2581513 NL 1509 GEBRUIKSAANWIJZING Stoomluchtbevochtiger Condair RS Humidification and Evaporative Cooling
Hartelijk dank dat u voor Condair hebt gekozen Installatiedatum (DD-MM-JJJJ): Inbedrijfstellingsdatum (DD-MM-JJJJ): Opstellingslocatie: Model: Serienummer: Fabrikant Condair AG Talstrasse 35-37, CH-8808 Pfäffikon Tel. +41 55 416 61 11, Fax +41 55 416 62 62 info@condair.com, www.condair.com Eigendomsrechten Dit document en de daarin opgenomen informatie zijn eigendom van Condair AG.
Inhoudsopgave 1 Inleiding 5 1.1 Voorwoord 5 1.2 Instructies voor deze gebruiksaanwijzing 5 2 Voor uw veiligheid 7 3 Productoverzicht 9 3.1 Opbouw van de stoomluchtbevochtiger Condair RS 9 3.2 Beschrijving van de werking 10 3.3 Systeemoverzicht Condair RS voor kanaalbevochtiging 11 3.4 Systeemoverzicht Condair RS voor directe ruimtebevochtiging 12 4 Bediening 13 4.1 Eerste inbedrijfstelling 13 4.2 Scherm- en bedieningselementen 13 4.
6 Onderhoud 49 6.1 Belangrijke instructies voor het onderhoud 49 6.2 Onderhoudsintervallen 50 6.3 Onderhoudslijst 51 6.4 6.4.1 6.4.2 6.4.3 6.4.4 6.4.5 6.4.6 6.4.7 6.4.
1 Inleiding 1.1 Voorwoord Hartelijk dank dat u voor de stoomluchtbevochtiger Condair RS hebt gekozen. De stoomluchtbevochtiger Condair RS is volgens de laatste stand van de techniek en conform erkende veiligheidstechnische voorschriften geconstrueerd. Desondanks kunnen bij ondeskundig gebruik van de stoomluchtbevochtiger Condair RS gevaren voor de gebruiker en/of derden ontstaan en/of kan er materiële schade ontstaan.
In deze gebruiksaanwijzing gebruikte symbolen OPGELET! Het signaalwoord "OPGELET" duidt in combinatie met het cirkelvormige gevarensymbool op de in deze gebruiksaanwijzing opgenomen instructies met betrekking tot veiligheid en gevaren die, indien ze niet in acht worden genomen, kunnen leiden tot beschadiging en/of een storing van het apparaat of andere voorwerpen.
2 Voor uw veiligheid Algemeen Eenieder die belast is met werkzaamheden aan de Condair RS, moet de gebruiksaanwijzing gelezen en begrepen hebben alvorens met de werkzaamheden aan het apparaat te beginnen. Kennis van de inhoud van de inhoud van de gebruiksaanwijzing is een basisvereiste voor het beschermen van het personeel tegen gevaar, het voorkomen van een onjuiste bediening en het aldus waarborgen van een veilige en oordeelkundige werking van de Condair RS.
Gevaren die aan het gebruik van de stoomluchtbevochtiger Condair RS verbonden kunnen zijn GEVAAR! Gevaar van elektrische schokken De Condair RS werkt met netspanning. Bij geopende apparaten kunnen stroomvoerende onderdelen blootliggen. Het aanraken van stroomvoerende onderdelen kan tot ernstig letsel of de dood leiden. Houd u daarom aan de volgende instructie: stel het apparaat, voordat u met werkzaamheden aan de Condair RS begint, conform Hoofdstuk 4.
3 Productoverzicht 3.
3.2 Beschrijving van de werking De stoomluchtbevochtiger Condair RS is een drukloze stoomgenerator. De bevochtiger werkt op basis van het weerstandsprincipe en is bedoeld voor de directe ruimteluchtbevochtiging (met een ventilatieapparaat) of indirecte luchtbevochtiging (met een stoomverdeelbuis) in ventilatie- en luchtbehandelingssystemen. Watertoevoer Het water wordt via een zeeffilterklep (accessoire "Z261") naar de stoomluchtbevochtiger geleid.
3.
3.
4 Bediening De stoomluchtbevochtiger Condair RS mag alleen in bedrijf worden gesteld en worden bediend door personen die vertrouwd zijn met de stoomluchtbevochtiger Condair RS en die voldoende gekwalificeerd zijn voor deze werkzaamheden. Het is aan de klant om te waarborgen dat het personeel de juiste kwalificaties heeft. 4.
4.3 Inbedrijfstelling na een onderbreking van het bedrijf Hierna wordt de procedure voor de inbedrijfstelling na een onderbreking van het bedrijf (bijv. na onderhoud van stoomluchtbevochtiger) beschreven. Hierbij geldt als voorwaarde dat de eerste inbedrijfstelling naar behoren is uitgevoerd door de onderhoudsmonteur van uw Condair-vertegenwoordiger en dat de Condair RS correct is geconfigureerd. 1.
