Users Guide

54 Woordenlijst
Bijlage: Woordenlijst
ANSI lumen — Een standaard voor het meten van de helderheid. Deze waarde wordt
berekend door een vierkante meter van een beeld in negen gelijke rechthoeken te
splitsen, de waarde van de lux-lezing (of helderheid) in het midden van elke rechthoek
te meten en vervolgens een gemiddelde te maken van deze negen punten.
Beeldverhouding — De populairste hoogte-breedteverhouding is 4:3 (4 bij 3). De
eerste televisie- en computervideoformaten hebben een hoogte-breedteverhouding van
4:3. Dit betekent dat de breedte van het beeld 4/3 is van de hoogte.
Helderheid— De hoeveelheid licht die van een beeld, een projectiebeeld of een
projectieapparaat wordt uitgezonden. De helderheid van de projector wordt gemeten in
ANSI-lumen.
Kleurtemperatuur— het uitzicht van de kleur van wit licht. Een lage
kleurtemperatuur impliceert een warmer licht (meer geel/rood) terwijl een hoge
kleurtemperatuur een kouder licht (meer blauw) impliceert. De standaardeenheid voor
de kleurtemperatuur is Kelvin (K).
Component Video—Een methode om kwaliteitsvideo te leveren in een formaat dat
bestaat uit het luminantiesignaal en twee afzonderlijke chrominantiesignalen die
worden gedefinieerd als Y'Pb'Pr' voor analoge componenten en Y'Cb'Cr voor digitale
componenten. Component video is beschikbaar op DVD-spelers.
Composiet Video — Een videosignaal dat luma (helderheid), chroma (kleur), burst
(kleurreferentie) en sync (horizontale en verticale synchronisatiesignalen) combineert
in een signaalgolfvorm die wordt gedragen via één draadpaar. Er zijn drie soorten
formaten: NTSC, PAL en SECAM.
Gecomprimeerde resolutie— Als de invoerbeelden een hogere resolutie hebben dan
de oorspronkelijke resolutie van de projector, wordt het resulterende beeld geschaald
volgens de oorspronkelijke resolutie van de projector. De aard van de compressie in een
digitaal apparaat betekent dat een deel van de beeldinhoud verloren is.
Contrastverhouding— Het bereik van lichte en donkere waarden in een beeld, of de
verhouding tussen hun maximum- en minimumwaarden. Om deze verhouding te
meten worden door de projectiesector twee methoden gebruikt:
1
Volledig aan/uit
- meet de verhouding van de lichtuitvoer van een volledig wit
beeld (volledig aan) en de lichtuitvoer van een volledig zwart beeld (volledig uit).
2
ANSI
- meet een patroon van 16 afwisselende zwarte en witte rechthoeken. De
gemiddelde lichtuitvoer van de witte rechthoeken wordt gedeeld door de
gemiddelde lichtuitvoer van de zwarte rechthoeken om de
ANSI
-
contrastverhouding te bepalen.
Volledig aan/uit contrast is altijd groter dan het ANSI-contrast voor dezelfde projector.