User manual

De vriezer ontdooien
Een zekere hoeveelheid rijp zal zich altijd
vormen rond het bovenste vak.
Belangrijk! Ontdooi de vriezer wanneer de
rijplaag een dikte van ongeveer 3-5 mm
bereikt heeft.
Volg onderstaande aanwijzingen om de rijp
te verwijderen:
1. Schakel het apparaat uit.
2. Verwijder al het ingevroren voedsel, wik-
kel het in een paar lagen krantenpapier en
leg het op een koele plaats.
3. Open de deur.
4. Na afloop van het ontdooien de binnen-
kant grondig droog maken.
5. Schakel het apparaat in.
6. Zet de thermostaatknop op de maximale
koude en laat het apparaat twee tot drie
uur in deze instelling werken.
7. Zet het eerder verwijderde voedsel terug
in het vriesvak.
Waarschuwing! Gebruik nooit scherpe
metalen om de rijp van de verdamper te
krabben, deze zou beschadigd kunnen
raken. Gebruik geen mechanische of
kunstmatige middelen om het
ontdooiproces te versnellen, behalve die
middelen die door de fabrikant zijn
aanbevolen. Een temperatuurstijging
tijdens het ontdooien van de ingevroren
levensmiddelen, kan de veilige
bewaartijd verkorten.
Periodes dat het apparaat niet gebruikt
wordt
Als het apparaat gedurende lange tijd niet
gebruikt wordt, neem dan de volgende voor-
zorgsmaatregelen:
trek de stekker uit het stopcontact,
verwijder al het voedsel,
ontdooi de koelkast,
12)
en maak het ap-
paraat en alle accessoires schoon,
laat de deur/deuren op een kier staan om
de vorming van onaangename luchtjes te
voorkomen.
Als uw apparaat aan blijft staan, vraag dan
iemand om het zo nu en dan te controleren,
om te voorkomen dat het bewaarde voedsel
bederft, als de stroom uitvalt.
Problemen oplossen
Waarschuwing! Voordat u problemen
oplost, trekt u eerst de stekker uit het
stopcontact.
Het opsporen van storingen die niet in
deze handleiding vermeld zijn, dient te
worden verricht door een gekwalificeerd
technicus of deskundig persoon.
Belangrijk! Er zijn tijdens de normale
werking geluiden te horen (compressor,
koelcircuit).
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat maakt la-
waai
Het apparaat wordt niet goed on-
dersteund
Controleer of het apparaat stabiel
staat (alle vier de voetjes moeten
op de vloer staan)
Het apparaat werkt niet.
Het lampje brandt niet.
Het apparaat is uitgeschakeld. Schakel het apparaat in.
12) indien nodig,
34