Users Guide

46 _USB-geheugenapparaat gebruiken
5. Druk op OK, Zwart Start of Kleur Start wanneer Klaar om te sc. naar
USB verschijnt.
Ongeacht de knop waarop u drukt, wordt de kleurenmodus bepaald
zoals ingesteld. (Zie "Aangepast scannen naar USB" op pagina 46.)
Uw apparaat begint het origineel te scannen en vraagt daarna of u een
andere pagina wilt scannen.
6. Druk op OK wanneer Ja verschijnt om meer pagina’s te scannen. Plaats
een origineel en druk op Zwart Start of Kleur Start.
Ongeacht de knop waarop u drukt, wordt de kleurenmodus bepaald
zoals ingesteld. (Zie "Aangepast scannen naar USB" op pagina 46.)
Druk anders op pijl-links/rechts om Nee te selecteren en vervolgens op OK.
Na het scannen kunt u het USB-geheugenapparaat uit het apparaat verwijderen.
Aangepast scannen naar USB
U kunt het formaat, de grootte en de kleurenmodus van afbeeldingen instellen
telkens als u ze naar een USB-geheugenapparaat scant.
1. Druk op Scan/Email.
2. Druk op Menu totdat Scanfunctie verschijnt op de onderste regel van
het display en druk vervolgens op OK.
3. Druk op OK wanneer USB-functie verschijnt.
4. Druk op pijl-links/rechts totdat de gewenste insteloptie verschijnt en druk
vervolgens op OK.
U kunt de volgende opties instellen:
Scanformaat: Bepaalt de grootte van de afbeelding.
•Oorspr. type: Bepaalt het documenttype van het origineel.
Resolutie: Voor het instellen van de resolutie van de afbeelding.
Scankleur: Voor het instellen van de kleurenmodus. Als u bij deze
optie Mono selecteert, kunt u niet JPEG selecteren in Scanindeling.
Scanindeling: Voor het instellen van de bestandsindeling waarin
de afbeelding moet worden opgeslagen. Wanneer u TIFF of PDF
selecteert, hebt u de mogelijkheid om meerdere pagina’s te scannen.
Als u bij deze optie JPEG selecteert, kunt u niet Mono selecteren in
Scankleur.
5. Druk op pijl-links/rechts totdat de gewenste status verschijnt en druk
vervolgens op OK.
6. Herhaal stap 4 en 5 om andere opties in te stellen.
7. Druk zodra u klaar bent op Stoppen/Wissen om terug te keren naar de
gereedmodus.
U kunt de standaardscaninstellingen wijzigen. Voor meer informatie zie "De
standaardscaninstellingen wijzigen" op pagina 34.
AFDRUKKEN VANAF EEN USB-
GEHEUGENAPPARAAT
U kunt bestanden die opgeslagen zijn op een USB-geheugenapparaat
rechtstreeks afdrukken. U kunt TIFF-, BMP-, JPEG- en PRN-bestanden
afdrukken.
Bestandstypen die de door de optie Rechtstreeks afdrukken worden
ondersteund:
PRN: Alleen bestanden die zijn gemaakt met het bijgeleverde
stuurprogramma zijn compatibel.
U kunt PRN-bestanden maken door het selectievakje Afdrukken naar
bestand in te schakelen wanneer u een document afdrukt. Het document
wordt dan niet afgedrukt, maar wordt als een PRN-bestand opgeslagen.
Alleen PRN-bestanden die op deze wijze zijn gemaakt, kunnen direct
vanuit het USB-geheugen worden afgedrukt. Raadpleeg het hoofdstuk
Software om te weten hoe u een PRN-bestand moet maken.
BMP: BMP niet-gecomprimeerd
TIFF: TIFF 6.0 Baseline
JPEG: JPEG Baseline
Documenten afdrukken vanaf een USB-
geheugenapparaat
1. Steek een USB-geheugenapparaat in de USB-geheugenpoort aan de
voorkant van het apparaat. Als u er reeds een hebt aangesloten, drukt u
op Via USB afdrukken.
Uw apparaat detecteert automatisch het geheugenapparaat en leest de
gegevens die erop zijn opgeslagen.
2. Druk op pijl-links/rechts totdat de gewenste map of het gewenste bestand
verschijnt en druk vervolgens op OK.
Indien u D voor een mapnaam ziet, staan er één of meer bestanden of
mappen in de geselecteerde map.
3. Als u een bestand hebt geselecteerd, gaat u door met de volgende stap.
Als u een map hebt geselecteerd, drukt u op pijl-links/rechts totdat het
gewenste bestand verschijnt.
4. Druk op pijl-links/rechts om het aantal afdrukken te selecteren of voer
het aantal in.
5. Druk op OK, Zwart Start of Kleur Start om het geselecteerde bestand
af te drukken.
U hebt de keuze uit de volgende twee modi:
OK of Zwart Start: Afdrukken in kleur.
Kleur Start: Afdrukken in zwart-wit.
Na het afdrukken van het bestand wordt u gevraagd of u nog een
bestand wilt afdrukken.
6. Druk op OK wanneer Ja verschijnt voor een andere afdruktaak en
herhaal de procedure vanaf stap 2.
U kunt ook op pijl-links/rechts drukken om Nee te selecteren en
vervolgens op OK.
7. Druk op Stoppen/Wissen om terug te keren naar de gereedmodus.
EEN BACK-UP MAKEN VAN UW GEGEVENS
Gegevens in het geheugen van het apparaat kunnen per ongeluk gewist
worden als gevolg van een stroomonderbreking of een fout tijdens het
opslaan. Met een back-up beveiligt u uw Adresboek-vermeldingen en de
systeeminstellingen door ze als back-upbestanden op een USB-
geheugenapparaat op te slaan.
Een back-up maken van uw gegevens
1. Steek een USB-geheugenapparaat in de USB-geheugenpoort aan de
voorkant van het apparaat.
2. Druk op Menu totdat Systeeminst. verschijnt op de onderste regel van
het display en druk vervolgens op OK.
3. Druk op OK wanneer Apparaatinst. verschijnt.
4. Druk op pijl-links/rechts totdat Inst. export. verschijnt en druk op OK.
5. Druk op pijl-links/rechts totdat de gewenste optie verschijnt.
Adresboek: Maakt een back-up van alle adresboek-vermeldingen.
Geg. instellen: Maakt een back-up van alle systeeminstellingen.
6. Druk op OK om een back-up van uw gegevens te maken.
De back-up van de gegevens wordt opgeslagen in uw USB-geheugen.
7. Druk op Stoppen/Wissen om terug te keren naar de gereedmodus.
Gegevens terugzetten
1. Steek het USB-geheugenapparaat met de gegevensback-up in de USB-
geheugenpoort.
2. Druk op Menu totdat Systeeminst. verschijnt op de onderste regel van
het display en druk vervolgens op OK.
3. Druk op OK wanneer Apparaatinst. verschijnt.
4. Druk op pijl-links/rechts totdat Inst. import. verschijnt en druk op OK.