User Manual

19
op het moment waarop de gewenste hoeveelheid koe is
afgegeven.
5. “Parameters opslaan?”: druk voor het opslaan van de pro-
grammering op
of (druk anders op
of
(B3)) .
6. “Param. opgeslagen” of “Param. niet opgesl.”. Het apparaat
keert terug naar de status klaar voor gebruik.
N.B.!
Op het display verschijnt “OK “ - (B5) wanneer de mi-
nimaal programmeerbare hoeveelheid bereikt wordt.
Geprogrammeerde dranken:
1. Druk op (B5);
2. Druk op de scrollpijltjes
(B4) of (B5) tot de
gewenste drank tussen de twee stippellijnen verschijnt;
3. Druk op
(B3) voor de selectie;
4. Het apparaat start de bereiding op basis van de eerder ge-
programmeerde instellingen.
N.B.:
• De “2 My Espresso” kan alleen geselecteerd worden wan-
neer “My Espresso” reeds geprogrammeerd is.
• “STOP”
(B5) : drukken om de afgifte van melk of
koe te onderbreken en over te gaan naar de volgende
afgifte (indien voorzien) om de drank te voltooien.
• Zodra de afgifte beëindigd is en men de hoeveelheid koe
in het kopje wenst te vergroten, drukken op “ EXTRA” -
(B4).
12. AFGIFTE VAN HEET WATER
Let op! Gevaar voor brandwonden.
Laat de machine nooit zonder toezicht wanneer er heet water
afgegeven wordt.
1. Controleer of het afgiftepijpje heet water/stoom (C6) cor-
rect is aangebracht op de spuitmond heet water/stoom
(A15);
2. Plaats een bakje onder de afgiftegroep (zo dicht mogelijk
om spatten te voorkomen) (afb. 5);
3. Druk op (B4) en scroll door de dranken van het
menu door middel van de scrollpijltjes
(B4) of
(B5) tot er tussen de twee stippellijnen “Heet
water” wordt weergegeven;
4. Druk op
(B3): op het display verschijnt een voort-
gangsbalk die, naarmate de bereiding vordert, wordt
opgevuld.
5. Het apparaat levert heet water en onderbreekt daarna de
afgifte automatisch. Druk voor het handmatig onderbre-
ken van de afgifte van heet water op
of
(B3).
N.B.:
•
Indien de modus “Energiebesparing” geactiveerd is, kan het
enkele seconden duren voordat de afgifte van heet water
begint.
• De hoeveelheid afgegeven water kan gepersonaliseerd
worden (zie paragraaf “8.4 Programma dranken”).
13. AFGIFTE STOOM
Let op! Gevaar voor brandwonden.
Laat de machine nooit onbeheerd tijdens de afgifte van stoom.
1. Controleer of het afgiftepijpje heet water/stoom (C6) cor-
rect is aangebracht op de spuitmond heet water/stoom
(A15);
2. Vul een kan met de te verwarmen of op te schuimen vloei-
stof en dompel het afgiftepijpje heet water/stoom onder
in de vloeistof;
3. Druk op
(B4) en scroll door de dranken van het
menu door middel van de scrollpijltjes
of
(B5) tot er tussen de twee stippellijnen “Stoom” wordt
weergegeven”;
4. Druk op
(B3): op het display verschijnt een voort-
gangsbalk die, naarmate de bereiding vordert, wordt
opgevuld.
5. Na het bereiken van de gewenste temperatuur of schuim-
niveau moet de stoomafgifte onderbroken worden door
middel van
of (B3).
Let op!
Altijd eerst de stoomafgifte onderbreken alvorens het recipiënt
met de vloeistof weg te nemen, om brandwonden door spatten
te voorkomen.
N.B.!
Indien de werkwijze “Energiebesparing” geactiveerd is, kan de
afgifte van de stoom enkele seconden op zich laten wachten.
13.1 Aanbevelingen voor het gebruik van stoom
voor het opschuimen van melk
• Bij de keuze van de grootte van de kan rekening houden
met het feit dat de vloeistof 2 of 3 keer in volume zal
toenemen.
• Voor dikker en rijker schuim moet men magere of halfvolle
melk op koelkasttemperatuur (circa 5°C) gebruiken;
• Draai het reservoir langzaam van beneden naar boven voor
een romiger schuim.
• Om te voorkomen dat er weinig opgeschuimde melk ver-
kregen wordt, of met grote bellen, moet het afgiftepijpje
(C6) altijd schoongemaakt worden zoals beschreven in de
volgende paragraaf.