4.4 Instructies voor de bediening 4.4.1 Controles tijdens het bedrijf Na de inbedrijfstelling van de Condair RS moet het bevochtigersysteem wekelijks worden gecontroleerd. Controleer daarbij: • de water- en stoominstallatie op lekkages, • de stoomluchtbevochtiger en de andere systeemonderdelen op een correcte bevestiging en op beschadigingen, • de elektrische installatie op beschadigingen. Als u onregelmatigheden (bijv.
4.5 Buitenbedrijfstelling Om de stoomluchtbevochtiger Condair RS voor bijvoorbeeld onderhoudswerkzaamheden buiten bedrijf te stellen, voert u de volgende procedure uit: 1. Sluit de afsluitklep in de watertoevoerleiding. 2. Als u onderhoudswerkzaamheden aan de stoomcilinder wilt verrichten, leegt u eerst handmatig de cilinder (zie Hoofdstuk 4.4.2 – De cilinder handmatig legen).
5 Met de besturingssoftware werken 5.1 Standaardbedrijfsscherm Na de inbedrijfstelling van Condair RS en de automatische systeemtest bevindt de stoomluchtbevochtiger zich in normaal bedrijf en wordt het standaardbedrijfsscherm weergegeven. Opmerking: Hoe het standaardbedrijfsscherm eruitziet, is afhankelijk van de actuele bedrijfsstatus en van de configuratie van de regeling van het systeem en kan van onderstaand scherm afwijken.
5.1.1 Bedrijfsstatusmeldingen De volgende bedrijfsstatusmeldingen kunnen tijdens het bedrijf verschijnen: Bedrijfsstatusmelding Beschrijving De besturing wordt geïnitialiseerd. De Condair RS bevindt zich in de slaapmodus (er is geen opdracht). De Condair RS wordt afgetapt. De Condair RS produceert stoom (is aan het bevochtigen). De Condair RS controleert de werking van de niveau-eenheid. De besturing van de Condair RS is met een GLS verbonden en dit heeft de diagnosemodus geactiveerd.
5.2 Navigatie/bediening van de regelsoftware van de Condair RS Navigatie-element Actie Hoofdmenu oproepen Infoschermen oproepen Handmatige lediging van cilinder (aftappen) uitvoeren Hulp oproepen Als u op een veld met een blauw pijlsymbool drukt, verschijnt doorgaans een nieuw venster met extra informatie of instellingen. Het vinkje links in het bedrijfsstatusveld en in het onderhouds-/storingsweergaveveld geeft aan dat alles in orde is.
5.3 Informatiefuncties 5.3.1 Supportinformatie oproepen Druk in het standaardbedrijfsscherm op de knop . Het venster met de informatie over de Technische Ondersteuning verschijnt. 5.3.2 Systeeminformatie oproepen Druk in het standaardbedrijfsscherm op de knop . De pagina met de systeeminformatie verschijnt. Met de pijltoetsen kunt u op de pagina met de systeeminformatie naar onderen en boven bladeren en de verschillende systeem- en bedrijfsgegevens bekijken.
– Driver B.DB.A Version: Huidige softwareversie van de driverkaart van apparaat B (cilinder B). Opmerking: Deze menuoptie verschijnt alleen bij dubbele apparaten en bij de grote apparaten met twee cilinders. – Serial Number: Serienummer van de stoomluchtbevochtiger. – Graph: Met deze functie kunt u het prestatiediagram van de Condair RS grafisch laten weergeven. – Export Trend Data: Met deze functie kunt u de gegevens van het prestatiediagram als CSV-bestand op een USB-geheugenstick opslaan.
Operating (Actuele bedrijfsgegevens) – Capacity: Huidige totale stoomcapaciteit van de stoomluchtbevochtiger in kg/u of lb/h. – Control Mode CH 1/3: Huidige geselecteerde soort regeling ("On/Off", "Demand", "RH P" of "RH PI"). – System Demand A: Huidige systeemvraag in %. – Signal Type Channel 1/3: Huidig geselecteerd signaalbereik van het bevochtigingsregelingssignaal. – Signal Type Channel 2/4: Huidig geselecteerd signaalbereik van het begrenzersignaal.
Network (Netwerk) In het tabblad "Netwerk" vindt u verschillende, actueel geldende netwerkinstellingen. De weergegeven parameters zijn afhankelijk van de huidige netwerkconfiguratie. – Modbus: Huidige Modbus-status ("On"). Opmerking: Deze menuoptie verschijnt alleen als de BACnet-communicatie uitgeschakeld is. – Modbus Address: Huidig ingestelde Modbus-adres van de Condair RS. Opmerking: Deze menuoptie verschijnt alleen als de Modbus-communicatie ingeschakeld en de BACnet-communicatie uitgeschakeld is.
