Operation Manual

NEDERLANDS
83
Boren met een Massief boortje
(afb. 1)
D25501, D25601, D25602, D25603
1. Plaats het geschikte boortje.
2. Zet de standenselectieschakelaar (f) in de positie
voor hamerboren.
3. Alleen D25601, D25602, D25603: Stel de kiezer
voor elektronische snelheids- en slagregeling (g)
in.
4. Monteer de zijhandgreep en stel deze af (c).
5. Markeer de plaats waar u het gat wilt boren.
6. Plaats het boortje op de plek en schakel het
gereedschap in.
7. Schakel het gereedschap altijd uit wanneer het
werk is voltooid en voordat u de stekker uit het
stopcontact trekt.
Boren met een boorkroon (afb. 1)
1. Plaats de geschikte boorkroon.
2. Monteer de centerboor in de boorkroon.
3. Zet de standenselectieschakelaar (f) in de positie
voor hamerboren.
4. Alleen D25601, D25602, D25603: Draai
de kiezer voor elektronische snelheids- en
slagregeling (g) in een stand voor een
gemiddelde of hoge snelheid.
5. Monteer de zijhandgreep en stel deze af (c).
6. Plaats de centerboor op de plek en schakel
het gereedschap in. Boor tot de boorkroon
ongeveer 1 cm in het beton dringt.
7. Stop het gereedschap en verwijder de
centerboor. Plaats de boorkroon weer in het gat
en ga door met boren.
8. Wanneer u boort door een structuur die dikker
is dan de diepte van de boorkroon, breek dan
met een regelmatige tussenpozen een ronde
cilinder van beton of de kern binnen in de
boorkroon weg.
U kunt voorkomen dat beton rond het gat
afbreekt, door eerst een gat met de diameter
van de centerboor volledig door de structuur
te boren. Boor vervolgens de kern van twee
kanten tot halverwege uit.
9. Zet het gereedschap altijd uit wanneer het
werk is voltooid en voordat u de stekker uit het
stopcontact trekt.
Afbikken en beitelen (afb. 1)
D25501, D25601, D25602, D25603, D25820, D25831
1. Zet de geschikte beitel in en draai deze met de
hand vast in één van de 18 posities.
2. Zet de standenselectieschakelaar (f) in de positie
voor alleen kloppen.
3. Alleen D25601, D25602, D25603, D25831:
Stel de kiezer voor elektronische snelheids- en
slagregeling (g) in.
4. Monteer de zijhandgreep en stel deze af (c).
5. Zet het gereedschap aan en begin met het
werk.
6. Zet het gereedschap altijd uit wanneer het
werk is voltooid en voordat u de stekker uit het
stopcontact trekt.
ONDERHOUD
Uw elektrisch gereedschap van DEWALT is
ontworpen voor gebruik gedurende lange tijd met
een minimum aan onderhoud. Het continu naar
tevredenheid functioneren hangt af van de juiste zorg
voor het gereedschap en regelmatig schoonmaken.
WAARSCHUWING: Beperk het risico
van letsel, zet de unit uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat
u accessoires plaatst of verwijdert,
voordat u aanpassingen aanbrengt
of een andere opstelling kiest of
wanneer u reparaties uitvoert.
Controleer dat de aan/uit-schakelaar in
de stand OFF (UIT) staat. Letsel zou het
gevolg kunnen zijn als het gereedschap
per ongeluk wordt gestart.
Er kan aan deze machine door de gebruiker
geen onderhoud worden uitgevoerd. Breng
het gereedschap naar een erkende DEWALT-
reparatiemonteur na ongeveer 150 bedrijfsuren.
Neem contact op met een erkende DEWALT-
reparatiemonteur als er zich voor die tijd problemen
voordoen.
Koolborstels (afb. 3)
De koolborstels kunnen niet door de gebruiker
worden vervangen. Breng het gereedschap naar een
erkende DEWALT-reparatiemonteur.
De gele indicatie-LED (q) voor de slijtage van de
koolborstels gaat branden wanneer de koolborstels
bijna zijn versleten. Na nog eens 8 uren gebruik of
nadat de borstels volledig zijn versleten, schakelt de
motor zichzelf uit.
Er moet onderhoud aan het gereedschap worden
uitgevoerd zodra de service-indicatie-LED (r) gaat
branden.