Operation Manual

| 61 60 |
MTB/ RACEFIETS/ TREKKINGMTB/ RACEFIETS/ TREKKING
5. Op voorwiel met naafdynamo
(indien beschikbaar):
Sluit het stekkercontact aan tussen de naaf-
dynamo en bedrading.
6. Controleer de installatie:
Bedien daarvoor de remmen.
Raak vervolgens een remblokje, of een
remschoen van de velg of de remschijven
aan, zo kunt u zien of de naaf goed in de
uitvallers zit.
Maak in dit geval de snelspanhendel nog
even los, controleer en corrigeer de positie
van de naaf en sluit de snelspanhendel weer.
De rem (bij velgremmen ) mag niet worden
geopend. Als er dan nog geen verbetering
optreedt, neemt u contact op met uw dealer.
Zorg ervoor dat de verlichting (indien aan-
wezig) werkt.
Zorg ervoor dat de wielen geen spatborden
of bagagedrager (indien aanwezig) raken.
11.1.2 Raceets/triatlon
1. Verwijder eerst het voorwiel
(zie paragraaf 3).
2. Schakel het achterwiel naar het kleinste
tandwiel (zie paragraaf 8.6).
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Draaiende wielen kunnen letsel aan uw
handen
veroorzaken.
Grijp nooit in de buurt van een draaiend wiel.
Rem het draaiende wiel met behulp van de
juiste remhendel totdat het wiel volledig stil
staat, voordat u werkzaamheden in de buurt
van het wiel uitvoert.
Til de achterkant van de ets omhoog,
bedien de juiste versnelling en draai met de
hand de crank in aandrijfrichting totdat de
ketting op het kleinste tandwiel ligt.
Rem het wiel tot stilstand (zie paragraaf 8.7).
3. Open de velgrem.
a) Bij raceetsremmen van Shimano
en Sram:
Beweeg de hendel omhoog.
b) Campagnolo:
Er zit geen hendel aan de rem:
Om te openen, drukt u op de pin op de rem-
hendel van binnen naar buiten. Trek daarbij
lichtjes aan de remhendel.
4. Maak de wielnaven los.
Open de snelspanner aan uw wiel (zie ook
paragraaf 8.8, snelspanhendel).
Draai de borgmoer zover open dat deze nog
net op de as zit.
5. Verwijder de wielen uit het frame en de
voorvork.
Voorwiel: Til de ets aan het stuur omhoog
en trek het wiel uit de voorvork.
Achterwiel: Til de ets aan de achterkant iets
op en duw de achterderailleur naar achte-
ren. Schuif in deze staat het achterwiel met
lichte druk in de richting van de opening van
de uitvallers.
6. Leg de ets na het verwijderen van de
wielen voorzichtig op de linkerkant.
Gevaar voor beschadiging!
Zonder achterwiel kan het frame en/of de
versnelling beschadigd raken.
Leg de ets na het verwijderen van het
achterwiel op de linkerkant of gebruik een
geschikte montagestandaard.
Zo zet u de wielen weer terug.
Zet eerst het achterwiel er in.
1. a) Plaats het achterwiel terug:
Til de ets aan de achterkant op.