Operation Manual

27Met de besturingssoftware werken
Softstart
Softstart Mode: Met deze instelling kunt u de softstartfunctie inschakelen
("On") of uitschakelen ("Off").
Fabrieksinstelling: Off
Selectieoptie: On of Off
Opmerking: Schakel de softstartfunctie in bij gebruik van onthard water
of water met een hoog geleidingsvermogen.
Opmerking: Als de softstartfunctie ingeschakeld is, wordt de stoomcapaciteit
bij een stoomvraag na een herstart of na 4 uur zonder vraag verlaagd tot
de vastgelegde capaciteit tijdens de gedenieerde tijd (zie de volgende
parameters voor de instelwaarden).
De volgende instellingen worden alleen weergegeven als de softstartfunctie
ingeschakeld is ("On").
Softstart Time: Met deze instelling legt u vast hoe lang de softstart-
functie ingeschakeld moet blijven.
Fabrieksinstelling: 30 minuten
Instelbereik: 10 ... 120 minuten
Softstart Power: Met deze instelling legt u de capaciteitsbegrenzing
voor de softstart vast als percentage van de maximale bevochtiger-
capaciteit.
Fabrieksinstelling: 75%
Instelbereik: 4 ... 100%
Desalt: Met deze instelling kunt u de ontzilting inschakelen ("On") of
uitschakelen ("Off").
Fabrieksinstelling: Off
Selectieoptie: On of Off
Opmerking: Activeer de ontzilting bij gebruik van onthard water of water
met een hoog geleidingsvermogen.
Opmerking: Als ontzilting ingeschakeld is, wordt de stoomcilinder na het
vastgelegde aantal schuimdetecties binnen een uur (zie de volgende
parameter "Water Desalt Counts.") afgetapt. Dit voorkomt schuimvorming
in de stoomcilinder.
De volgende instelling wordt alleen weergegeven als "Desalt" ingescha-
keld is ("On").
Water Desalt Counts: Met deze instelling legt u vast hoeveel keer
binnen een half uur het maximumniveau (schuimdetectie) mag worden
bereikt, totdat het aftappen tijdsafhankelijk wordt gestart.
Fabrieksinstelling: 3
Instelbereik: 1 ... 8
Desalt Mode (Ontzilting)