Operation Manual

40
iAUDIO F2
41
iAUDIO F2
Geavanceerde instellingen gebruiken
4.7. Algemeen
1. Lengte overslaan (Skip Length)
Hiermee stelt u de duur van de overgeslagen afspeeltijd in, wanneer u kort op de toetsen en drukt.
2. Scansnelheid (Scan Speed)
Hiermee stelt u de snelheid van snel vooruit en terugspoelen in, wanneer u de toetsen en ingedrukt
houdt.
Hoe hoger de snelheid, hoe sneller u kunt zoeken.
3. Stille scan (Slient Scan)
Hiermee stelt u het geluid tijdens snel vooruit en terugspoelen in. Als deze optie is ingeschakeld, hoort u geen
geluid tijdens het voor- of terugspoelen.
4. Hervatten (Resume)
Deze optie slaat de positie van het afspelen op, op het moment dat de speler wordt uitgeschakeld.
Als deze optie is ingeschakeld, begint de speler automatisch met afspelen vanaf het moment dat deze werd
uitgeschakeld, als de speler weer wordt aangezet.
5. Auto afspelen (Auto Play)
Hiermee wordt het bestand afgespeeld zodra de speler wordt ingeschakeld.
Als deze optie is ingeschakeld, begint de speler automatisch bij de laatst afgespeelde track.
Als Hervatten is ingeschakeld, begint de speler automatisch bij de laatste trackpositie.
6. Fade in
Hiermee wordt het volume geleidelijk harder wanneer u het afspelen hervat na pauzeren of bindigen.
Hiermee stelt u in hoe lang de fade in duurt.
7. Opladen (Charge)
U kunt ervoor kiezen de oplaadmodus aan of uit te zetten.
Als de modus is ingeschakeld, wordt het apparaat geladen wanneer het via een USB- of netadapter is
aangesloten.
Het wordt aangeraden de modus UIT te schakelen wanneer het apparaat op een lap of ander apparaat met
batterijen is aangesloten.
8. Aangepaste toets (User Defined Button)
U kunt een aangepaste functie aan een gebeurtenis toewijzen wanneer u de knoppen MENU en REC
ingedrukt houdt.
De toets kan worden gebruikt voor JetEffect, Boundary/Shuffle, Equalizer, DPL, Bookmark of Teksten,
De toets kan worden gebruikt voor Opnemen, Boundary/Shuffle, Equalizer, DPL, Bookmark of Teksten.
9. Standaard laden (Load Default)
Herstelt alle instellingen naar standaardwaardes, met uitzondering van de taalkeuze.
Geavanceerde instellingen gebruiken
4.6. Timer
1. Tijdsinstelling (Time Setup)
Hiermee stelt u de huidige tijd in.
Definieer de juiste tijdinstelling voor alarm en geplande opnames.
2. Alarmmodus (Wakeup Mode)
Hiermee wordt de speler automatisch ingeschakeld op de ingestelde alarmtijd.
Als Music Alarm is ingesteld, wordt muziek afgespeeld en als FM Alarm is ingesteld, wordt het laatst
beluisterde station in de modus FM-radio afgespeeld.
Bij FM recording wordt de laatste radiofrequentie opgenomen, beginnend op dat moment en eindigend
op de tijd die u hebt opgegeven.
3. Alarmtijd (Wakeup Time)
Hiermee stelt u de tijd in waarop de speler automatisch wordt ingeschakeld.
Once stelt het alarm in voor eenmalig gebruik, Daily voor dagelijks gebruik.
Duration geeft aan hoe lang het alarm afgaat.
4. Sleep
Schakelt de speler automatisch uit na een opgegeven tijdsduur.
Als de vooraf opgegeven tijd verstreken is, wordt de speler automatisch uitgeschakeld, zelfs als op dat
moment een bestand wordt afgespeeld.
5. Auto uit (Auto Off)
Wanneer de speler is gestopt en er geen actie wordt uitgevoerd nadat de opgegeven tijd is verstreken,
zal de speler automatisch uitschakelen.
Deze functie kan tijdens het afspelen niet worden gebruikt.
9. Scherm automatisch uitschakelen (Auto Display Off)
Hiermee kunt u instellen hoe lang het scherm aan blijft.
Als het scherm een bepaalde tijd niet gebruikt wordt, kunt u instellen dat het automatisch wordt
uitgeschakeld.
10. Toetsenblok automatisch uitschakelen (Auto Keypad Off)
Selecteer na hoelang u het toetsenblok automatisch wilt uitschakelen.
11. Helderheid (Brightness)
Hiermee stelt u de helderheid van het scherm in.
- Geplande opname van FM-radio is intensiever in het gebruik dan de andere functies. Zorg er altijd voor dat de speler
volledig is opgeladen als u deze functie gebruikt.