Operation Manual

23
Wanneer nodig
Er komt nevel uit
Geval Beschrijving / wat controleren
Er komt nevel uit de binnenunit.
Dit gebeurt wanneer de lucht in de ruimte door de koude luchtstroom tijdens het KOELEN of
in een andere stand wordt gekoeld tot nevel.
Afstandsbediening
Geval Beschrijving / wat controleren
De unit ontvangt geen signalen
van de afstandsbediening of heeft
een beperkt werkingsgebied.
De batterijen zijn misschien te zwak geworden.
Vervang beide batterijen door nieuwe droge batterijen van het type AAA.LR03 (alkaline).
Voor meer bijzonderheden, raadpleeg "Voorbereiding vooraleer te gebruiken".
Pagina 8
De signaalcommunicatie kan worden uitgeschakeld, als er in de kamer een TL-lamp met
een elektronische starter aanwezig is (zoals inverterlampen). Raadpleeg uw verdeler indien
dit het geval is.
De afstandsbediening werkt mogelijk niet goed als de zender aan direct zonlicht is blootgesteld.
Het LCD-scherm is vaag, werkt
niet of geeft foute informatie
weer.
De batterijen zijn misschien te zwak geworden.
Vervang beide batterijen door nieuwe droge batterijen van het type AAA.LR03 (alkaline).
Voor meer bijzonderheden, raadpleeg "Voorbereiding vooraleer te gebruiken".
Pagina 8
Andere elektrische toestellen
beginnen te werken.
Indien de afstandsbediening andere elektrische toestellen bedient, verplaats deze toestellen
of neem contact op met uw verdeler.
De lucht heeft een geur
Geval Beschrijving / wat controleren
De airconditioner geeft een
geur af.
De geur in de kamer wordt in de unit geabsorbeerd en opnieuw in de kamer geblazen.
Wij adviseren de binnenunit te laten reinigen. Neem hiervoor contact op met uw verdeler.
Overigen
Geval Beschrijving / wat controleren
De airconditioner gedraagt zich
plots eigenaardig terwijl hij aan
het werken is.
De airconditioner kan een storing vertonen als gevolg van bliksem of radio.
Indien de airconditioner slecht werkt, draai de stroomtoevoer uit met de stroomonderbreker
en herstart de unit met de afstandsbediening.
Noot over de bedrijfsomstandigheden
Indien de units blijven werken in andere omstandigheden dan deze
vermeld in de tabel,
– kan een veiligheidsinrichting de werking stoppen,
kan er zich dauw op de binnenunit vormen, die kan druipen wanneer
KOELEN of DROGEN wordt geselecteerd.
Stand Bedrijfsomstandigheden
KOELEN /
DROGEN
Buitentemperatuur: -10 – 46°C
Binnentemperatuur: 18 – 32°C
Vochtigheid binnen: max. 80%
VERWARMEN
Buitentemperatuur: -15 – 24°C
Binnentemperatuur: 10 – 30°C
Storingen opsporen en oplossen