Users Guide

314 Faxen
2
Ontkoppel alle netwerkkabels, telefoonlijnen en USB-kabels van het
apparaat.
3
Zet de printer aan terwijl u de knoppen en ingedrukt houdt.
Het menu
Klantfunctie
wordt weergegeven.
4
Als alle geavanceerde faxinstellingen zijn gemaakt, moet u de printer uit
en aan zetten, zodat de nieuwe instellingen van kracht worden.
Coderingsmethode voor faxgegevens
Bepaalde oudere faxapparaten ondersteunen geen coderingsmethode met
JBIG-gegevens (Joint Bi-level Image Experts Group). U komt mogelijk fouten
bij het verzenden of ontvangen van faxen tegen vanwege deze
coderingsmethode van gegevens. U kunt JBIG uitschakelen en codering met
MH (Modified Huffman), MR (Modified Read) of MMR (Modified
Modified Read) selecteren, met behulp van de volgende instructies.
U kunt de codering van modemtransmissies met de volgende instructies
wijzigen.
1
Als de printer in
Klantfunctie
staat, selecteert u het dialoogvenster
Fax/Scanner
en drukt u op de knop .
2
Druk op de knop totdat
Parameter
wordt gemarkeerd, en druk dan
op de knop .
3
Druk op de knop totdat
Faxparameter
is gemarkeerd en druk dan
op de knop .
4
Druk op de knop totdat
G3M TX-codering
is gemarkeerd, en druk
dan op de knop .
5
Druk op de knop totdat
MMR
wordt gemarkeerd en druk dan op de
knop om MMR-codering in te schakelen. Selecteert dan
MR
MR
-
codering in te schakelen of kies
MH
om MH-codering in te schakelen.
U kunt de codering van modemontvangsten met de volgende instructies
wijzigen.
1
Wanneer de printer in de
Klantfunctie
staat, selecteert u
Fax/Scanner
en drukt u op .