Users Guide

202 Afdrukmediarichtlijnen
Omkrullen
Omkrullen is de neiging van afdrukmedia langs de randen krom te trekken.
Overmatig omkrullend papier kan in de printer vastlopen. Gewoonlijk krult
het papier om nadat het door de printer is gegaan en aan de hoge
temperaturen binnenin is blootgesteld. Het onverpakt bewaren van papier,
ook al ligt het in de papierlade, kan de vellen doen omkrullen vóór het
afdrukken, hetgeen doorvoerproblemen kan geven, ongeacht de
luchtvochtigheid. Als het afdrukpapier omgekruld is, strijkt u het glad en legt
u het in de MPF of PSI.
Gladheid
De gladheid van het papier heeft een directe invloed op de afdrukkwaliteit.
Als het papier te ruw is, kan de toner niet gelijkmatig aan het papier hechten,
wat een lagere afdrukkwaliteit tot gevolg heeft. Als het papier echter te glad is,
kan dat problemen geven met de papierdoorvoer. Een gladheid tussen 150 en
250 Sheffield-punten geeft de beste afdrukresultaten.
Vochtgehalte
De hoeveelheid vocht in het papier heeft ook invloed op de afdrukkwaliteit en
op het vermogen van de printer het papier gelijkmatig te verwerken. Laat het
papier in de oorspronkelijke verpakking totdat u het gaat gebruiken. Zo
voorkomt u dat het papier wordt blootgesteld aan wisselingen van de
luchtvochtigheid die de prestaties nadelig kunnen beïnvloeden.
Vezelrichting
Grein of vezelrichting geeft aan hoe de vezels in een vel papier lopen. De
vezelrichting wordt aangeduid als lengte-grein, met de vezels in de
lengterichting, of breedte-grein, met de vezels in de breedte van het vel. Bij
papier van 60 tot 135 g/m
2
(16 to 36 lb bond) wordt het gebruik van de
lengte-grein vezelrichting aanbevolen. Bij papier dat zwaarder is dan 135 g/m
2
(36 lb bond) papier heeft de breedte-grein vezelrichting de voorkeur.
Houtvezelgehalte
Het meeste xerografische kwaliteitspapier is gemaakt van 100% chemische
houtpulp. Papier met andere vezels, zoals katoen, heeft eigenschappen die
kunnen leiden tot minder goede papierdoorvoer.