Installation Instructions

Coopra Advanced Heating Technologies b.v. Installation manual EN 40
10
1.8. Configuratie van rookgasafvoer en luchttoevoer
Zie fig.3 voor een overzicht van mogelijke configuraties. De
toestellen zijn gekeurd voor toepassing op de
afvoersystemen:
B
23
, C
13(x)
, C
33(x)
, C
43(x)
, C
53
, C
63(x)
, C
83(x)
.
Gebruik bij kunststof afvoermaterialen een toestel met
rookgas temperatuursensor (N00S070017).
Gebruik bij voorkeur rookgasafvoermaterialen,
dakdoorvoeren en geveldoorvoeren met het Gastec QA
keurmerk.
1.9. Omgevingscondities
De ruimte, waarin het toestel wordt geïnstalleerd, dient aan
de geldende voorschriften te voldoen.
De muur moet het gewicht van het toestel kunnen dragen
(belast gewicht ± 40 kg).
Als u een ander montageoppervlak dan een steenachtige
muur van voldoende dikte gebruikt, dient u hiervoor zelf
geschikte bevestigingsmiddelen te kiezen en het toestel naar
behoren te monteren.
Het toestel mag niet worden ondergebracht in een chemisch
agressieve omgeving.
Het toestel met luchttoevoer en rookgasafvoer voldoet aan
de eisen van beschermingsklasse IP44 en mag dan ook in
een natte ruimte worden geïnstalleerd.
Hoewel het toestel is voorzien van een interne
vorstbeveiliging, mag het niet worden blootgesteld aan
extreem lage omgevingstemperaturen (lager dan -10°C).
1.10. Schoorsteen berekening
Voor de schoorsteenberekening wordt gerekend met de
volgende toe- en af te voeren hoeveelheden:
- Rookgas afvoer 61 m
3
/uur (bij 70’C)
- Lucht toevoer 48 m
3
/uur (bij 20‘C)
De totale weerstand van het luchttoevoer- en
rookgasafvoersysteem mag niet groter zijn dan 125 Pa.
Ø 100 mm Ø 80 mm
Type 40 (35)
Tube per metre 2,5 Pa 5.0 Pa
Bend 90°, R = 1.5 D 3.0 Pa 6.0 Pa
Bend 90°, R = 0.5 D 5.0 Pa 10.0 Pa
Bend 45°, R = 1.5 D 2.0 Pa 4.0 Pa
Bend 45°, R = 0.5 D 3.5 Pa 7.0 Pa
Roof duct 20.0 Pa 30.0 Pa
1.11. Verwarming van CV (alle modellen)
Als de aangesloten kamerthermostaat of ruimte-eenheid
aangeeft dat er warmte nodig is voor de centrale
verwarming, zal het toestel naar behoefte het CV-water gaan
verwarmen. Het geleverde vermogen wordt automatisch
aangepast aan de benodigde warmte en wordt ook bij
gebruik van een aan/uit thermostaat traploos aan de
warmtevraag aangepast.
Als de thermostaat aangeeft dat de gewenste temperatuur is
bereikt, wordt het CV-water niet verder verwarmd. De
CV-pomp zal nog gedurende een vooraf instelbare tijd
nadraaien om de warmte gelijkmatig over de
verwarmingsinstallatie te verdelen.
A differential bypass valve must be installed on plants where
it may happen that various radiators are simultaneously
excluded from the circuit because of closure of control or
zone valves.
The by-pass valve must be mounted in the installation
between the flow and the return, provided that flow direction
indicated by arrow is respected.
To adjust the by-pass valve rotate knob of the graduated
scale on setting 2.5-3.0. This value corresponds to the
meters of pump head (m H2O).
Lock the screw on the groove knob.