Operation Manual

nl
88
Kleine afwijkingen in de afbeeldingen zijn
mogelijk.
Afb. !
Bedieningselementen
Afb. "
Apparaat inschakelen
Afb. "
Het apparaat met de toets Aan/Uit 1
inschakelen.
De temperatuurindicatie 4 toont de
ingestelde temperatuur.
Het apparaat begint te koelen. De
verlichting is ingeschakeld wanneer
de deur open is.
Wij adviseren een temperatuurinstelling
van +4 °C voor de koelruimte.
Bewaar gevoelige levensmiddelen niet
warmer dan +4 °C.
Aanwijzingen bij het gebruik
Na het inschakelen kan het een aantal
uren duren voordat de ingestelde
temperaturen zijn bereikt.
Vóór die tijd geen levensmiddelen in
het apparaat leggen.
De temperatuur in het vriesvak is
afhankelijk van de temperatuur in de
koelruimte. Warmere temperaturen in
de koelruimte veroorzaken ook
warmere temperaturen in het vriesvak.
De voorzijde van het apparaat achter
de deur wordt gedeeltelijk licht
verwarmd waardoor de vorming van
condenswater in de buurt van de
deurafdichting wordt voorkomen.
A Het vriesvak
B Koelruimte
C Verskoelruimte
1–5 Bedieningselementen
6 Verlichting koelruimte
7 Glasplaat
8 Scheidingsplaat met
vochtigheidsregelaar
9 Groentelade
10 Verskoellade
11 Voorraadvak in de deur
12 Vak voor grote flessen
1 Toets Aan/Uit
Om het hele apparaat in en uit
te schakelen.
2 Toets „super”
Om de supervriesfunctie in en uit
te schakelen (zie het hoofdstuk
„Supervriezen”).
3 Temperatuurinsteltoets
Met deze toets wordt de
temperatuur ingesteld.
4 Temperature display
De cijfers komen overeen met
de ingestelde temperaturen
in de koelruimte in °C.
5 Alarmtoets
Om het alarmsignaal uit te
schakelen (zie hoofdstuk „Alarm
function”).