Users Guide

TCP/IP
Toepassing:
Het configureren van TCP/IP-instellingen.
Mogelijkheden:
Protocol
Toepassing:
Voor inschakelen of uitschakelen van de ieder protocol. De hier gekozen instelling wordt van kracht nadat de printer eenmaal is uit- en dan weer ingeschakeld.
Mogelijkheden:
IP-filter
Toepassing:
Om gegevens, afkomstig van een bepaald IP-adres in het bekabelde netwerk, te blokkeren. U kunt maximaal vijf IP-adressen kiezen. De hier gekozen
instelling wordt van kracht nadat de printer eenmaal is uit- en dan weer ingeschakeld.
Mogelijkheden:
Initialiseer NVM
Toepassing:
100Base Full
Voor gebruik van 100base-T vol-duplex.
IP-adres
ophalen
AutoIP*
Stelt het IP-adres automatisch in. Een willekeurige waarde tussen 169.254.1.0 tot 169.254.254.255 dat momenteel niet in het
netwerk in gebruik is, wordt ingesteld als het IP-adres. Het subnetmasker is ingesteld als 255.255.0.0.
BOOTP
Stelt het IP-adres in met behulp van BOOTP.
RARP
Stelt het IP-adres in met behulp van RARP.
DHCP
Stelt het IP-adres in met behulp van DHCP.
Paneel
Gebruik deze optie wanneer u het IP-adres handmatig op het bedieningspaneel wilt instellen.
IP-adres
Wanneer een IP-adres op handmatig is ingesteld, wordt het IP gealloceerd aan de printer met het formaat nnn.nnn.nnn.nnn. Iedere
octet (8 bits=1 byte) die nnn.nnn.nnn.nnn vormt is een waarde die ligt tussen 0 en 254. 127 en iedere waarde die ligt tussen 224 tot
254 kan niet worden gespecificeerd voor het eerste octet van een Gateway-adres.
Subnetmasker
Wanneer een IP-adres op handmatig is ingesteld, wordt het Subnetmasker gespecificeerd met het formaat nnn.nnn.nnn.nnn. Iedere
octet dat nnn.nnn.nnn.nnn vormt is een waarde die ligt tussen 0 tot 255. 255.255.255.255 kan niet worden gespecificeerd als het
Subnetmasker.
Gateway-adres
Wanneer een IP-adres op handmatig is ingesteld, wordt het Gateway-adres gespecificeerd met het formaat nnn.nnn.nnn.nnn. Iedere
octet (8 bits=1 byte) die nnn.nnn.nnn.nnn vormt is een waarde die ligt tussen 0 en 254. 127 en iedere waarde die ligt tussen 224 tot
254 kan niet worden gespecificeerd voor het eerste octet van een Gateway-adres.
LPD
Inschakelen*
Schakelt de Lijnprinter Daemon (LPD) poort in.
Uitschakelen
Uitschakelen van de LDP aansluiting.
Port9100
Inschakelen*
Inschakelen van de Port9100 aansluiting.
Uitschakelen
Uitschakelen van de Port9100 aansluiting.
SNMP UDP
Inschakelen*
Schakelt de Eenvoudige Netwerk Management Protocol (SNMP) UDP-poort in.
Uitschakelen
Schakelt de SNMP UDP poort uit.
E-mailwaarschuwing
Inschakelen*
Inschakelen van de E-Mail waarschuwingfunctie.
Uitschakelen
Uitschakelen van de E-Mail waarschuwingfunctie.
EWS
Inschakelen*
Geeft toegang tot de Dell PrinterConfiguratie WebTool functie die in de printer is ingebouwd.
Uitschakelen
Blokkeert toegang tot de Dell PrinterConfiguratie WebTool functie die in de printer is ingebouwd.
Nr. n/Adres (n is 1-5.)
Stelt het IP-adres in voor Filter n.
Nr. n/Masker (n is 1-5.)
Stelt het adresmasker in voor Filter n.
Nr. n/Modus (n is 1-5.)
Uit*
Uitschakelen van het IP Filter voor Filter n.
Accepteren
Accepteert de toegang voor het gespecificeerde IP-adres.
Weigeren
Blokkeert de toegang vanaf het gespecificeerde IP-adres.
OPMERKING: Deze instelling is alleen beschikbaar voor LPD of Port9100.