Operation Manual

35
Apparaatdeur inbrengen
1. De scharnieren in de houders links en rechts plaatsen
(Afbeelding C).
De keep van beide scharnieren moet inklikken.
2. Apparaatdeur helemaal openen.
3. Blokkeerhendels links en rechts helemaal dichtklappen
(Afbeelding D).
De apparaatdeur is beveiligd en kan niet meer worden
verwijderd.
4. Apparaatdeur sluiten.
Inhangroosters reinigen
U kunt de inhangroosters verwijderen om ze gemakkelijker
schoon te maken.
m Risico van verbranding door hete onderdelen in de
binnenruimte!
Wacht tot de binnenruimte afgekoeld is.
1. Inhangroosters aan de voorkant naar boven drukken en naar
opzij verwijderen (Afbeelding A).
2. Inhangroosters aan de achterkant naar voren trekken en naar
opzij verwijderen (Afbeelding B).
3. Inhangroosters met afwasmiddel en spons of een borstel
reinigen.
4. De inhangroosters altijd met de welving (a) naar beneden
inbrengen, zodat de inschuifhoogtes kloppen.
5. Inhangroosters achter tot de aanslag inbrengen en naar
achteren drukken (Afbeelding C).
6. Inhangroosters voor tot de aanslag inbrengen en naar
beneden drukken (Afbeelding D).
Storingen en reparaties
Ga voordat u de klantenservice belt na of de tips in de
volgende tabellen van nut kunnen zijn.
m Kans op een elektrische schok!
Werkzaamheden aan de elektronica van het apparaat mogen
alleen door een vakman worden uitgevoerd. Maak het apparaat
stroomloos. Activeer de zekeringsautomaat of draai de
zekering van de meterkast van uw woning eruit.
Ovenlamp vervangen
Een defecte ovenlamp dient te worden vervangen.
Reservelampen kunt u krijgen bij de klantenservice of uw
speciaalzaak: E14, 220 - 240 V, 40 W, hittebestendig tot
300 °C. Gebruik uitsluitend originele ovenlampen.
m Kans op een elektrische schok!
Maak het apparaat stroomloos. Activeer de zekeringsautomaat
of draai de zekering van de meterkast van uw woning eruit.
C
D
A B
a
a
C D
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
Elektrische functie vertoont een storing
(bijv. indicatielampjes branden niet meer)
Zekering defect. Zekeringen in de meterkast controleren,
eventueel vervangen.
Vloeistof of dunvloeibaar deeg wordt zeer
eenzijdig verdeeld
Apparaat niet waterpas ingebouwd Inbouw van het apparaat controleren (zie
installatievoorschrift)
Bij het braden of grillen ontstaat een walm Vet op het grillelement verbrandt Verder grillen of braden tot het vet op het
grillelement verbrand is
Rooster of braadslede verkeerd
ingeschoven.
Rooster in de braadslede leggen en
samen op een lagere inschuifhoogte
plaatsen.
In de binnenruimte treedt meer
condenswater op
Normaal verschijnsel (bijv. bij gebak met
zeer vochtige vulling of een groot
braadstuk)
Apparaatdeur tijdens het gebruik af en toe
kort openen
Geëmailleerde toebehoren vertonen matte,
lichte vlekken
Normaal verschijnsel door afdruipend
vlees- of vruchtensap
Niet mogelijk
Deurruiten zijn beslagen Normaal verschijnsel, dat ontstaat door
temperatuurverschillen
Apparaat bij 100 ºC opwarmen en na
5 minuten weer uitschakelen