Operation Manual

5. Sluit de deur van de ketel om luchtcirculatie binnen in de ketel te
vermijden.
6. Verwijder de buis die de ketel met de schoorsteen verbindt en dop
de uitlaatgasbuis af.
7. Houd de ruimte vorstvrij.
6.4
Vorstbeveiliging
Als de centrale verwarming uit is gezet en er gevaar voor bevriezing be
staat, raden we aan om de vorstbeveiligingsfunctie van de ketel in te scha
kelen.
Opgelet
De vorstbeveiliging werkt niet als de ketel is uitgeschakeld.
Opgelet
Het ingebouwde beveiligingssysteem beveiligt alleen de ketel en
niet de CV-installatie.
Opgelet
Tap de ketel en de CV-installatie af als de woning voor langere tijd
onbewoond is en er kans is op vorst.
1. Zet de ketel in de vorstbeveiligingsmodus. De standby-functie wordt
uitgeschakeld.
De ketel zal dan uitsluitend opstarten om zich tegen vorst te be
schermen.
Toelichting
Om bevriezing van radiatoren en de installatie in vorstgevaarlijke
ruimten (b.v. garage of bijkeuken) te voorkomen, bevelen we aan
om op de ketel een buitentemperatuursensor aan te sluiten.
Indien de watertemperatuur in de ketel te veel daalt, wordt de ingebouwde
beveiligingsvoorziening ingeschakeld. Deze voorziening werkt als volgt:
Bij een watertemperatuur lager dan 7°C gaat de circulatiepomp werken.
Bij een watertemperatuur lager dan 4°C gaat de ketel werken.
Bij een watertemperatuur hoger dan 10°C, slaat de ketel af en draait de
circulatiepomp kort na.
6 Bediening met bedieningspaneel IniControl 2
26 EFU C 7611891 - v01 - 28092015