Installation Instructions

5 Installatie
Montagehandleiding
9
(C)(F)TXA15~50A2V1B(W)(S)(T)
Daikin kamerairconditioner
3P482320-7J – 2018.06
4 Buig het uiteinde van de kabel omhoog.
OPMERKING
Zorg ervoor dat de voedingskabel en de
transmissiekabel van elkaar gescheiden blijven. De
transmissiebedrading en de voedingsbedrading mogen
kruisen, maar ze mogen NIET parallel lopen.
Beide bedradingen moeten ALTIJD op minstens 50mm
van elkaar worden gehouden om eventuele elektrische
storingen te voorkomen.
WAARSCHUWING
Neem gepaste maatregelen om te beletten dat de unit door
kleine dieren als schuilplaats gebruikt kan worden. Kleine
dieren die in contact komen met elektrische onderdelen
kunnen storingen, rook of brand veroorzaken.
a
b
c
a Klemmenstrook
b Elektrische componentenblok
c Kabelbevestiging
5 Strip de draad ongeveer 15mm af.
6 Sluit de draden aan op de klemnummers met dezelfde kleur op
de klemmenblokken van de binnenunit en draai de draden
stevig vast op de overeenkomstige klemmen.
7 Sluit de aardingskabel aan op de overeenkomstige klem.
8 Maak de draden goed vast met de klemschroeven.
9 Trek aan de draden om te controleren of ze goed vastzitten, en
bevestig ze dan met de kabelbevestiging.
10 Leid de draden zo dat het servicedeksel goed kan worden
gesloten, en sluit dan het servicedeksel.
5.4.2 Optionele accessoires aansluiten
(gebruikersinterface met kabel, centrale
gebruikersinterface, etc.)
1 Verwijder het deksel van de elektrische bedradingskast (zie
"5.1.7 Deksel elektrische bedradingskast verwijderen" op
pagina5).
2 Bevestig de verbindingskabel aan de S21-connector en trek de
kabelbundel zoals in de volgende afbeelding.
a
a S21-connector
3 Breng het deksel van de elektrische bedradingskast weer aan
en trek de kabelbundel errond zoals in de afbeelding hiervoor.
5.5 De installatie van de binnenunit
voltooien
5.5.1 Afvoerleiding, koelmiddelleiding en kabel
tussen de units isoleren
1 Nadat de afvoerleiding, koelmiddelleiding en elektrische
bedrading klaar zijn. Wikkel de koelmiddelleidingen, kabel
tussen de units en afvoerslang samen met isolatietape. Laat de
tape bij elke omwikkeling minstens de helft van de breedte
overlappen.
d
e
c
b
f
a
a Afvoerslang
b Verbindingskabel
c Montageplaat (accessoire)
d Koelmiddelleidingen
e Bevestigingsschroef binnenunit M4×12L (accessoire)
f Onderste frame
5.5.2 Leidingen door de muuropening voeren
1 Buig de koelmiddelleidingen langs de aanduidingen voor de
plaats van de leidingen op de montageplaat.
c
c
d
e
a
b
a Afvoerslang
b Dicht deze opening af met stopverf of afdichtingsmateriaal.
c Plastic tape
d Isolatietape
e Montageplaat (accessoire)
OPMERKING
Buig de koelmiddelleidingen NIET.
Duw de koelmiddelleidingen NIET op het onderframe of
het voorrooster.