Operation Manual

| 63 62 |
MTB/ RACEFIETS/ TREKKINGMTB/ RACEFIETS/ TREKKING
Zet het achterwiel zo eronder zodat de ket-
ting op het kleinste tandwiel zit.
Laat de achterkant van de ets voorzichtig
zakken, totdat de as zich links en rechts van
de druklager van de uitvallers bevindt.
b) Plaats het voorwiel:
Til de ets aan het stuur omhoog,
Zet het voorwiel onder de uitval van de
voorvork.
Laat de voorvork van de ets voorzichtig
zakken, totdat de as zich links en rechts van
de druklager van de uitvallers bevindt.
2. Bevestig de wielnaven.
Bij het vastzetten met een snelspanhendel:
zie paragraaf 8.8.
3. Sluit de velgremmen
a) Bij raceetsremmen van Shimano
en Sram:
Druk de hendel naar beneden.
b) Campagnolo:
11.2 Zadelpen met zadel monteren
en verwijderen
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Een verkeerd geïnstalleerde zadelpen
kan leiden tot gevaarlijke rijsituaties,
valpartijen, ongevallen en schade aan
eigendommen.
Vraag uw dealer u te laten zien hoe u de
zadelpen verwijdert en weer monteert.
Oefen dit minstens één keer onder zijn
toezicht en controle.
Verwijder en monteer de zadelpen alleen als
u er zeker van bent dat u deze werkzaamhe-
den beheerst.
Voor vervoer kunt u de zadelpen en het zadel van
uw ets verwijderen en vervolgens weer monteren.
De zadelpen is met een klem aan de zitbuis van het
frame bevestigd en vastgeklemd met een snelspan-
ner of een inbusschroef.
Er kunnen ook andere schroeven met speciale
vormen gemonteerd zijn.
Voor een klem zonder snelspanneras heeft u een
inbussleutel en een momentsleutel van de juiste
grootte nodig. Raadpleeg daarvoor uw eigen dealer.
Zo demonteert u de zadelpen:
1. Open de zadelklem met de snelspanner
overeenkomstig paragraaf 8.8 of bij de
inbusschroef met een bijpassende inbus-
sleutel.
2. Trek het zadel en de zadelpen uit het
frame.
Zo monteert u de zadelpen:
Er zit geen hendel aan de rem:
Ga te werk in omgekeerde volgorde voor het
openen voor en druk de pin op de remhen-
del van de buitenkant naar de binnenkant.
Trek daarbij lichtjes aan de remhendel.
4. Controleer de installatie:
Bedien daarvoor de remmen.
Raak vervolgens een remblokje van de velg
aan, zo kunt u zien of de naaf goed in de
uitvallers zit.
Maak in dit geval de snelspanhendel nog
even los, controleer en corrigeer de positie
van de naaf en sluit de snelspanhendel weer.
De rem (bij velgremmen ) mag niet worden
geopend. Als er dan nog geen verbetering
optreedt, neemt u contact op met uw dealer.