5.4 Configuratie 5.4.1 Submenu Configuration" (Configuratie) oproepen Wachtwoord: 8808 5.4.2 Apparaatinstellingen vastleggen – submenu "Features" (functies) In het submenu "Features" kunt u verschillende bedrijfsparameters voor de Condair RS vastleggen.
– Maintenance Extended: Met deze instelling legt u het tijdsinterval voor het groot onderhoud in uren vast. Fabrieksinstelling: Instelbereik: afhankelijk van de stoomcapaciteit 100 ...
– Inlet Correction: Met deze instelling geeft u de timing van het toevoerventiel op als percentage van de ingestelde standaardwaarde om schommelingen in de waterdruk te compenseren. Opmerking: Deze menuoptie verschijnt alleen bij apparaten met optie "P", die een hoge regelnauwkeurigheid hebben. Fabrieksinstelling: Instelbereik: 100% 50 ... 100% Standby – Idle Mode: Met deze instelling legt u vast hoe de Condair RS werkt in de slaapmodus.
Softstart – Softstart Mode: Met deze instelling kunt u de softstartfunctie inschakelen ("On") of uitschakelen ("Off"). Fabrieksinstelling: Selectieoptie: Off On of Off Opmerking: Schakel de softstartfunctie in bij gebruik van onthard water of water met een hoog geleidingsvermogen.
Operation (Bedrijf) – Manual Capacity A: Met deze knop opent u het instelmenu voor de capaciteitsbegrenzing. Hier geeft u aan of de Condair RS moet worden gebruikt met een vaste capaciteitsbegrenzing (fabrieksinstelling) of met een tijdgestuurde capaciteitsbegrenzing. Opmerking: Bij grote apparaten met twee stoomcilinders en bij dubbele apparaten gelden de instellingen voor de capaciteitsbegrenzing altijd voor beide cilinders (A en B).
Instelinstructies: – De instellingen van een gebeurtenis blijven tot de volgende gebeurtenis actief. – De besturing controleert de ingevoerde instellingen van de tijdregeling niet op plausibiliteit. Let er daarom op dat de ingevoerde instellingen zinvol zijn. – De aan/uit-tijdregeling heeft voorrang op de tijdregeling voor de capaciteitsbegrenzing. – ON/Off Timers: Met deze knop roept u het instelmenu voor de aan/uittijdregeling op.
– Op. Cycle Limit: Met deze instelling legt u vast of de in-/uitschakelvertraging op optimale levensduur ingesteld moet worden ("On") of dat de in-/uitschakelvertraging moet worden ingesteld op optimalisatie van de regelnauwkeurigheid ("Off" – dit verkort de levensduur van de verwarmingsschakelaars). Opmerking: Deze menuoptie verschijnt niet bij apparaten met optie "P", die een verhoogde regelnauwkeurigheid hebben.
Accessory Board (Accessoirekaart) Opmerking: Het tabblad "Accessory Board" met bijbehorende instellingen verschijnt alleen als de optionele accessoirekaart (voor de aansturing van een externe ventilator van de ventilatie-installatie of van de optionele klep voor het spoelen van de watertoevoerleiding) geïnstalleerd en in de fabriek ingeschakeld is.
5.4.3 Instellingen bevochtigingsregeling – submenu "Controls" In het submenu "Controls" legt u de instellingen voor de regeling van de stoomluchtbevochtiger Condair RS vast. De selecteerbare instelparameters zijn afhankelijk van de geselecteerde signaalbron en de geselecteerde regelmodus alsook van de vraag of de bevochtiger al dan niet met toevoerluchtbegrenzing werkt. Basic (Standaard) – Source: Met deze instelling legt u de bron voor het regelsignaal vast.
– Signal Type Channel 2/4: Met deze instelling legt u vast met welk begrenzersignaal (toevoerluchtbegrenzing) de bevochtiger moet worden geregeld. Opmerking: Deze menuoptie verschijnt alleen als de signaalbron op "Analog", de soort regeling op "Demand", "RH P" of "RH PI" en Regelsignaalmodus op "Dubbel" ingesteld zijn.
Instelinstructies: – De instellingen van een gebeurtenis blijven tot de volgende gebeurtenis actief. – De besturing controleert de ingevoerde instellingen van de tijdregeling niet op plausibiliteit. Let er daarom op dat de ingevoerde instellingen zinvol zijn. – De aan/uit-tijdregeling heeft voorrang op de tijdregeling op basis van de richtwaarde. – Band Channel 1: Met deze instelling legt u het proportionaliteitsgebied voor de interne P- of PI-regelaar vast.
