Instructions
4 5
• Houd het apparaat uit de buurt van bloemenvazen, badkuipen,
wastafels, vloeistoffen e.d.
• Bescherm deze bouwsteen tegen vocht, spatwater en de
inwerking van hitte!
• Modules en componenten horen niet thuis in kinderhanden!
• De modules mogen alleen in gebruik worden genomen onder
toezicht van een deskundige volwassene of een vakman!
• In industriële inrichtingen moeten de
ongevalpreventievoorschriften van het Verbond van industriële
beroepsverenigingen voor elektrische installaties en
bedrijfsmiddelen in acht worden genomen.
• In scholen, opleidingsinrichtingen, hobby- en sociale
werkplaatsen moet het gebruik van modules nauwgezet door
geschoold personeel worden gecontroleerd.
• Gebruik de module niet in een omgeving waarin brandbare
gassen, dampen of stoffen aanwezig zijn of kunnen zijn.
• Als het apparaat gerepareerd zou moeten worden, mogen
daarvoor alleen originele reserveonderdelen worden gebruikt!
Het gebruik van afwijkende reserveonderdelen kan leiden tot
ernstige schade of verwondingen!
• Reparatie van het apparaat mag alleen worden uitgevoerd door
een vakman!
• Als er enige vloeistof in het apparaat binnendringt, kan het
daardoor beschadigd raken. Mocht er enige vloeistof in of over
de module zijn gestroomd, dan moet het apparaat door een
gekwalificeerde vakman worden gecontroleerd.
Gebruiksdoel
Het apparaat is bedoeld om elektrische verbruikers op instelbare
intervaltijden in te schakelen.
Elk ander gebruik dan het hier genoemde is niet toegestaan!
Veiligheidsaanwijzing
Bij de omgang met producten die met elektrische spanning in
aanraking komen, moeten de geldende VDE-voorschriften in acht
worden genomen, vooral VDE 0100, VDE 0550/0551, VDE 0700,
VDE 0711 en VDE 0860.
• Haal voor het openen van een apparaat altijd de stekker uit het
stopcontact, of verzeker u ervan dat er geen stroom op het
apparaat staat.
• Componenten, modules of apparaten mogen alleen in gebruik
worden genomen als ze van tevoren in een behuizing zijn
ingebouwd, waarin ze niet aangeraakt kunnen worden. Tijdens
het inbouwen mag er geen stroom op de apparaten staan.
• Er mogen op de apparaten, componenten of modules alleen
gereedschappen worden gebruikt als vaststaat, dat de
apparaten niet op de voedingsspanning zijn aangesloten en
elektrische ladingen die in de componenten in het apparaat
kunnen zijn opgeslagen, van tevoren ontladen zijn.
• Spanningvoerende kabels of leidingen, waarmee het apparaat,
de component of de module is verbonden, moeten altijd worden
onderzocht op gebrekkige isolatie of breuken. Bij vaststelling
van een fout in de leiding moet het apparaat onmiddellijk buiten
bedrijf worden gesteld tot de defecte leiding is vervangen.
• Bij het gebruik van elementen of modules moet altijd worden
gewezen op de strikte naleving van de in de bijbehorende
beschrijving genoemde parameters voor elektrische grootheden.