Users Guide

Lijntype
PSTN*
Stelt het standaard lijntype in op PSTN.
PBX
Stelt het standaard lijntype in op PBX.
Toon/puls
Toon*
Stelt het kiestype in op Toon.
Puls(10PPS)
Stelt het kiestype in op Puls(10PPS).
Puls(20PPS)
Stelt het kiestype in op Puls(20PPS).
Uitgst. herverz.
3-255
Specificeert de interval tussen verstuurpogingen binnen het bereik van 3 tot 255 seconden. The
standaard is 8 seconden.
8*
Poging. nr.herh.
0-13
Specificeert het aantal opnieuw gedraaide belpogingen die moeten worden gedaan wanneer het
nummer van de bestemmingsfax bezet is, binnen het bereik van 0 tot 13. De standard is 3.
3*
Uitg. nr.herh.
1-15
Specificeert de interval tussen verstuurpogingen binnen het bereik van 1 tot 15 minuten. The
standaard is 1.
1*
Junk-fax-instelling
Aan
Weigert faxen die verstuurd zijn van ongewenste nummers door faxen uitsluitend te accepteren
vanaf de faxnummers die in het telefoonboek geregistreerd staan.
Uit*
Weigert geen faxen die verstuurd zijn van ongewenste nummers.
Ontv.op afstand
Aan
Ontavngt een fax door op een externe ontvangstcode te drukken op de externe telefoon na het
opnemen van de telefoonhoorn.
Uit*
Ontvangt geen fax door op een externe ontvangstcode te drukken op de externe telefoon na het
opnemen van de telefoonhoorn.
Ontv.afst.toon
00-99
Specificeert de toon om Ontvangen op afstand te starten. The standaard is 00.
00*
Faxkoptekst
Aan*
Drukt de afzenderinformatie af op de aanhef van faxen.
Uit
Drukt geen afzenderinformatie af op de aanhef van faxen.
Naam faxkoptekst
30byte
Stelt de naam van de verzender in die zal worden afgedrukt op de koptekst op faxen.
Faxnummer
20byte
Stelt het faxnummer van de printer in dat zal worden afgedrukt op de koptekst van faxen.
Faxvoorpagina
Aan
Bevestigt een voorbladpagina aan faxen.
Uit*
Bevestigt geen voorbladpagina aan faxen.
DRPD-patroon
Patroon 1-6
Biedt een apart nummer voor faxverzending met een herkenbaar belpatroon. The standaard is
Patroon 4.
Patroon 4*
Doorgestuurde fax
Alleen bij fouten
Stuurt de inkomende faxen alleen naar een gespecificeerde bestemming wanneer een fout
optreedt.
Aan
Struurt de inkomende faxen altijd door naar een gespecificeerde bestemming.
Uit*
Stuurt geen van de inkomende faxen door naar een gespecificeerde bestemming.
Faxdrstuurnummer
50 byte
Specificeert de bestemming waarnaar inkomende faxen zullen worden doorgestuurd.
Faxdrstuurafdruk
Aan
Drukt alle inkomende faxen af die doorgestuurd worden naar de gespecificeerde bestemming.
Uit*
Drukt geen inkomende faxen af die doorgestuurd worden naar de gespecificeerde bestemming.
Faxdrstrfoutafdr.
Aan*
Drukt inkomende faxen af waarvan het doorsturen niet gelukt is wanneer de Faxdrstuurafdruk
niet is geselecteerd.
Uit
Drukt geen inkomende faxen af waarvan het doorsturen niet gelukt is wanneer de
Faxdrstuurafdruk niet is geselecteerd.
Voorkiezen
Aan
Stelt een voorkiesnummer in.
Uit*
Stelt geen voorkiesnummer in.
Voorkiesnummer
5byte
Stelt een voorkiesnummer tot vijf cijfers in. Dit nummer wordt dan gekozen voordat er enig
automatisch gekozen nummer wordt gedraaid.
Wis formaat
Uit*
Drukt iedere uitstekende strook aan de onderkant van een fax af zonder het weg te laten.
Aan
Voor weglaten van een uitstekende strook aan de onderkant van de pagina.
Autom. verkleinen
Verkleint automatisch een faxpagina zodanig dat het past op het geschikte papierformaat.
ECM
Aan*
Schakelt de ECM in (Error Correction Mode). Om de ECM te gebruiken, moet de apparaten op
afstand de ECM ook ondersteunen.
Uit
Schakelt de ECM uit.
Modemsnelheid
2.4
Stelt u in staat om de modemsnelheid voor de fax aan te passen wanneer een fax-verkeer of
ontvangstfout optreedt. The standaard is 33.6.
4.8
9.6
11.4
33.6*
Fax-activiteit
Autom. afdrukken*
Drukt automatisch een fax activiteitenrapport af na iedere 50 inkomende en uitgaande fax-
communicatie.
Niet autom. afdrukken
Drukt niet automatisch het Taakactiviteitrapport af.
Fax-verzending
Altijd afdrukken
Drukt een verzendrapport af na iedere fax-verzending.
Bij fout afdrukken*
Drukt alleen een verzendrapport af wanneer een fout optreedt.
Afdruk. uitschak.
Drukt geen verzendrapport af na een fax-verzending.
Fax-rondzending
Altijd afdrukken*
Drukt een verzendrapport af na iedere fax-verzending.
Bij fout afdrukk.
Drukt alleen een verzendrapport af wanneer een fout optreedt.
Afdruk. uitschak.
Drukt geen verzendrapport af na een fax-verzending naar meerdere bestemmingen.