Users Guide

Weergeven van de huidige instellingen in de menu's van het operatorpaneel.
Mogelijkheden:
Systeeminstellingen
Stroomspaar-timer-stand 1
Toont de tijd voor het inschakelen van stroomspaarstand 1.
Stroomspaar-timer-stand 2
Toont de tijd voor het inschakelen van stroomspaarstand 2.
Bedieningspaneeltoon
Laat zien of een toon moet klinken wanneer de invoer van het bedienigspaneel juist is. Uit duidt aan
dat de toon is uitgeschakeld.
Waarschuwingstoon
ongeldige toets
Laat zien of een toon moet klinken wanneer de invoer van het operatorpaneel niet juist is. Uit duidt
aan dat de toon is uitgeschakeld.
Gereedtoon apparaat
Laat zien of een toon moet klinken wanneer de printer gereed is voor gebruik. Uit duidt aan dat de
toon is uitgeschakeld.
Taak-voltooid toon
Laat zien of een toon moet klinken wanneer een afdruktaak is voltooid. Uit duidt aan dat de toon is
uitgeschakeld.
Fouttoon
Laat zien of een toon moet klinken wanneer een afdruktaak niet goed wordt afgerond. Uit duidt aan
dat de toon is uitgeschakeld.
Waarschuwingstoon
Laat zien of een toon moet klinken wanneer er zich een probleem voordoet. Uit duidt aan dat de toon
is uitgeschakeld.
Papier op toon
Laat zien of een toon moet klinken wanneer het papier in de printer opraakt. Uit duidt aan dat de toon
is uitgeschakeld.
Toner laag toon
laat zien of een toon moet klinken wanneer toner of ander verbruiksmateriaal opraakt. Uit duidt aan
dat de toon is uitgeschakeld.
Basistoon
Laat zien of de toon moet klinken wanneer het scherm van het operatorpaneel in de standaardstand
wordt teruggezet door middel van de menu-lus. Uit duidt aan dat de toon is uitgeschakeld.
Time-outfout
Laatzienhoelangverstrijktvoordatdeprintereentaakdienietgoedwordtafgerond,beëindigt.
Time-out
Toont hoe lang de printer wacht op gegevens van de computer.
Paneeltaal
Toont de taal die wordt gebruikt op het scherm van het operatorpaneel.
Automatische
logboekafdruk
Toont of automatisch een log van voltooide taken wordt aangemaakt.
ID afdrukken
Toont op welke plaats een gebruikersnaam op het afgedrukte papier wordt gezet.
Tekst afdrukken
Laat zien of de printer PDL-gegevens (Page Description Language - Pagina-beschrijvingstaal), die de
printer niet ondersteunt, als tekst afdrukt wanneer de printer die ontvangt.
Invoegpositie
scheidingspagina
Laat zien waar een scheidingspagina worden ingevoegd.
Scheidingsvellade
specificeren*
1
Laat zien welke invoerlade moet worden gebruikt voor het invoegen van een scheidingspagina.
RAM-schijf*
2
Laat zien of er RAM voor het bestandssysteem voor de functies Veilige afdruk en Proefafdruk moet
worden toegewezen.
Oneven 2-zijdig*
3
Laat zien hoe de oneven laatste pagina wordt afgedrukt bij gebruik van dubbelzijdig afdrukken.
Lade vervangen
Laat zien of een ander papierformaat mag worden gebruikt als het papier in de opgegeven lade niet
overeenkomt met de papierformaat-instellingen voor de huidige taak.
mm / inch
Toont de maateenheid die wordt gebruikt op het scherm van het operatorpaneel.
USB-instellingen
Poortstatus
Laat zien of de USB-interface is ingeschakeld.
PCL-instellingen
Papierlade
Toont de instelling van de papierlade.
Papierformaat
Toont de instelling van het papierformaat.
Aangepast formaat - Y
Toont de lengte van het aangepaste papierformaat.
Aangepast formaat - X
Toont de breedte van het aangepaste papierformaat.
Richting
Laat zien in welke richting de tekst en afbeeldingen op de pagina worden afgedrukt.
Dubbelzijdig*
3
Laat zien of dubbelzijdig afdrukken standaard moet zijn ingesteld voor alle afdruktaken.
Lettertype
Toont het geselecteerde lettertype uit de lijst van geregistreerde lettertypes.
Tekenset
Toont een tekenset voor het opgegeven lettertype.
Lettergrootte
Toont de lettergrootte bij schaalbare typografische lettertypen.
Tekenbreedte
Toont de lettergrootte bij schaalbare typografische lettertypen.
Formulierregel
Toont het aantal lettertekens op een regel.
Aantal
Toont het aantal af te drukken exemplaren.
Afbeeldingverbetering
Laat zien of de functie Afbeeldingverbetering is ingeschakeld.
Hex Dump
Laat zien of de functie Hex Dump is ingeschakeld.
Conceptmodus
Laat zien of er afgedrukt moet worden in conceptkwaliteit.
Regelterminatie
Laatzienofderegelbeëindigingisingesteld.
Standaardkleur
Toont de kleurmodus-instelling.
Veilig instell.
Paneelslot inst.
Toont of het Beheermenu moet worden vergrendeld met een wachtwoord.
Papierzwarting
Normaal
Toont de papierzwarting van normaal papier.
Label
Toont de papierzwarting van labels.
Normaal
Toont de spanningsinstelling van de overdraagrol (van -6 tot -6) voor normaal papier.
Normaal dik
Toont de spanningsinstelling van de overdraagrol (van -6 tot -6) voor dik normaal papier.
Transparant
Toont de spanningsinstelling van de overdraagrol (van -6 tot -6) voor transparanten.