Operation Manual

23
NL
5.7 Overige instellingen
U kunt een aantal instellingen wijzigen via het menu Instellingen. Ze worden hier kort opgesomd,
meer uitleg vindt u in de installatie- en service handleiding.
• Taal- en scherminstellingen.
• Kalibratie: u kunt de sensor ijken door een nauwkeurige thermometer naast de thermostaat
te hangen.
• Comfortcorrectie: thermostaat houdt rekening met de gevoelstemperatuur.
• Vorstbeveiliging: wanneer een buitenvoeler is aangesloten, zal de buitentemperatuur gebruikt
worden om de vorstbeveiliging automatisch in te schakelen. Wanneer de buitentemperatuur
beneden de ingestelde waarde komt, blijft de pomp continu lopen en wordt het cv-water niet
kouderdan10°C.
• Antilegionella (alleen bij boilers): om legionellagroei te voorkomen wordt aangeraden
eenmaalperweekdeboilertot65°Cteverwarmen.
• Tapwatertemperatuur: de gewenste temperatuur van het tapwater instellen, eventueel voor
boilers met een temperatuurprogramma.
• Warmhoudfunctie: wordt gebruikt om aan te geven wanneer het tapwater voorverwarmd
moet worden. Wanneer het tapwater voorverwarmd is, is er sneller warm water beschikbaar.
• Digitale ingang: om de thermostaat opdrachten te laten uitvoeren vanaf een externe module,
bijvoorbeeld bij overwerk.
• 5verschillenderegelstrategieën, op basis van ruimteregeling en/of weersafhankelijke regeling.
• Speciekecv-systeeminstellingen, zoals de opwarm- en afkoelsnelheid van de woning.
• EenRF ruimtevoeler is optioneel verkrijgbaar voor een thermostaat RF. Deze sensor
vervangt de interne thermostaat sensor.
• Extrafunctiesafhankelijkvandeketel(vanafthermostaatv20):ketel“Parameters
aanpassen, “Herstel param.”,Reset service” en “Start detectie”.