Users Guide

56 Afdrukmediarichtlijnen
Voor het afdrukken op etiketten:
Gebruik etiketten die bestand zijn tegen temperaturen van 205 °C zonder
dat ze gaan plakken, sterk omkrullen, rimpelen en zonder dat er gevaarlijke
stoffen vrijkomen.
Stel de papiersoort in op
Label
via het printerstuurprogramma.
Leg nooit etiketten en gewoon papier tegelijk in dezelfde papierlade.
Druk niet af binnen 1 mm (0,04 inch) van de rand van de etiketten.
Druk niet af binnen 1 mm (0,04 inch) van de rand van de etiketten, de
perforatielijnen of tussen de snijlijnen van het etiket.
Niet vaker dan één keer op een vel etiketten afdrukken.
Een staande richting wordt aanbevolen, met name voor het afdrukken van
streepjescodes.
Gebruik geen etiketten waarbij het kleefmiddel vrij ligt.
Gebruik complete etiketvellen. Bij deels gebruikte vellen zouden er
etiketten kunnen loslaten tijdens het afdrukken, hetgeen kan leiden een
papierstoring.
Gebruik geen etiketvellen met kleefmiddel langs de randen van het vel. U
wordt geadviseerd alleen vellen te gebruiken waarbij het kleefmiddel
minstens 1 mm (0,04 inch) van de randen verwijderd is. Kleefmiddel kan
schadelijk zijn voor uw printer en kan uw garantie ongeldig maken.
OPGELET: Anders kan het vel in de printer vast komen te zetten en uw printer en
tonercassettes met lijm verontreinigen. Als gevolg kunnen de garanties van uw
printer en van de cassettes ongeldig raken.
Opslag van afdrukmedia
Voorkom problemen met de papierdoorvoer en een ongelijkmatige
afdrukkwaliteit door u aan de volgende richtlijnen voor de juiste opslag van
afdrukmedia te houden.
Voor de beste resultaten bergt u de afdrukmedia op in een omgeving met
een temperatuur van ongeveer 21 °C en een relatieve luchtvochtigheid van
40%.
Plaats uw dozen met afdrukmedia op een plank, een rek of pallet, dus niet
rechtstreeks op de vloer.