Instructions

en de IC moet bijna vanzelf in de fitting springen. Als dat niet gebeurt, is er
zeer waarschijnlijk een pootje verbogen.
Als hier alles klopt, dan moet u als volgende eventueel de schuld zoeken bij
en koude soldeerplek. Deze onaangename begeleiders van het knutselaarleven
treden op, als de soldeerplek niet goed verwarmd wordt, zodat het tin geen
goed contact heeft met de draden, of als men bij het afkoelen de verbinding
precies op het moment van het verstarren bewogen heeft. Dergelijke fouten
kunt u meestal herkennen aan het matte uiterlijk van het oppervlak van de
soldeerplek. De enige oplossing is de soldeerplek nogmaals na te solderen.
Bij 90% van de gereclameerde bouwpakketten gaat het om soldeerfouten,
koude soldeerplekken, verkeerd soldeertin enz. Menig teruggestuurd
“meesterwerk” getuigde van onjuist solderen.
Gebruik daarom bij het solderen uitsluitend elektronicasoldeertin met de
aanduiding “SN 60 Pb” (60% tin en 40% lood). Dit soldeertin heeft een
colofoniumkern, dat tegelijk als vloeimiddel dient, om de soldeerplek tijdens
het solderen te beschermen tegen oxideren. Andere vloeimiddelen, zoals
soldeervet, soldeerpasta of soldeerwater mogen in geen geval worden
gebruikt, omdat ze zuur bevatten. Deze middelen kunnen de printplaat en
elektronische componenten vernielen, bovendien geleiden ze de stroom en
veroorzaken daardoor kruipstromen en kortsluitingen.
Als tot nu toe alles in orde is en het apparaat functioneert desondanks toch
niet, dan is er waarschijnlijk een onderdeel defect. Als u een beginner bent
op het gebied van elektronica, is het in zo’n geval het beste, als u advies
vraagt aan een kennis die op het gebied van elektronica beter op de hoogte
is en eventueel de benodigde meetapparatuur bezit.
Als u deze mogelijkheid niet heeft, stuurt u het bouwpakket, als het niet
functioneert, goed verpakt en met een nauwkeurige beschrijving van de fout
en ook met de bijbehorende bouwhandleiding naar onze Technische dienst
(alleen een exacte omschrijving van de fout maakt een perfecte reparatie
mogelijk!). Een exacte omschrijving van de fout is belangrijk, omdat de fout
ook nog bij uw netvoeding of de schakeling van buitenaf kan liggen.
Aanwijzing
Dit bouwpakket werd, voordat het in productie ging, vele keren als prototype
opgebouwd en getest. Pas als er een optimale kwaliteit aangaande het
functioneren en zekerheid van werken bestaat, wordt het vrijgegeven voor
serieproductie.
12
Om een bepaalde zekerheid bij het functioneren te verkrijgen bij het bouwen
van het apparaat, is de totale opbouw onderverdeeld in 2 bouwfases:
1. Bouwfase I: montage van de componenten op de printplaat
2. Bouwfase II: onderdelencontrole/aansluiting/ingebruikneming
Let er bij het solderen van de componenten op, dat deze (tenzij anders
vermeld) zonder afstand tot de printplaat gesoldeerd worden. Alle uitstekende
aansluitdraden worden direct boven de soldeerplek afgeknipt.
Omdat het bij dit bouwpakket voor een deel om zeer kleine, resp. dicht op
elkaar liggende soldeerpunten gaat (gevaar voor soldeerbruggen), mag hier
alleen met een soldeerbout met kleine soldeerpunt gesoldeerd worden. Voer
het solderen en de opbouw zorgvuldig uit.
Soldeerhandleiding
Als u nog niet zo geoefend bent in het solderen, lees dan eerst deze
soldeerhandleiding, voor u naar de soldeerbout grijpt. Want solderen moet je
leren.
1. Gebruik bij het solderen van elektronische schakelingen principieel
nooit soldeerwater of soldeervet. Deze bevatten een zuur dat
componenten en printbanen vernielt.
2. Als soldeermateriaal mag alleen elektronicatin SN 60 Pb (d.w.z. 60%
tin, 40% lood) met een colofoniumkern gebruikt worden, dat tegelijk als
vloeimiddel dient.
3. Gebruik een kleine soldeerbout met max. 30 Watt verwarmings-
vermogen. De soldeerpunt moet vrij zijn van soldeerresten, opdat de
warmte goed afgeleid kan worden. Dat wil zeggen: de warmte van de
soldeerbout moet goed naar de te solderen plek geleid worden.
4. Het solderen zelf moet snel uitgevoerd worden, want door te lang
solderen worden componenten vernield. Het voert bovendien tot het
loslaten van de soldeerogen of printbanen.
5. Voor het solderen wordt de goed vertinde soldeerpunt zo op de
soldeerplek gehouden, dat tegelijk de draad van het onderdeel en de
printbaan aangeraakt worden.
Gelijktijdig wordt (niet te veel) soldeertin toegevoerd, dat eveneens
opgewarmd wordt. Zodra het soldeertin begint te vloeien, verwijdert u
het van de soldeerplek. Dan wacht u nog een ogenblik, tot het
achtergebleven soldeer goed uitgelopen is en haalt dan de soldeerbout
weg.
13