RH Alerts (RV-waarschuwingen) Opmerking: De instellingen "RH Alerts" verschijnen alleen als de interne P- of PI-bevochtigingsregelaar ingeschakeld is. – RH Alerts: Met deze instelling kunt u het weergeven van waarschuwingen bij een storing van de bevochtigingssensor inschakelen ("On") of uitschakelen ("Off"). Fabrieksinstelling: Selectieoptie: On On of Off De volgende instellingen verschijnen alleen als de functie "RH Alerts" ingeschakeld ("On").
Multi-Unit-Operation (Bedrijf met meerdere eenheden) – Linkup: Met deze instelling legt u vast of het apparaat deel uitmaakt van een Linkup-systeem en of het daarbij om de master of een uitbreidingsapparaat gaat of dat het apparaat geen deel uitmaakt van een Linkupsysteem. Opmerking: Het master-apparaat moet altijd op "Main" worden ingesteld. De verdere uitbreidingsapparaten in de keten moeten in oplopende volgorde worden ingesteld op "Ext1" tot en met "Ext5".
– Sequence Interval: Met deze instelling legt u vast met welk tijdsinterval de bedrijfsuren van de cilinder voor de wijziging van de startvolgorde bij ingeschakelde sequentiële cilinderrotatie vergeleken moeten worden. Opmerking: Deze menuoptie verschijnt alleen als de instelling "Sequence Rotation" geactiveerd is ("On"). Fabrieksinstelling: Instelbereik: – 24 uur 24 ...
5.4.4 Basisinstellingen – submenu "General" In het submenu "General" legt u de instellingen voor de bediening van de regelsoftware vast. Basic (Standaard) Opmerking: De datum en de tijd moeten verplicht correct worden ingevoerd, omdat ze gebruikt worden voor de storings- en onderhoudshistorie. – Date: Met deze instelling legt u de huidige datum vast overeenkomstig de vastgelegde datumnotatie ("MM/DD/YYYY" of "DD/MM/YYYY").
5.4.5 Communicatie-instellingen – submenu "Communication" In het submenu "Communication" legt u de parameters voor de communicatie vast. Remote Enable (Inschakeling op afstand) – Allow Remote Disable: Met deze instelling kunt u de blokkering op afstand via het BMS inschakelen ("Yes") of uitschakelen ("No").
– Primary DNS: Met deze instelling legt u het IP-adres van de primaire Domain Name Servers (DNS) vast. Opmerking: Het IP-adres van de primaire Domain Name Server hoeft alleen te worden ingevoerd als het IP-type op "Fix" ingesteld is. – Secondary DNS: Met deze instelling legt u het IP-adres van de secundaire Domain Name Server (DNS) vast. Opmerking: Het IP-adres van de secundaire Domain Name Server hoeft alleen te worden ingevoerd als het IP-type op "Fix " ingesteld is.
BACnet Parameters (BACnet-parameters) – BACnet: Met deze instelling kunt u de communicatie via geïntegreerde BACnet-interfaces inschakelen ("MSTP" of "BACnet IP") of uitschakelen ("Off"). Fabrieksinstelling: Off Off (BACnet-interfaces uitgeschakeld) Selectieoptie: MSTP (BACnet MSTP via RS 485-interface) BACnet/IP (BACnet/IP via RJ45-interface) De volgende instellingen verschijnen alleen als de parameter "BACnet" op "BACnet/IP" ingesteld is.
– Device Description: Met deze instelling legt u de korte omschrijving van het apparaat vast. – Device Location: Met deze instelling legt u de naam van de locatie van het apparaat vast. – Node ID: Met deze instelling legt u het knooppunt-ID vast. – BACnet IP Port: Met deze instelling legt u de BACnet IP Port vast. – BACnet MSTP MAC: Met deze instelling legt u het Standard BACnet MAC-adres vast.
5.5 Onderhoudsfuncties 5.5.1 Submenu "Service" oproepen Wachtwoord: 8808 5.5.2 Onderhoudsfuncties uitvoeren – submenu "Service" In het submenu "Service" kunt u de onderhoudsteller resetten, de storings- en onderhoudshistorie oproepen en verschillende diagnosefuncties uitvoeren. General Service (Algemeen onderhoud) – Small Maint. Reset A: Met de functie "Small Maint. Reset A" kunt u het onderhoudsscherm resp. de onderhoudsteller voor het klein onderhoud van apparaat A terugzetten op de beginwaarden.
Fault/Service History (Storings-/onderhoudshistorie) Opmerking: De opgeslagen storings- en onderhoudsgebeurtenissen kunnen alleen worden beoordeeld, als de datum en de tijd correct zijn ingesteld. – Fault History: Met de functie "Fault History" kunt u de lijst met de laatste 40 storingsgebeurtenissen weergeven. Nadat u op het selectieveld hebt gedrukt, verschijnt de lijst met storingsgebeurtenissen.
