg Afmetingen besturingsunit HxBxD 450 x 315 x 190 mm Gewicht besturingsunit ca. 20 kg Gewicht naverdamper nat ca.
Interfaces Ethernet Ja USB Ja RS 485 Ja Lucht Drukverlies (2 m/s) ca. 40 Pa Max. luchtsnelheid 3 m/s (zonder booster), 4 m/s (met booster) Luchtfilter-kwaliteit voor bevochtiger-unit F7 (EU7) of beter Max. aanbevolen luchttemperatuur 60°C (voor bevochtigerunit) Water Aansluiting watertoevoer ø12 mm stekkerverbinding of G 1/2" buitendraad-adapter (bijgevoegd) Aansluiting waterafvoer ø10 mm slangenaansluiting (aan waterpomp in de centrale unit) Toelaatbare wateraansluitdruk Waterdruk 3...
10 Bijlage 10.
F3 1 2 3 M1 L1 L2 L3 PE M 3~ 1 2 3 Z Z U V W PE U1 Ferritkern: Litzen 2x door de boring van de ferritkern leiden Q S3 Veel lekstroom! 2x beschermingsgeleider aansluiten PE PE L N SF N L1 L N N L1 H PS4 Y3 PS5 Y4 PS2 P< Y1 S1 Y10 Centrale unit B6 B5 Geen externe spanning met K1 aanleggen! K1 X1 X2 X3 B7 K2 F2 (630 mAT) X17 B1 X12 X18 T1 X11 M2 B3 X10 X19 X4 X20 F1 (6.
Bijlage 75 PE U V W Analog Eingang X6 16 purpur 17 pink / braun 18 weiss / blau X5 14 grau/braun 14a weiss/pink 15 schwarz X4 6 weiss 7 braun 8 grün 9 gelb 10 grau 11 pink 12 blau 13 rot X3 1 braun/grün 1 weiss/gelb 2 grau/pink 2 rot/blau 2 weiss/grün 3 gelb/braun 4 weiss/grau Kabelfarben braun geschl. falls ok.
Aantekeningen
Aantekeningen
Aantekeningen
ADVIES, VERKOOP EN SERVICE: Nederland: Condair B.V. Gyroscoopweg 21, 1042 AC, Amsterdam Tel: +31 (0)20 705 8200 info@condair.nl - www.condair.nl België: Condair N.V. De Vunt 13 bus 5, 3220 Holsbeek Tel: +32 (0)225 71003 info@condair.be - www.condair.be Condair Ltd. Talstrasse 35-37, CH-8808 Pfäffikon Ph. +41 55 416 61 11, Fax +41 55 416 62 62 info@condair.com, www.condair.