Users Guide

De projector gebruiken 373
Menu Alle beelden
HELDERHEIDGebruik de toetsen
en op
het bedieningspaneel of de toets
of
op de
afstandsbediening
om de helderheid van het
beeld te wijzigen.
C
ONTRASTGebruik de toetsen
en op
het bedieningspaneel of de toets
of
op de
afstandsbediening
om het verschil tussen de
meest heldere en de donkerste delen van het
beeld aan te geven. Als u het contrast wijzigt,
verandert het zwart en het wit in het beeld.
K
LEUR TEMP.—Wijzig de kleurtemperatuur.
Hoe hoger de temperatuur, hoe blauwer
het scherm wordt; hoe lager de temperatuur,
hoe roder het scherm wordt.
Met de gebruikersmodus wordt de waarde
in het menu Kleurinstelling ingeschakeld.
K
LEURINSTELLGHandmatig de kleuren rood, groen en blauw wijzigen.
T
RAPEZIUMWijzig de beeldvervorming die is ontstaan bij het kantelen
van de projector (
+/-16º).
AUTO TRAPEZIUM
Selecteer
Ja
om de autocorrectie voor verticale beeldvervorming
die is ontstaan bij het kantelen van de projector in te schakelen. Om het trapezium
handmatig te wijzigen, drukt u op de toets op het bedieningspaneel of de toets
Menu op de afstandsbediening.
SEMI-AUTO TRAPEZIUM
Druk op de toets
op het bedieningspaneel of de toets
Menu op de afstandsbediening, de functie
Auto trapezium
wordt een keer uitgevoerd.
HOOGTE-BREEDTEVERHOUDINGSelecteer een hoogte-breedteverhouding om het beeld
dat verschijnt te wijzigen.
1:1 — De ingangsbron wordt weergegeven zonder schaalindeling.
Gebruik de hoogte-breedteverhouding 1:1 als u beschikt over een van
de volgende onderdelen:
VGA-kabel en een computer met een resolutie van minder dan XGA (1024 x 768)
Componentkabel (576p/480i/480p)
–S-Video-kabel
Composietkabel