Operation Manual

Problemen met uw projector oplossen 63
Beeld is niet scherpgesteld 1
Stel de scherpstelring op de projectorlens bij.
2
Controleer of het projectiescherm op de
vereiste afstand van de projector is geplaatst.
(1,2 m [3,94 ft] tot 10 m [32,81 ft]).
Het beeld wordt uitgerekt
wanneer 16:9 DVD wordt
weergegeven.
De projector detecteert automatisch het
formaat van het invoersignaal. De
beeldverhouding van het geprojecteerde beeld
wordt behouden in overeenstemming met het
formaat van het invoersignaal met een
originele instelling.
Als het beeld nog steeds uitgerekt is, pas dan
de hoogte-breedteverhouding aan in het OSD-
menu
Instelling
.
Het beeld is omgedraaid Selecteer Instelling in het OSD en pas de
projectiemodus aan.
Lamp is opgebrand of maakt
een knallend geluid
Als de lamp het einde van zijn levensduur
bereikt, kan deze opbranden of een luid
knallend geluid maken. In een dergelijke
situatie, wordt de projector niet opnieuw
ingeschakeld. Zie "De lamp vervangen" op
pagina 67 om de lamp te vervangen.
Het lampje van LAMP is
effen oranje
Als het lampje voor LAMP oranje blijft, dient
u de lamp te vervangen.
Het lampje van LAMP
knippert oranje
Als de indicator LAMP oranje knippert, is de
aansluiting van de lampmodule mogelijk
verstoord. Controleer de lampmodule en kijk
of deze module goed is geïnstalleerd.
Als het lampje LAMP en het voedingslampje
knipperen oranje, de lampaandrijving is defect
en de projector wordt automatisch
uitgeschakeld.
Als de indicators voor LAMP en TEMP oranje
knipperen en als het voedingslampje stabiel
blauw is, betekent dit een fout met het
kleurenwiel en wordt de projector automatisch
uitgeschakeld.
Om de beschermingsmodus te wissen, houdt u
de voedingstoets gedurende 10 seconden
ingedrukt.
Probleem
(vervolg)
Mogelijke oplossing
(vervolg)