Operation Manual

15
11/05/12 - 300027783-001-01 BSC...E - BSP...E - BESC...E
4 Zonneregelaar Diemasol A
4.1 Algemene beschrijving van de werking
In de automatische modus werkt de Diemasol A regeling volgens de
volgende regelingprincipes:
` De zonnestraling verwarmt de warmteoverdrachtvloeistof van
de collector. Om de regeling te starten, moet de temperatuur bij
de collector ten minste 30 °C zijn met een temperatuurverschil
van 10 K ten opzichte van de boiler.
` In de fase van zelfijking die hierop volgt (instellingsparameter
tu, fabrieksinstelling 1 minuut), werkt de pomp op zonne-
energie (relais) op vol vermogen (100%).
` Vervolgens wordt het toerental van de zonnepomp op
dynamische wijze berekend aan de hand van het verschil
tussen de referentietemperatuur (parameter DT, afstelling in de
fabriek op 20K) en de temperatuur van het warmwatertoestel.
` Het systeem laadt het warmwatertoestel aan de hand van de
beschikbare warmte en stopt wanneer de richttemperatuur van
het warmwatertoestel bereikt is (instelparameter SX,
fabrieksinstelling 60 °C)..
4.2 Indienststelling
%
Als de temperatuur in de zonnecollectors hoger is
dan 130°C, werkt de regelaar in de veiligheidsmodus.
Wacht tot de avond om de zonnecollectoren in dienst te
stellen of af te laten koelen (afdekken).
Zet het apparaat onder spanning. De regeling start een
initialisatiefase waarin de LED rood en groen knippert. Zodra de
initialisatie is beëindigd, gaat de regeling over op de automatische
modus. de fabrieksinstelling van deze modus geven optimale
prestaties bij de meeste installaties.
Als deze instellingen wegens bijzonder omstandigheden moeten
worden gewijzigd, is het mogelijk de betreffende instelparameters te
wijzigen.
M000392
M000391