Operation Manual

| 31 30 |
MTB/ RACEFIETS/ TREKKINGMTB/ RACEFIETS/ TREKKING
7.2 Zadel en zadelpen controleren
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Wanneer de insteekdiepte te klein is, kan
de zadelpen los gaan zitten.
Dit kan leiden tot gevaarlijke rijsituaties,
valpartijen, ongevallen en schade aan
eigendommen.
Let op de juiste plaatsing van de zadelpen.
Raadpleeg daarvoor paragraaf 8.3.
Als u over de juiste technische vaardighe-
den beschikt, kunt u dit zelf bevestigen.
Raadpleeg hiervoor paragraaf 8.2, 8.3 en
11.2.
1. Controleer of het zadel met de zadelpen
goed strak vastzitten:
Probeer met de hand om het zadel en de
steun in het frame te draaien.
Zadel en ondersteuning mogen niet kunnen
draaien.
Probeer handmatig het vastgeklemde zadel
op- en neerte bewegen.
Als het zadel en/of de zadelpen los zitten,
moet u deze vastzetten (raadpleeg paragraaf
8.2, 8.3 en 11.2).
7.3 Stuur, stuurpen controleren
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Stuur en stuurpen zijn belangrijke com-
ponenten voor uw eigen rijveiligheid.
Schade aan deze onderdelen en fouten in
de montage kunnen zeer ernstige valpar-
tijen tot gevolg hebben.
Als u merkt dat deze onderdelen gebreken
vertonen of hebt er twijfels over, mag u uw
ets in geen geval nog gebruiken.
U moet onmiddellijk contact opnemen met
een gespecialiseerde werkplaats.
1. Controleer de montage van stuur en
stuurpen.
De stuurpen moet evenwijdig aan het
voorwiel zijn uitgelijnd en loodrecht op het
stuur staan.
Klem het voorwiel tussen uw benen.
Pak het stuur aan beide uiteinden.
Probeer met de hand het stuur in beide
richtingen te draaien.
Probeer met de hand het stuur in de stuur-
pen te draaien.
Geen van deonderdelen mag verdraaien of
verschuiven.
Er mogen geen kraak- of ratelende gelui-
den hoorbaar zijn.
7.4 Onderdelen aan het stuur contro-
leren
1.
Controleer versnellinghendel, remhendel
en handgreep op de bevestiging.
Wellicht is aan uw stuur een triatlonop-
zetstuk en/of Bar Ends ("Eekhoorn") ge-
monteerd, ndien de fabrikant een derge-
lijke montage toestaat. Controleer deze
onderdelen op een correcte bevestiging:
Klem het voorwiel stevig tussen uw benen
of houd met een hand het stuur vast.
Probeer met de andere hand de remhendel
te draaien.
Triatlonopzetstuk
Probeer met de andere hand de versnel-
lingshendel te draaien.
Probeer met de andere hand het triatlon-
opzetstuk te draaien.
Probeer met de andere hand de greep en
de Bar Ends van het stuur te trekken.
Als de Bar Ends correct zijn bevestigd, kan
de gripcontrole wegvallen.
Geen van de onderdelen mogen verdraai-
en of verschuiven.
Er mogen geen kraak- of ratelende gelui-
den hoorbaar zijn.
Een eventuele bel moet eenvoudig met
vinger of duim bereikbaar zijn en mag niet
kunnen verschuiven.
7.5 Stuurpen controleren
De stuurpen is de opslag van de vork-
schacht in de stuurbuis.
1. Controleer de stuurpen. Het voorwiel
moet in beide richtingen licht en zonder
speling bestuurd kunnen worden:
Ga naast uw ets staan en houd met beide
handen de stuurgrepen vast.
Trek de voorrem aan, houd deze ingekne-
pen.
Schuif uw ets met korte, schokkerige
bewegingen naar voren en naar achteren.