5.5.2.1 Diagnosefuncties in het submenu "Input Diagnostics" Na het oproepen van submenu "Input Diagnostics" kunt u de volgende ingangswaarden weergeven. Opmerking: De ingangswaarden kunnen ook via de interface "Service Info" in het standaardbedrijfsscherm worden opgeroepen of bekeken. Cylinder A/B (Cilinder A/B) – Channel 1: Huidig ingestelde richtwaarde van de bevochtigingsregeling in % RV. – Channel 2: Huidig ingestelde richtwaarde van de toevoerluchtbegrenzing in % RV.
5.5.2.2 – 24V External Supply: Huidige spanning van de externe 24 V-voeding. – 10V External Supply: Huidige spanning van de externe 10 V-voeding. Diagnosefuncties in het submenu "Relay Diagnostics" Remote Fault Board (Bedrijfs- en storingstelecommunicatiekaart) – Running: Met deze functie kunt u het relais "Steam" op de bedrijfs- en storingstelecommunicatiekaart inschakelen ("On") en uitschakelen ("Off").
5.6 Beheersfuncties 5.6.1 Submenu "Administrator" oproepen Wachtwoord: 8808 5.6.2 Wachtwoordbeveiliging in-/uitschakelen en software-updatefuncties - submenu "Administrator" In het submenu "Administrator" kunt u het invoeren van een wachtwoord voor het hoofdmenu inschakelen en de richtwaarde in- en uitschakelen en kunt u software-updates laden via een op de USB-interface aangesloten USB-geheugenstick.
Software Settings (Software-instellingen) 48 Met de besturingssoftware werken – Software Update: Met de functie "Software Update" kunt u de regelsoftware bijwerken. Let hierbij op de opmerkingen in Hoofdstuk 6.8 – Softwareupdates uitvoeren. – Driver A.DB.A Update: Met de functie "Driver A.DB.A Update" kunt u de software van de driverkaart van apparaat A bijwerken. Let hierbij op de opmerkingen in Hoofdstuk 6.8 – Software-updates uitvoeren. – Driver B.DB.A Update: Met de functie "Driver B.DB.
6 Onderhoud 6.1 Belangrijke instructies voor het onderhoud Kwalificaties van personeel Alle onderhoudswerkzaamheden mogen uitsluitend door daartoe bevoegd, opgeleid en door de eigenaar gemachtigd gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd. Het is aan de klant om te controleren of de kwalificaties juist zijn. Algemeen Het is van het grootste belang om de instructies en specificaties voor de onderhoudswerkzaamheden te lezen en in acht te nemen.
6.2 Onderhoudsintervallen Om de bedrijfsveiligheid te waarborgen moet de stoomluchtbevochtiger Condair RS met regelmatige intervallen onderhouden worden. De regelsoftware van de Condair RS beschikt over twee onderhoudstellers, een voor het "klein onderhoud" (reinigen van het kalkopvangreservoir, alleen bij apparaten met kalkopvangreservoir) en een voor het "groot onderhoud" (reinigen van de stoomcilinder en van de overige onderdelen van het stoom- en watersysteem).
Onderhoudslijst Hieronder volgt een overzicht van de bij "klein onderhoud" en "groot onderhoud" te verrichten werkzaamheden. Kalkopvangreservoir Stoomcilinder Kabelmof Aftappomp Te verrichten werkzaamheden Groot onderhoud Onderdelen Klein onderhoud 6.3 X X Demonteren en reinigen. X Demonteren, reinigen en defecte onderdelen vervangen. X Controleren en, indien nodig, reinigen. X Demonteren, uit elkaar halen, reinigen en, indien nodig, vervangen.
6.4 Montage- en demontagewerkzaamheden bij het onderhoud 6.4.1 De Condair RS voorbereiden op het demonteren van onderdelen Voordat u met het demonteren begint, moet de Condair RS buiten bedrijf worden gesteld en het water uit de stoomcilinder en het kalkopvangreservoir (indien aanwezig) worden afgetapt. Voer daartoe de volgende procedure uit: 1. Zorg ervoor dat de Condair RS ingeschakeld is. Leeg de cilinder handmatig (zie Hoofdstuk 4.4.2 – De cilinder handmatig legen).
6.4.2 Demontage en montage van het kalkopvangreservoir Demontage WAARSCHUWING! Gevaar van verbranding! Controleer voorafgaand aan de demontage van het kalkopvangreservoir of het reservoir geleegd is en het weergaveveld op de temperatuurweergavetrip "<50°C" aangeeft. 1 2 Zeefpakking 2. O-ring 1. 1. 3. Veersluitring 4. 1. Druk de pen van het snapslot aan het kalkopvangreservoir naar boven en draai de sluitring van het kalkopvangreservoir rechtsom tot aan de aanslag (1.).
