User manual

8
Gebruik de bovenste en de onderste spanningsrail op de insteekprintplaat voor de massa-
aansluiting GND. Hierop wordt de zwarte kabel van de batterijhouder, dus de minpool, aangesloten.
De plusaansluiting VCC wordt met de rode aansluitkabel van de batterijhouder verbonden.
Verkeerde polariteit moet absoluut worden voorkomen omdat de controller daardoor onherstelbaar
kan worden beschadigd. Bouw een kort stukje draad in als trekontlasting. Wanneer de voeding
eenmaal is aangesloten moet deze altijd verbonden blijven. Verwijder een van de batterijen uit de
houder om het systeem uit te schakelen.
Afb. 4: minimale schakeling met LED's
Bouw alvast de resetschakelaar in en sluit vier LED's aan met een voorschakelweerstand van
2,2 kOhm. Deze zijn benodigd voor een eerste test van de hardware. Let op de juiste volgorde: A1
wordt op de linker LED aangesloten en A4 op de rechter. Op deze manier ontstaat een binaire
weergave met het hoogste bit (most significant bit MSB) links. Dat is vooral handig bij de latere
programmering.
2 Wisselend knipperlicht
Plaats nu drie 1,5 V batterijen of drie NiMh accu's in de batterijhouder. Daarmee start u het eerste
voorbeeldprogramma met een wisselend knipperlicht met de linker en de rechter LED. De
knipperfrequentie is ca. 1 Hz. De programmalisting toont het eenvoudige programma met slechts
vijf regels. Afwisselend worden de LED's 1 en 8 ingeschakeld. Tussen het inschakelen worden
pauzeopdrachten uitgevoerd met een wachttijd van 0,5 s. De terugsprong naar het begin zorgt er
voor dat het knipperen eindeloos wordt uitgevoerd. De verschillende instructies worden hieronder
gedetailleerd uitgelegd. U kunt echter aan dit voorbeeld al de eenvoud van de programmering zien.
In de firmware van de controller is een interpreter ingebouwd die de eenvoudige instructies herkend
en uitvoert. De programma's worden daardoor veel compacter dan bij andere systemen.
Het voorbeeld neemt het adresbereik vanaf 20h (decimaal 32) in. Er kunnen meerdere
programma's in het hogere adresbereik later ook vanuit uw eigen toepassingen worden gestart. De
adressen kunnen alternatief ook met eigen programmacode worden overschreven. Indien nodig
kan de controller ook weer in de originele toestand worden gezet waarbij de oorspronkelijke