Operation Manual

11
Voorzorgsmaatregelen bij bruggen
Sluit nooit een uiteinde van de luidsprekerkabel aan op de aarde als de versterker
in brug is aangesloten. In dit geval hebben beide kanten signaal. Als een
patchpanel voor de uitvoer wordt gebruikt, moeten alle aansluitingen van elkaar
en van de aarde geïsoleerd worden.
Schakelaars en knoppen
Invoerverzwakkers
Draai indien mogelijk de verzwakkers zoveel mogelijk rechtsom (met de klok mee) voor optimale
uitsturingsreserve. De invoerverzwakkerknoppen (een voor kanaal A en een voor B) op het frontpaneel
regelen in alle standen de gain van het desbetreffende versterkerkanaal. Zie de specificaties aan het
einde van deze handleiding voor de standaard spanningsgain en informatie over de
invoersignaalgevoeligheid. Bij het gebruik van de versterker in brug moeten beide verzwakkers in
dezelfde stand staan, zodat de luidsprekerbelasting gelijk wordt verdeeld over beide kanalen.
Moduskeuzeschakelaar
De moduskeuzeschakelaar op het achterpaneel bepaalt of de versterker in stereo of in gebrugde mono
staat. Gebruik deze schakelaar niet als de versterker aan staat.
Ground Lift-schakelaar
In een goed ontworpen systeem (qua veiligheid en ter beperking van ruis) moet de versterker via het
netsnoer zijn aangesloten op de aarde. Indien mogelijk moet de apparatuur met de signaalbron
dezelfde wisselstroomaarde gebruiken als de versterker(s). In sommige gevallen kan dit leiden tot een
aardlus. Als dit optreedt, gebruikt u de ground lift-schakelaar voor een zwevende signaalaarde en
isoleert u het geheel volledig van het chassis/de wisselstroomaarde.
LED-indicatoren
Op de Palladium zitten per kanaal 4 LED-indicatoren aan de voorkant: Clip, Signal, Protect en Power.
Deze LED-indicatoren geven de gebruiker informatie over de toestand van elk kanaal en waarschuwen
over mogelijk abnormale omstandigheden.
Clip LED
De rode Clip-LED van een kanaal licht zwak op bij het begin van clipping (afkappen), wordt feller als het
afkappen ernstiger wordt en blijft aan het afkappen ophoudt. Als de LED´s snel knippert, dan betekent
het dat het kanaal precies aan de clippinggrens zit. Een continue, helder brandende LED betekent dat
de versterker de clipping beperkt of dat de gain (versterking) verlaagd wordt om te voorkomen dat er
ernstig afgekapte golfvormen naar de luidsprekers gestuurd worden.
Signal LED
Deze groene LED gaat branden als het kanaal een uitgaand signaal van ongeveer 4 V RMS of meer
produceert (0,1V of meer bij de invoer, met 0dB verzwakking en standaard 40X spanningsgain). Deze LED
is nuttig om te bepalen of de versterker een signaal versterkt.
Protect LED
Als deze rode LED gaat branden, geeft dit aan dat het kanaal oververhit is. Het uitvoerrelais van het
kanaal staat open en de luidspreker(s) zijn ontkoppeld om een of meer van de volgende redenen:
1. Het apparaat is net aangezet en staat nog in de opstartvertraging
2. De versterker neemt een gelijkstroomspanning op een uitgang waar.
Power LED
Deze LED licht op als de versterker aan staat, als er netvoeding beschikbaar is en als de
laagspanningsvoeding en de ventilator draaien.