Montage Voorafgaand aan de montage: • Controleer het kalkopvangreservoir, de O-ring, de veersluitring en de zeefpakking op beschadigingen en vervang, indien nodig, defecte onderdelen. Het is raadzaam de afdichtingen van het kalkopvangreservoir bij iedere onderhoudsbeurt te vervangen; hiervoor is een onderhoudskit leverbaar (zie de reserveonderdelenlijst). • Verwijder vuil uit de borgring onder in het apparaat en reinig de ring met een schone doek. 1 Zeefpakking Veersluitring 2 O-ring 4. 3. 2. 1.
6.4.3 Demontage en montage van de stoomcilinder WAARSCHUWING! Gevaar van verbranding! Controleer voorafgaand aan de demontage van de stoomcilinder of de cilinder geleegd is en zo ver is afgekoeld dat er geen gevaar van verbranding bestaat. 1 2 1. Maak de schroef van de afdekplaat aan de voorzijde van het apparaat aan de kant van de stoomcilinder los en verwijder de afdekplaat. 2.
3. Til de stoomcilinder voorzichtig uit de kabelmof omhoog en demonteer de cilinder vanaf de voorzijde. OPGELET! Zet de stoomcilinder voorzichtig neer om beschadiging van de aansluittrechter onder aan de stoomcilinder te voorkomen! 4. Maak de klemring van het stoomcilinderdeksel los. 5 5. Til het deksel met verwarmingsstaven voorzichtig omhoog.
6 7 6. Maak de trechterpakking zo nodig eerst door lichte draaibewegingen los en verwijder vervolgens de trechterpakking en het keerschot van boven af uit de stoomcilinder. Neem vervolgens de trechterpakking uit de trechter. 7. Indien bij het onderhoud een of meerdere verwarmingsstaven moeten worden vervangen: • Noteer eerst de kabelbezetting in de verwarmingskabelstekker en de positie van de verwarmingsstaaf. • Maak vervolgens de kabel in de verwarmingskabelstekker los en verwijder deze.
Assemblage en montage van de stoomcilinder De assemblage van de stoomcilinder verloopt in omgekeerde volgorde van de demontage. Neem de volgende instructies in acht: 6.4.4 – Voer de montage van eventueel gedemonteerde verwarmingsstaven in het stoomcilinderdeksel volgens de afbeelding bij stap 7. Let erop dat u de verwarmingsstaven correct positioneert en de kabels correct (volgens de aantekening) aansluit op de verwarmingskabelstekker.
6.4.5 Demontage en montage van de vulbeker, de niveau-eenheid en de slangen Om de vulbeker, niveau-eenheid en de slangen te kunnen demonteren moet eerst de stoomcilinder worden gedemonteerd (zie Hoofdstuk 6.4.3). 1. Maak de slangklemmen los en trek alle slangen in het apparaat van hun aansluitingen af en verwijder ze uit het apparaat.
6.4.6 Demontage en montage van de aftappomp. Om de aftappomp te kunnen demonteren moet eerst de stoomcilinder worden gedemonteerd (zie Hoofdstuk 6.4.3). 2 1 3 4 1. Trek de elektrische kabels uit de aansluitingen (polariteit van de elektrische kabels hoeft niet in acht te worden genomen). 2. Maak de slangklemmen los en verwijder de slangen uit hun aansluitingen. 3. Maak de twee schroeven onder aan de behuizing los met een kruiskopschroevendraaier en verwijder de aftappomp naar boven toe uit het apparaat.
6.4.7 Demontage en montage van de inlaatklep Om de inlaatklep te kunnen demonteren moet eerst de stoomcilinder worden gedemonteerd (zie Hoofdstuk 6.4.3). 1 2 3 5 4 1. Trek de elektrische kabels uit de aansluitingen (polariteit van de elektrische kabels hoeft niet in acht te worden genomen).
6.4.8 Demontage en montage van de kabelmof Om de kabelmof te kunnen demonteren moet eerst de stoomcilinder worden gedemonteerd (zie Hoofdstuk 6.4.3). A 4 2 1 3 B 5 1. Maak de slangklemmen los en verwijder de slangen uit hun aansluitingen. 2. Maak de schroef los waarmee de kabelmof aan de bodem van de behuizing bevestigd is. 3. Draai de kabelmof linksom tot aan de aanslag en verwijder de kabelmof naar boven toe uit het apparaat. 4. Demonteer de veersluitring en de O-ring. 5.
