Operation Manual

NEDERLANDS
68
2. Om een lage torsie te kiezen, schuift u de torsie
besturingschakelaar (f) naar links totdat deze op
zijn plaats is.
3. Het kan nodig zijn om de gereedschapshouder
licht te draaien om ervoor te zorgen dat het
gereedschap inschakelt.
De zijhandgreep monteren en
aanpassen (fi g. 5A–5C)
De zijhandgreep (j) kan worden aangebracht
aan beide zijdes om de machine zowel voor
rechtshandige als linkshandige gebruikers geschikt
te maken.
WAARSCHUWING: Bedien het
gereedschap altijd terwijl de zijhendel
correct is gemonteerd.
BEVESTIGING AAN DE VOORZIJDE (FIG. 5A, 5B)
1. Klik de stalen ring (q) over de kraag (i) achter de
gereedschapshouder (h). Knijp beide uiteinden
samen, prepareer de huls (o) en steek de pen
(p) erin.
2. Plaats de zijhandgreep (n) en schroef de
klemknop (k) erop. Niet vastdraaien.
WAARSCHUWING: Als de
zijhandgreep klem eenmaal is bevestigd,
mag deze nooit worden verwijderd.
3. Schroef de zijhandgreep (j) in het klemknop en
draai deze vast.
4. Draai de bevestigingsassemblage van de
zijhendel in de gewenste positie. Voor het
horizontaal boren met een zwaar boorstuk,
raden wij aan om de zijhandgreep te plaatsen
op een hoek van ong. 20º voor optimale
besturing (fig. 5B).
5. Vergrendel de bevestigingsassemblage van de
zijhendel op zijn plaats door de klemknop (k)
vast te draaien.
BEVESTIGING AAN DE ACHTERZIJDE (FIG. 5C)
De positie aan de achterzijde is vooral handig als u
in een vloer boort.
1. Schroef de zijhandgreep (j) los en verwijder
deze van de positie aan de voorkant. Laat de
bevestigingsassemblage van de zijhendel aan
de voorzijde.
2. Schroef de zijhandgreep direct in één van de
hendelposities aan de achterzijde (l) aan een van
beide kanten van het gereedschap.
BEDIENING
Instructies voor gebruik
Waarschuwing:
Houd u altijd aan de
veiligheidsinstructies en
toepassingregels.
Let op de locatie van pijpleidingen en
bedrading.
Oefen uitsluitend zachte druk op
het gereedschap uit (ong. 20 kg).
Overmatige druk maakt het boren niet
sneller maar vermindert de prestaties
van het gereedschap en kan de
levensduur van het gereedschap
bekorten.
Houd het gereedschap altijd stevig
met beide handen vast om voor een
veilige houding te zorgen. Bedien het
gereedschap altijd terwijl de zijhendel
correct is gemonteerd.
Juiste positie van de handen
(fi g. 1, 6)
WAARSCHUWING: Om het risico op
ernstig persoonlijk letsel te verminderen,
dient u ALTIJD de handen in de juiste
positie te hebben, zoals afgebeeld.
WAARSCHUWING: Om het risico op
ernstig persoonlijk letsel te verminderen,
houdt u het ALTIJD stevig vast,
anticiperend op een plotseling reactie.
De juiste positie van de handen betekent één hand
aan de zijhandgreep (j), terwijl u met de andere hand
de hoofdgreep (m) vasthoudt.
Aan en uitschakelen (fi g. 1)
De knop automatisch volgen (b) maakt het mogelijk
dat de aan/uit schakelaar (a) wordt vergrendeld in de
modus uitsluitend beitelen. Als de knop automatisch
volgen wordt geactiveerd in de boormodus, schakelt
het gereedschap om veiligheidsredenen automatisch
uit.
Om het gereedschap in te schakelen, drukt u de
aan/uit schakelaar (a) in.
Voor doorlopende bediening drukt u de schakelaar
voor variabele snelheid (a) in en houdt u deze
ingedrukt, beweegt u de knop automatisch volgen
(b) omhoog, en laat u de schakelaar vervolgens los.
Om het gereedschap te stoppen, laat u de
schakelaar los.