Operation Manual

NEDERLANDS
68
2. Plaats de klem (m) en schroef er het klemwiel (i)
op. Draai niet volledig aan.
3. Schroef de zijhandgreep (h) in het klemwiel en
draai deze vast.
4. Draai de montagesteun van de zijhandgreep in
de gewenste stand. Voor horizontaal boren met
een zware boor, de zijhandgreep in een hoek
van ongeveer 20° plaatsen (fig.8). Zo wordt een
optimale beheersing van de machine verkregen.
5. Fixeer de montagesteun van de zijhandgreep
door het klemwiel (i) vast te draaien.
BEVESTIGING AAN DE ACHTERKANT (FIG. 9, 10)
Bij het boren in plafonds of vloeren is het zeer
praktisch de zijhandgreep in de achterste positie te
bevestigen. Zie fig. 10.
1. Schroef de zijhandgreep (h) los maar laat de
montagesteun op zijn plaats i.v.m het gebruik
van de diepte-aanslag.
2. Schroef de zijhandgreep direct in een van de
schroefgaten aan de achterkant (j), links of rechts.
Instellen van de boordiepte (fi g. 11)
1. Plaats de juiste boor in de houder.
2. Draai de vleugelmoer (q) los en steek de diepte-
aanslag (k) door het gat in de klem van de
zijhandgreep.
3. Druk de boor in een rechte hoek tegen een
oppervlak en stel de diepteaanslag (k) in zoals
afgebeeld.
4. Draai de vleugelmoer (q) vast.
BEDIENING
Gebruiksaanwijzing
WAARSCHUWING:
Neem altijd de veiligheidsinstructies
en geldende voorschriften in acht.
Houd de machine met beide
handen vast, voor uw eigen
veiligheid.
Let op de eventueel
aanwezige gas-, water- en
elektriciteitsleidingen.
Oefen geen overmatige druk uit op
de machine (ca. 20 kg). Overmatige
druk op de machine versnelt het
boren niet maar resulteert juist in
slechtere prestaties en voortijdige
slijtage van de machine.
Juiste positie van de handen (fi g. 1)
WAARSCHUWING: Om het risico op
ernstig persoonlijk letsel te verminderen,
dient u ALTIJD de handen in de juiste
positie te hebben, zoals afgebeeld.
WAARSCHUWING: Om het risico op
ernstig persoonlijk letsel te verminderen,
houdt u het ALTIJD stevig vast,
anticiperend op een plotseling reactie.
De juiste positie van de handen betekent één hand
aan de zijgreep (h), terwijl u met de andere hand de
hoofdgreep (l) vasthoudt.
In- en Uitschakelen (fi g. 1)
1. Om de machine in te schakelen, drukt u de
aan/uit-schakelaar (a) in.
2. Stop de machine door de schakelaar los
te laten.
Boren Met een Massieve Boor (fi g. 1)
1. Plaats de juiste boor.
2. Zet de keuzeschakelaar (d) op hamerboren.
3. Stel de elektronische toerental- en
slagsterkteregeling (b) in.
4. Monteer de zijhandgreep (h) en stel deze in.
5. Stel, indien noodzakelijk, de boordiepte in.
6. Markeer de plek waar het gat moet worden
geboord.
7. Plaats de boor op de gemarkeerde plek en
schakel de machine in.
8. Schakel altijd de machine uit wanneer het werk
is beëindigd en voordat u de stekker uit het
stopcontact haalt.
Boren met een kroonboor (fi g. 1)
1. Plaats de juiste kroonboor.
2. Plaats het centreerboortje in de kroonboor.
3. Zet de keuzeschakelaar (d) op hamerboren.
4. Stel de elektronische toerental- en
slagsterkteregeling (b) op matige tot hoge
snelheid in.
5. Monteer de zijhandgreep (h) en stel deze in.
6. Plaats het centreerboortje op de plek waar
het gat geboord moet worden en schakel de
machine in. Boor totdat de kroonboor ongeveer
1 cm in het beton vreet.
7. Stop de machine en verwijder het
centreerboortje. Plaats de kroonboor weer in het
gat en ga verder met boren.