6.5 Instructies voor de reiniging van de apparaatonderdelen Apparaatonderdelen Wat, hoe en waarmee reinigen Kalkopvangreservoir • Verwijder de kalk uit het kalkopvangreservoir en klop eventuele kalkafzettingen in het kalkopvangreservoir en op de zeefpakking zoveel mogelijk af. Vul bij ernstige verkalking het kalkopvangreservoir met een mierenzuuroplossing van 8 procent (neem de veiligheidsinstructies in Hoofdstuk 6.6 in acht) en laat de oplossing inwerken, totdat de kalklaag opgelost is.
Apparaatonderdelen Wat, hoe en waarmee reinigen Slangen • Maak eventuele kalkafzettingen in de slangen los door er voorzichtig met een rubberen hamer op te kloppen en spoel vervolgens de slangen grondig uit met warm water. Inlaatklep • Borstel eventuele kalkafzettingen in de inlaatklep en op de zeef voorzichtig weg met een borstel (geen staalborstel gebruiken). • Was de inlaatklep en de zeef met een handwarme zeepoplossing en spoel ze vervolgens grondig af met schoon water.
Apparaatonderdelen Wat, hoe en waarmee reinigen Afvoerbeker • Borstel eventuele kalkafzettingen in de afvoerbeker met een borstel (geen staalborstel gebruiken) weg. Laat de afvoerbeker bij ernstige verkalking weken in een mierenzuuroplossing van 8 procent (neem de veiligheidsinstructies in Hoofdstuk 6.6 in acht), totdat de kalklaag opgelost is. • Was de afvoerbeker vervolgens met een handwarme zeepoplossing en spoel de beker dan grondig uit met schoon water.
6.7 Onderhoudstellers resetten Wanneer "klein onderhoud" of "groot onderhoud" moet worden uitgevoerd, moeten respectievelijk de overeenkomstige onderhoudsmelding en de betreffende onderhoudsteller (voor module A, module B of beide) worden gereset. Voer daartoe de volgende procedure uit: 1. Selecteer in het submenu "Service" de resetfunctie in kwestie. Wachtwoord: 8808 2. Het reset-dialoogscherm verschijnt: 66 Onderhoud • Druk op om de betreffende onderhoudsteller te resetten.
6.8 Software-updates uitvoeren Voer om de regelsoftware of de software van de driverkaarten te bijwerken de volgende procedure uit: 1. Schakel de spanningsvoorziening naar de stoomluchtbevochtiger uit via de scheidingsschakelaar en beveilig de scheidingsschakelaar in de uit-stand tegen onbedoeld inschakelen. 2. Ontgrendel de afdekplaat aan de voorzijde aan de elektronicazijde van de stoomluchtbevochtiger en verwijder de afdekplaat. 3.
7 Storingsoplossing 7.1 Storingsmeldingen Storingen die door de besturing worden gedetecteerd, worden gesignaleerd door een overeenkomstige waarschuwingsmelding (bedrijf nog mogelijk) of foutmelding (bedrijf alleen nog beperkt of niet meer mogelijk) in het onderhouds- en storingsweergaveveld van het standaardbedrijfsscherm. Waarschuwing Kortdurende storingen tijdens het bedrijf (bijv.
7.2 Storingslijst De oorzaak van de meeste storingen is niet een storing in de werking van het apparaat, maar veelal ondeskundig uitgevoerde installaties of het niet in acht nemen van specificaties. Daarom moet ook de installatie (bijv. slangaansluitingen, vochtigheidsregeling, enz.) altijd worden getest bij het zoeken naar mogelijke oorzaken. Melding Code Waarschuwing Fout W02 ––– W20 ––– W28 E20 E22 E28 Informatie Mogelijke oorzaken BMS Timeout Safety Loop Max.
Melding Code Waarschuwing Fout W28 E29 Informatie Mogelijke oorzaken Extended maintenance Onderhoudsinterval voor "groot onderhoud" afgelopen. Als het "groot onderhoud" niet binnen 1 week wordt uitgevoerd en de onderhoudsteller niet wordt gereset, verschijnt de foutmelding! Opmerking: De Condair RS blijft normaal werken. De onderhoudsteller wordt weergegeven, totdat de onderhoudsteller wordt gereset. "Klein onderhoud" ––– ––– W34 ––– ––– E32 E33 E34 E47 E52 ** Demand Snsr Limit.Snsr Max.
Melding Code Waarschuwing Fout ––– E56 Informatie Mogelijke oorzaken Int. Safety Loop Interne veiligheidsketting open. De bevochtiging is stopgezet! Opmerking: Zodra de interne veiligheidsketting weer gesloten wordt, werkt de Condair RS normaal verder. Verbinding tussen verwarmingskabelstekker en elektronica verbroken. ––– E57 Activation E58 ––– E74 ** No Water Pressure E80 USB Logger E82 ** Driver Missing Driverkaart niet aangesloten. Driverkaart correct aansluiten.
