Instructions
31
worden getransfereerd. Trek deze in het
programma als nummer1, nummer2,...
genoemd, als variabelen uit de blokde-
finitie.
Het nieuwe blok verschijnt op de blok-
pallet Gegevens & blokken en kan zoals
elke andere blok in het programma
worden gebruikt. De velden voor de
instellingen moeten met de gewenste
waarden worden ingevuld.
In het programma 21mblock bevat het
zelf gedefinieerde blok vier velden die
met 0 of 1 gevuld kunnen worden en de
individuele leds laten oplichten. Daarbij
komen er tweemaal drie velden voor de
drie kleuren van de beide RGB-leds die
op basis van hetzelfde schema worden aangestuurd.
In de eindeloze lus wordt het blok zesmaal na elkaar opgeroepen, waarbij telkens andere combinaties
van leds moeten oplichten.
Het nieuw blok bevraagt de pin A3 bij elke oproep. Indien deze wordt aangeraakt, worden er volgens de
eerste vier instellingen leds in- of uitgeschakeld. Zolang het sensorcontact niet wordt aangeraakt, blijven
alle vier de leds uit, onafhankelijk van de waarde die bij afroep door het blok wordt doorgegeven. Door
deze methode loopt het looplicht in de achtergrond voortdurend verder. Het is echter niet zichtbaar wan-
neer het sensorcontact aangeraakt wordt.
Op dezelfde manier lichten de RGB-leds op in verschillende kleuren, zolang het sensorcontact aan pin
A1 aangeraakt wordt. Aan het einde van het blok wacht het programma gedurende de in de variabele
tijd vastgelegde tijd. Zo moet het wachtblok niet bij elke individuele blokafroep in het hoofdprogramma
worden ingegeven.
Het programma 21mblock laat met een zelf gedefinieerde blok leds knipperen.
Nieuwe blok definiëren