Melding Code Waarschuwing Fout ––– E95 ––– ––– ––– E97 ** E98 ** E100 ** Informatie Mogelijke oorzaken No Heating voltage Ext. 24V Supply Ext. 10V Supply IO Inlet 1 Geen verwarmingsspanning ondanks bevochtigingsvraag. Opmerking: Zodra de verwarmingsspanning weer aanwezig is, werkt de Condair RS weer normaal verder. Hoofdschakelaar defect. Hoofdschakelaar door een elektricien laten controleren/vervangen. Fase-uitval van de verwarmingsspanningsvoorziening.
7.3 Lijsten met storings- en onderhoudsgebeurtenissen op een USB-geheugenstick opslaan. De lijsten met de opgeslagen storings- en onderhoudsgebeurtenissen van de Condair RS kunnen met het oog op de vastlegging en verdere analyse worden opgeslagen op een USB-geheugenstick. Voer daartoe de volgende procedure uit: 1. Schakel de spanningsvoorziening naar de besturingseenheid uit via de scheidingsschakelaar en beveilig de scheidingsschakelaar in de uit-stand tegen onbedoeld inschakelen. 2.
7.5 Vervanging van de zekeringen en de reservebatterij in de besturingskast De vervanging van de zekeringen en de reservebatterij in de besturingskast mag alleen door daartoe gemachtigd gekwalificeerd personeel (bijv. elektricien) worden uitgevoerd. Gebruik voor de vervanging van de zekeringen in de besturingskast alleen zekeringen van het gespecificeerde type met de juiste nominale stroomsterkte. Het is niet toegestaan om gerepareerde zekeringen te gebruiken of om de zekeringhouder kort te sluiten.
7.6 Foutmelding resetten Om de foutmelding (rode LED brandt, bedrijfsstatusscherm geeft "Stop" weer) te resetten: 1. Schakel de Condair RS met de apparaatschakelaar aan de voorkant van het apparaat uit. 2. Wacht 5 seconden en schakel de Condair RS weer in met de apparaatschakelaar. Opmerking: Als de oorzaak van de storing niet weggenomen is, verschijnt de foutmelding na korte tijd opnieuw.
8 Buitenbedrijfstelling/verwijdering 8.1 Buitenbedrijfstelling Als de stoomluchtbevochtiger Condair RS moet worden vervangen of niet meer nodig is, voert u de volgende procedure uit: 1. Stel de Condair RS buiten bedrijf volgens de instructies in Hoofdstuk 4.5 – Buitenbedrijfstelling. 2. Laat de Condair RS (en indien nodig alle overige systeemonderdelen) door een gekwalificeerde monteur demonteren. 8.
9 Productspecificaties 9.1 Prestatiewaarden S M 2*M 230 V/1~/50...60 Hz 200 V/3~/50...60 Hz 230 V/3~/50...60 Hz kW A kg/u kW A kg/u kW A kg/u kW A kg/u kW A ...5... 8,0 4,0 16,5 –– –– –– 5,0 3,8 9,4 5,1 3,8 5,5 5,4 4,1 6,0 ...8... 8,0 6,5 26,0 –– –– –– 8,0 6,0 15,0 8,1 6,0 8,7 8,7 6,5 9,0 ...10... 9,8 8,0 32,0 12,1 9,1 26,1 9,8 7,4 18,5 9,9 7,5 11,0 10,7 8,0 11,5 ...16...
9.2 Bedrijfsgegevens Regelnauwkeurigheid – Standaardapparaat ± 5% RV (bij PI-regeling en gebruik van onbehandeld drinkwater) ± 2% RV (bij PI-regeling en gebruik van gedemineraliseerd drinkwater) – Apparaat met optie P ± 2% RV (bij PI-regeling en gebruik van onbehandeld drinkwater) ± 1% RV (bij PI-regeling en gebruik van gedemineraliseerd drinkwater) Regeling stoomafgifte – actief 0…5 VDC, 1…5 VDC, 0…10 VDC, 2…10 VDC, 0…20 VDC, 0…16 VDC, 3.
ADVIES, VERKOOP EN SERVICE: Nederland: Condair B.V. Gyroscoopweg 21 1042 AC Amsterdam België: Condair NV De Vunt 13 Bus 5 3220 Holsbeek Telefoon: 020 705 8200 Fax: 020 705 8201 Telefoon: 016 98 02 29 Fax: 016 98 03 92 info@condair.nl www.condair.nl info@condair.be www.condair.be Condair AG Talstrasse 35-37, CH-8808 Pfäffikon Tel. +41 55 416 61 11, Fax +41 55 416 62 62 info@condair.com, www.condair.